De lopers onderweg. Foto: Jaap Peeman
De lopers onderweg. Foto: Jaap Peeman

25e Omloop grandioos succes

Algemeen 471 keer gelezen

MIDDELHARNIS - "Vier, drie twee, één," tellen de toeschouwers. Dan knallen de confettikanonnen en snellen de eerste lopers naar voren. Ruim driehonderd lopers gaan op weg om het eiland rond te lopen. Op D'n Diek staat honderden toeschouwers die de startende wandelaars aanmoedigen. De vijfentwintigste editie van het wandelfeest is begonnen. Redacteur Martijn de Bonte heeft meegelopen en doet verslag.

Onder de boog van de Rabobank door, dan langs de kraampjes van de braderie worden de eerste meters afgelegd. Een verkoper moppert goedgemutst op de wandelaars: 'Allemaal kijkers, maar geen kopers'. Tegenover de Hema gaat het peleton de Dijk op en dan gaat de route langs de haven van Sommelsdijk de polder in. De snelle lopers hebben al een kleine voorsprong genomen op de grote groep. In de verte hangen donkere wolken die snel richting Middelharnis drijven. Als de lopers de buitendijk langs het Haringvliet oplopen begint het te spetteren en al snel daarna volgt een stevige regenbui. De poncho's worden uit de verpakking gehaald en wapperen in de wind, andere lopers trekken een regenpak aan en ook een paraplu bewijst goede diensten. Een felle regenboog eindigt, of begint, in het donkere water van het Haringvliet. De regen is maar van korte duur, de bui trekt richting de Hoekse Waard en laat de lopers achter op de grasdijk.

Hier en daar staat een groepje fans om de lopers aan te moedigen. Het tempo zit er bij de meeste lopers goed in, terwijl de schemering invalt worden de loperspasjes voor het eerst gescand bij natuurgebied Scheelhoek. Doordat het langzaam donker wordt zijn de eerste lichtjes te zien, Even verderop de Haringvlietsluizen en nog een stuk verder flakkeren de lichten van de Rotterdamse industrie. Op weg naar de Vismijn vertelt een wandelaar dat ze voor de negende keer meedoet met de Omloop. Ze gaat voor de tien keer, daarna wil ze een andere tocht gaan doen. Ze is een echte kilometervreter, ze loopt allerlei tochten en houdt alles precies bij in een notitieboekje. In totaal heeft ze al zo'n zestienduizend kilometer gelopen.

In de Vismijn staan de 'Walking bins', vrij vertaald: wandelende prullenbakken. Het zijn vrolijke jongelui die mandarijntjes uitdelen en afval inzamelen. Op verschillende posten duiken ze op. De loods naast de Stellendamse haven is de eerste publiekplaats, maar de meeste lopers blijven er niet lang zitten. Ze hebben genoeg energie om snel verder te gaan richting Havenhoofd.

Op het Havenhoofd zitten hier en daar groepjes mensen rond een knapperend vuurtje. "Zoet of hartig?", vraagt een meisje. Ze staat met een grote schaal met zakjes chips in haar handen, naast haar staat een ander meisje met een schaal snoepjes. Na het knusse Havenhoofd begint een donker gedeelte van de tocht, het pad tussen de bomen richting het parkeerterrein bij natuurgebied de Kwade Hoek. Een wandelbuurman vertelt dat hij speciaal meedoet omdat het de vijfentwintigste editie is. "Dat is toch bijzonder," legt hij uit. Het strand wordt door veel lopers gevreesd, het is er donker en het lopen door rul zand vreet energie. Het blijkt dit jaar mee te vallen, door de vele regen van de afgelopen periode vormt het zand een stevige ondergrond voor de wandelaars. Bij de reddingsbrigade is het leed weer geleden en kunnen de lopers bijtanken bij de rustpost. Achteraf vertelde een vrijwilliger dat er een loper was die de afslag had gemist en dat pas na heel wat extra kilometers over het strand opmerkte.

In de duinen is het stil. Het licht van de vuurtoren verlicht de lopers met vaste regelmaat. Het is helder, boven de hoofden van de wandelaars fonkelen de sterren. Twee jongens discussiëren over de lampjes die op zee te zien zijn. Volgens de ene zijn het vissende vissersschepen, volgens de ander varen die niet in de nacht van vrijdag op zaterdag. Het laatste stuk voor Westhoeve slingert over een recreatiepark. Een man die naar eigen zeggen is begonnen met lopen toen hij is gestopt met werken, vraagt zich af of hij nog steeds goed loopt. Dat is gelukkig het geval, want in de verte hangt een bordje met een groene pijl dat wordt verlicht door een breekstaafje. Hij vertelt dat hij in Engeland tochten van honderd mijl heeft gelopen, dat is pakweg 160 kilometer. De deelnemers zijn veertig uur non-stop bezig om de tocht te voltooien. "Daarna slaap je wel lekker", zegt de vutter nuchter.

In de donkere polder is de post in de schuur van Westhoeve al van veraf te zien. De felle lichtmasten maken duidelijk dat de lopers worden verwacht. Binnen zitten de lopers aan lange tafels en eten bami met saté. Voor de toeschouwers is er verse patat. Een gezellig punt waar, midden in de nacht, veel familie en vrienden aanwezig zijn om de lopers een hart onder de riem te steken. Met nieuwe energie gaan de lopers weer de nacht in.

Bij een kruising ergens naast de N57 staat een vrijwilliger in reflecterende kleding. Hij zorgt ervoor dat alle lopers veilig kunnen oversteken. Op de dijk richting de Ouddorpse Haven is te zien dat er boven Schouwen-Duiveland een flinke onweersbui hangt. De bliksemschichten schieten langs de zwarte wolken. Even voorbij de post bij de Ouddorpse haven staan auto's langs de kant van de weg geparkeerd. Een groepje mensen haalt klapstoelen uit de kofferbak en gaat er eens goed voor zitten.

De lopers gaan de grasdijk op en laten Ouddorp achter. In het donker maak ik een praatje met een vrouw die het tempo er flink in heeft. Ze vertelt dat ze graag voor drie uur binnen wil zijn. Een kordate dame, het is de tweede nacht die ze overslaat, in de nacht voor de Omloop heeft ze gewoon gewerkt.

Langs de slikken ligt een glad fietspad, dat is andere koek dan de jaren waarin de deelnemers dwars door het natuurgebied banjerden. Sommige lopers denken met weemoed terug aan die jaren. Rond drie uur in de nacht arriveert de onweersbui op Goeree-Overflakkee. Het regent behoorlijk en er is wat onweer. Al snel klaart het weer op. Bovenop de dijk richting Herkingen ligt een schaap in diepe rust, de lopers gaan er met een boogje omheen. Veel deelnemers aan de Omloop vinden dit een lastig gedeelte, lang, saai, donker en een ongelijke ondergrond.

Tegen de tijd dat Herkingen nadert, komt er ook een dun streepje licht aan de horizon. De nieuwe dag begint voorzichtig. In de loods van Van der Velde is een uitgebreide ruimte voor de verzorging van de lopers. Er worden stijve spieren gemasseerd, blaren geprikt en voeten ingezwachteld. De tocht gaat verder langs de Grevelingen. "Succes hé," zeggen twee dames die bij Battenoord op de dijk staan. Op camping De Grevelingen is het nog rustig zo vroeg in de morgen. Bij windpark Battenoert draait alleen de eerste van de zeven windmolens. Verder gebeurt er weinig. Bij de post bij de Hoek van St. Jaepe liggen opgerolde pannenkoeken met poedersuiker klaar voor de lopers.

Op het stuk voor Oude-Tonge begint het weer te regenen. Een man op sandalen trekt zich er weinig van aan. Hij loopt mee met de Kennedymars, hij vertelt dat zijn streven is om alle Nederlandse Kennedymarsen drie keer te lopen. Dit is zijn eerste mars op Goeree-Overflakkee. Hij vindt het een mooie tocht, maar wel een beetje saai met alle rechte stukken. Maar, relativeert hij: "Ik heb ook een keer een tocht heen en weer over de Afsluitdijk gelopen, dan valt dit nog wel mee."

Bij de haven van Oude-Tonge moeten de lopers om het havenkanaal heen lopen, daarna volgt weer een heel stuk langs het water. Onderweg lopen een paar mensen in een gele Jumbo-bodywarmer, ze doen mee aan de estafette en worden gesponsord door Jumbo Sperling in Ouddorp. Na een paar uur lopen komt eindelijk de Galathese Haven in zicht. Na een bakje oplossoep begint de ettappe richting Ooltgensplaat. Al lopend over de weg langs de windmolens, kijk ik om de paar minuten angstvallig achterom. Er komt rond tien uur een bui aanzetten, zwarte donderwolken achtervolgen de lopers. Dan vallen er een paar grote druppels, direct daarop komt het met bakken naar beneden. Het onweer raast boven de hoofden van de wandelaars. Sommigen schuilen in de beschutting van de windmolens, andere lopen stug door. Regenkleding biedt geen soulaas, tegen de harde wind en striemende regen is niet zoveel bestand. Bij 't Fort in Ooltgensplaats staan de tassen van de lopers klaar en kan er droge kleding worden aangetrokken.

Voor het Raadhuis in Ooltgensplaat jammen drie muzikanten erop los. De muziek begeleidt de lopers tot ver buiten het dorp. Langs het natuurgebied gaat de tocht richting de N59, dan door het schapentunneltje richting Den Bommel. De tocht over de grasdijk biedt een mooi uitzicht over het Haringvliet, zeilbootjes hangen schuin in de harde wind. In Den Bommel zit een verkeersregelaar op een stoel voor een dranghek. "Nog dertien kilometer", zegt hij bemoedigend. "En hier verderop rechts is een post." In Stad mogen lopers in de kring zitten om te worden toegezongen door de dorpelingen. Ze zingen: "Je bent nu op Stad, da's al een heel eind man. Nog even rechtuit en je bent er dan. Menheerse leek ver maar dat is echt niet waar. Dus effe doorbijten nog, dan ben je straks echt klaar!" Dat is het inderdaad: op de laatste kilometers moet er flink worden doorgebeten.

Maar dan komt eindelijk 't Hoad in zicht. Net voor het havenkanaal gaan de lopers linksaf richting Middelharnis. Daar wachten de gladiolen, de medaille, het applaus en de eeuwige roem...

Uit de krant