Yikalo in de werkplaats van Autobedrijf Flakkee.
Yikalo in de werkplaats van Autobedrijf Flakkee.

Mijn collega's noemen mij Harry

Algemeen 455 keer gelezen

DIRKSLAND – Bij Autobedrijf Flakkee zijn ze blij met hem. En Yikalo Kidane is blij dat hij er een paar dagen in de week kan werken in de werkplaats. Én dat hij leuke collega's heeft die hem helpen en met wie hij plezierig kan samenwerken. Harry, noemen ze hem. Want Yikalo is misschien wel een moeilijke voornaam. De Eritrese vluchteling moet wel lachen om zijn nieuwe naam: "Geen probleem", zegt hij.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Yikalo werkt nu een jaar bij het autobedrijf in Dirksland. "Nee, ik ben nog geen automonteur. Ik studeer ervoor. Elke week ga ik drie dagen naar school in Rotterdam en loop ik twee dagen stage. Nu is het vakantie en kan ik vijf dagen hier werken."

Yikalo vluchtte uit Eritrea. Alleen. "Eritrea is een dictatuur. De overheid is niet goed", zegt de 21-jarige. Hij zegde zijn studie sociologie vaarwel, evenals zijn familie. "Vanuit Eritrea ben ik eerst naar Soedan gelopen. En van Soedan in kleine auto's door de woestijn naar Libië. Dat duurde twee weken of zo." Hij vertelt dat hij er flink wat geld voor moest neertellen en dat het een gevaarlijke reis was. Van de Libische kust naar Italië werd het er niet veiliger op. "We zaten met drie- of vierhonderd mensen op een bootje. Heel gevaarlijk."

Het laatste deel van zijn vlucht was van Italië naar Nederland. Waarom Nederland? "Ik weet het niet. In Eritrea hadden we tractoren van New Holland. Dat vond ik leuk", glimlacht Yikalo. "Bijna drie jaar geleden kwam ik in Nederland. Eerst in het azc in Middelburg en daarna in Sommelsdijk. Het is goed hier. Ik heb een goed huis met een woonkamer. Het is genoeg voor mij, ik ben alleen."

Hij leerde de Nederlandse taal bij Scalda in Dirksland. Dat ging vrij snel. "De taal is heel moeilijk, maar ik heb hard gewerkt." Yikalo gaat verder studeren en hoopt zijn Nederlands ook verder te verbeteren via contacten in zijn omgeving, op school en op zijn werk. Hij kan zich heel behoorlijk verstaanbaar maken, maar zelf is hij nog niet helemaal tevreden. "Het klinkt een beetje raar als ik Nederlands praat", wijst hij naar zijn hals.

De overgang van sociologie naar autotechniek is een verbetering, vindt hij. "Sociologie in Eritrea is alleen theorie. Geen praktijk. Hier leer ik theorie en praktijk. Dat is veel beter", zegt de automonteur in opleiding.

Bingo

Een stageadres vinden was misschien nog wel het moeilijkst. Een docent hielp hem en schreef acht autobedrijven aan via een e-mail. Zonder resultaat. Er kwam niet eens een reactie. "Ik hoorde niets." Daarna probeerde een vrijwilliger van Vluchtelingenwerk het. Die benaderde ook meerdere garages. Uiteindelijk was het bingo bij Autobedrijf Flakkee. Yikalo vertelt vol trots over zijn gesprek met de bedrijfsleider, die hem wel in de werkplaats wilde laten werken. "Ik ben zo blij. Ik wil werken. Niet werken is niet goed voor mij."

Met de fiets komt hij op zijn stagedagen van Sommelsdijk naar Dirksland. Hij werkt van acht uur in de ochtend tot vijf uur 's middags. Daarna gaat hij vaak naar de sportschool. "Ik moet spieren hebben." Hij kookt van alles voor zichzelf: Eritrees, maar ook de Hollandse pot.

Op het eerste jaar in de werkplaats kijkt hij tevreden terug. Yikalo: "Het gaat goed. In het begin was het wel een beetje moeilijk, maar nu is er geen probleem meer. De medewerkers zijn heel leuk. Ze helpen me altijd."

Na de vakantie pakt Yikalo het oude ritme weer op: drie dagen school, twee dagen stage. Tot februari. Daarna schakelt hij over naar één dag school en vier dagen in de werkplaats. Olie verversen, remblokken vervangen, banden wisselen – dat soort klussen. "Reparaties? Nee, nog niet. Ik moet eerst verder leren."

Gemotiveerd is hij zeker. "Ik vind Nederland leuk om te werken en te studeren." Mooi dat Autobedrijf Flakkee Yikalo de kans heeft gegeven. Ze zijn blij met hem, dus de vriendelijke Eritreeër zal nog wel een tijdje als Harry door het leven gaan. "Geen probleem."

Uit de krant