Afbeelding

De laatste traditionele melkboer stopt

Algemeen 632 keer gelezen

OUDE-TONGE - Het kan inmiddels bijna niemand meer zijn ontgaan: Klaas Hagens, de laatste melkboer op Goeree Overflakkee die nog traditioneel met zuivel langs de deuren gaat, stopt er mee. De media-aandacht voor zijn besluit is enorm. "Eigenlijk was ik er nog niet eens zo heel erg mee bezig", zegt Klaas, "maar nu met al die media en het dichterbij komen van zaterdag 25 april, dringt het toch steeds meer tot me door, dat mijn carrière nu echt ten einde loopt en dat voelt toch wel raar eigenlijk".

Het Algemeen Dagblad besteedde er aandacht aan, TV Rijnmond kwam langs, op radio 538 werd het vermeld en terwijl Klaas dit vertelt rinkelt alweer de telefoon. Het is Omroep Max, die graag even met de scheidende melkboer wil spreken. "Het is wat hè", zegt Klaas, die ondanks alles gewoon zichzelf blijft. "Vorig jaar heb ik al aangekondigd dat dit mijn laatste jaar wordt. De meeste klanten, ruim 400, vinden het jammer. Vooral de ouderen, die toch moeite hebben om zelf met de zware spullen te sjouwen en geen auto of hulp hebben. "Er werd mij zelfs gevraagd of ik niet als mantelzorger wilde doorgaan", voegt hij er lachend aan toe. "Maar mijn besluit staat vast. Ik heb het 49 jaar met heel veel plezier gedaan, maar nu wordt het tijd voor andere zaken".

Geen spijt

Klaas begon op jonge leeftijd in de zaak van zijn vader. "Hoewel ik redelijk goed kon leren, had ik helemaal geen zin in school", legt hij uit. "Of ik daar later spijt van heb gehad? Nee hoor, helemaal niet, ik zou het zo weer doen. Ik had een vrij bestaan, geen baas boven me. Nee een kantoorbaantje was helemaal niets voor mij geweest. Toch betekent een eigen zaak niet dat je helemaal vrij bent. Juist niet. De klanten rekenen op je en je moet dus zorgen dat er dagelijks melk wordt bezorgd. Tijd voor vakanties of zomaar een vrije dag was er nauwelijks. Ik ben zelfs op een dinsdag getrouwd met mijn eerste vrouw Rieneke, want dat kwam het handigste uit in verband met mijn ronde. Gelukkig werkte ik tot een paar jaar terug altijd samen met mijn broer Adrie en konden we elkaar helpen, als een van ons op vakantie wilde of ziek was".

Wederzijds vertrouwen

Klaas kijkt met grote tevredenheid terug op zijn loopbaan. "We hebben zoveel mooie en leuke dingen meegemaakt", vertelt hij. "Bij sommige klanten kreeg je vaak wat lekkers. Er was ook een mevrouw die woonde op de tweede verdieping van de seniorenwoningen. Zij liet altijd een emmer aan een touw naar beneden zakken met daarin haar boodschappenbriefje en portemonnee. "Hoef je niet helemaal naar boven te komen", riep ze dan. Ik legde de benodigde spullen erin, wisselde het geld en hees de emmer weer naar boven. Ja de mensen vertrouwden je, en ik heb hun vertrouwen, zover ik weet, nooit beschaamd. Aan dure administratieve rompslomp hebben we ook nooit gedaan. Als iemand niet thuis was, zette ik de boodschappen neer, want ik wist van iedereen wat men wilde hebben, en schreef op een briefje wat ze hadden gekregen. Dat deed ik in een mapje en bij een volgend bezoek werd er afgerekend. Wederzijds vertrouwen, dat was het belangrijkste in mijn werk. Natuurlijk waren er ook droevige momenten. Hoewel je professioneel probeert te werken, doet het je toch wat als een trouwe klant overlijdt. Heel dikwijls ben ik gaan condoleren".

Fluitende melkboer

Klaas zelf heeft ook het nodige meegemaakt. Zijn eerste vrouw overleed acht jaar geleden. "Dat was moeilijk en dan besef je ook wat je klanten meemaken, als hun partner overlijdt. Dat schept toch een soort band. Mijn broer en ik stonden bekend als de fluitende melkboeren, maar toch, na het overlijden van vader en van mijn vrouw, is het wel wat minder geworden hoor".
Inmiddels is Klaas heel gelukkig met zijn tweede vrouw Marian. "Zij heeft eveneens haar partner verloren en heeft ook zelf het nodige meegemaakt", zegt Klaas tot slot. "We voelen elkaar heel goed aan, we beseffen dat we van elke dag moeten genieten en dat gaan we zeker doen. Nee, ik zal voorlopig niet in een gat vallen. We gaan heerlijk vakantie houden en er moet echt iets aan de tuin worden gedaan. Ook hebben we straks eindelijk eens tijd om de kinderen te bezoeken en niet te vergeten de kleinkinderen. Samen hebben we er tien, dus dat komt helemaal goed. Natuurlijk ga ik de klanten best missen, met velen heb ik een heel goede band opgebouwd, maar we zullen elkaar vast nog weleens in het dorp tegenkomen, daar ben ik van overtuigd".

Uit de krant