Afbeelding

Ambulancechauffeur Verhage: "Ik heb een onwijs gave baan''

Algemeen 1.806 keer gelezen

DIRKSLAND – Op de ambulancepost bij de Watertoren vindt net een wisseling van de ploegen plaats. Op een van de gemakkelijke banken zit de eilander Pieter Verhage (38), die inmiddels drie jaar ambulancechauffeur is. "In de tweede helft van mijn tienerjaren sprak de combinatie van spanning en meehelpen in de maatschappij me aan. Ik help graag mensen.'' Op persoonlijke titel vertelt hij over zijn dagelijks werk.

Tekst en foto: Erwin Guijt

Verhage heeft al aardig wat beroepen gehad. Na de mavo afgerond te hebben ging hij aan de slag bij deze krant. Toen maakte hij de overstap naar de politie, maar na tien jaar kwam hij in het bedrijfsleven, een technische groothandel, terecht. "Daar heb ik een jaar of vier gewerkt. Omdat je de avonden en weekenden vrij hebt, zorgt het voor structuur in je leven. Voor het thuisfront – ik werd toen net vader – was dat fijn en geeft dat rust.'' Maar toch had hij zijn plek nog niet gevonden en het ging kriebelen.

Vraagteken
Uit een eerder beroepentestje kwam ambulancechauffeur bovendrijven. Hij kende een teamleider bij de ambulance en vroeg of hij een dag mee kon lopen. Het klikte gelijk. "Je weet alleen wanneer je dienst begint en de rest is een groot vraagteken. Bovendien staat het zorgende karakter me aan. In sommige gevallen kun je écht het verschil maken. Met dit werk heb ik voor het eerst het gevoel dat ik hier echt oud kan worden. Het is veelzijdig, verantwoordelijk en je hebt veel vrijheid. Je hebt eigenlijk een klein ziekenhuisje op wielen onder je beheer.''

Meedokteren
De opleiding tot ambulancechauffeur nam negen maanden in beslag. Het bestaat uit allerlei modules op het gebied van cardiologie, trauma, verloskunde etc. Daarnaast ga je onder begeleiding in de praktijk aan de slag. "Bij een ambulance horen twee hulpverleners die samenwerken: de chauffeur en de verpleegkundige. Naast het vervoer legt de chauffeur bijvoorbeeld zuurstof aan, zorgt voor een veilige werkplek en een goede communicatie met de meldkamer. Je moet snel kunnen schakelen en als het kan soms een beetje meedokteren.''

Noodstop
Aan het begin van de opleiding leer je hoe je rijdt met optische en geluidssignalen. Hier zit zowel een theorie als praktijkonderdeel. "Mensen onderschatten dit vaak, merk ik om me heen. Het klinkt misschien leuk, om met hoge snelheid door de stad heen te scheuren, maar er komt meer bij kijken. Als een patiënt verpleegd wordt en je moet een noodstop maken, dan vliegt alles door de ambulance.'' Het leren rijden met zwaailicht en sirene had Verhage ook bij de politie al geleerd. Toch zijn er wel verschillen te bedenken. "Als er een zwaargewonde patiënt met een gebroken rug in de ambulance ligt, wordt daar natuurlijk wel rekening mee gehouden. Dus dan liever een klein stukje omrijden als dat betekent dat je over glad asfalt kan rijden in plaats van klinkers en veel drempels.''

Doorgesnoven
Verhage werkt afwisselend vijf weken in Rotterdam en vijf weken op het eiland. Hij merkt duidelijke verschillen. "In de stad ben je op meer op je hoede. Zeker op bijvoorbeeld een zaterdagavond waar het ambulancepersoneel regelmatig in aanraking komt met dronken en 'doorgesnoven' mensen. Het leuke is wel dat je bij allerlei mensen over de vloer komt, afkomstig uit allerlei culturen. Op Flakkee merk ik dat de mensen veel minder snel voor medische hulp bellen dan mensen uit de stad. Er heerst een niet-te-flauwmentaliteit op Flakkee. Ook heb je in de stad meer mogelijkheden qua ziekenhuizen dan je dat op het eiland hebt.''

Voorraad
Een dienst in de stad duurt acht uur, op het eiland is het werk verdeeld in twee ploegen. De ene werkt van 7.00 tot 15.00 uur, de andere ploeg neemt de avond en nacht voor hun rekening. "Als chauffeur controleer je bij de dienstwisseling vooraf de auto. Is de ambulance volgetankt, werkt alles en zijn alle spullen aanwezig? Omdat we het gebied van Dirksland tot Ooltgensplaat bestrijken moeten we voldoende voorraad hebben, zodat we niet iedere keer weer nieuwe spullen hoeven op te halen. Dan melden we ons in op de meldkamer.''

Koffie opdrinken
Als er een melding binnenkomt gaan de porto's op de post af. Op je pager (draagbaar apparaatje veelal bevestigd aan de broekriem, redactie) kun je zien waar je moet zijn en met welke prioriteit je erheen moet. Als het gaat om gepland patiëntenvervoer zonder hoge urgentie tussen ziekenhuizen kun je nog even snel je koffie opdrinken en dan weg, als er een acuut noodgeval of plotselinge spoedoverplaatsing is, moet je alles uit je handen laten vallen en binnen een minuut weg zijn. Dan heb je in principe 12 minuten aanrijtijd, plus nog drie minuten uitvraagtijd van de meldkamer. Bij elkaar kom je dan op een kwartier.''

Aaibaarheidsfactor
Je maakt nogal wat mee als ambulancechauffeur. "Je maakt alles mee van het leven tot de dood en alles wat ertussen zit. Juist de diversiteit maakt het wel bijzonder werk. In vergelijking met de politie heeft de ambulance een hogere aaibaarheidsfactor en gaan deuren makkelijker open. Maar bij beide maak je bijzondere dingen mee. Sommige dingen maken meer indruk dan anderen op je. Jonge mensen die terminaal ziek zijn bijvoorbeeld, of hulpverlening aan kinderen. Veel van de hulpverleners hebben zelf ook kinderen en dan slik je wel even. Op het moment zelf handel je, maar achteraf ga je er pas goed over nadenken. Daarom is er de mogelijkheid tot nabespreking met het Team Collegiale Opvang (TCO). Meestal praat je ook wel na met je maat als er heftige dingen zijn gebeurd.'' Hij is even stil. Een collega vult aan: "Ook al zit je dertig jaar op de ambulance, het went nooit.''

Straathoek
Verhage: "Ik kan dingen goed ventileren. Mijn vrouw merkt misschien wel dat ik sommige dagen wat stiller thuiskom. Maar tot nu toe heb ik het nooit opgestapeld. Je begint je werk blanco, maar als je langer op de ambulance meedraait krijgt iedere straathoek een verhaal. Een logisch nadeel van het werk is dat je met veel leed geconfronteerd wordt en veel ellende meemaakt. Maar het mooie is dat je ook mensen uit hun vervelende situatie kan helpen, met alle middelen die we hebben.''

Trukendoos
Wat zijn die middelen dan? Hij grijnst. "Onze trukendoos.'' Er volgt een hele opsomming, waarbij hij op zijn vingers meetelt. "We hebben een schepbrancard, een spoedkoffer met medicatie, dezelfde maar dan speciaal voor kinderen, een monitor, verbanddoos, vacuümmatras…'' Regelmatig zijn er bijscholingsdagen waar het personeel onder andere oefent met het gebruik van deze middelen.

Mountainbiken
Veel van Verhages tijd gaat zitten in het werk bij de ambulance. Af en toe speelt hij daarnaast nog piano en doet aan hardlopen en mountainbiken. Hoe ziet hij de toekomst? "Op de korte termijn ben ik blij met wat ik mag en kan doen. Voor op de lange termijn hou ik de optie open om verpleegkundige op de ambulance te worden, van de bestuurdersstoel naar de bijrijdersstoel zeg maar. Die omscholing is best een flink traject. Maar ik ben heel tevreden: ik denk dat wij een onwijs gave baan hebben!''

Afbeelding

Uit de krant