Coerd de Heer, wethouder Daan Markwat en Karel Koenen.
Coerd de Heer, wethouder Daan Markwat en Karel Koenen.

Hulpvloot Watersnood 1953 geëerd en herdacht

Algemeen 798 keer gelezen

MIDDELHARNIS – Karel Koenen en Anton van de Geijn ontvingen de eerste erepredicaten, vlaggen en informatiedoeken op de Menheerse werf. Hun schepen, de peilboot Luctor et Emergo en de Dockyard IV, waren er ook. De schepen behoorden tot de Hulpvloot, die na de Watersnoodramp van 1953 in actie kwam om te redden en te helpen in het rampgebied. Om die hulp te eren, te herdenken en in de herinnering te bewaren vond de overhandiging zaterdag plaats. Het was een van de onderdelen van het project Hulpvloot Watersnood 1953.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Behalve de erepredicaten, vlaggen en informatiedoeken voor de schippers, ging een tentoonstelling over de Hulpvloot van start. De tentoonstelling is eerst te zien op de Menheerse werf, maar gaat daarna rondreizen over het eiland, om uiteindelijk te finishen in het Streekmuseum. Ook is er een register met informatie, foto's en verhalen over de schepen van de Hulpvloot in boekvorm en op internet. Het boek geeft de gegevens weer die tot nu toe zijn verzameld. Het digitale register is dynamisch en gaat ook informatie, foto's en verhalen bevatten die later nog binnen komen.

Onderbelicht

De Hulpvloot was tot nu toe een onderbelicht fenomeen. Van een overzicht, zoals The Association of Dunkirk Little Ships heeft samengesteld van de schepen die de evacuatie vanuit Duinkerken in 1940 uitvoerden, was nog geen sprake. De Stichting Cultuur en Recreatie Zuid-Holland bracht daar de afgelopen jaren verandering in. Dit in samenwerking met onder andere het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en ondersteuning van de provincie Zuid-Holland, de Samenwerkende Maritieme Fondsen en een aantal sponsors. Hulpvloot Watersnood 1953 is een project van de Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee, dat als thema 'leven en overleven met water' heeft.

"Uit alle richtingen kwamen schepen naar het rampgebied om te helpen in de ellende, zonder enige coördinatie, vanuit het idee van saamhorigheid. Het getroffen gebied was een soort magneet", aldus Coerd de Heer, die het project mede bedacht en uitvoerde. "Er is toen zó veel mooie hulp geboden. Zelfs té veel."

Zoveel jaren na de ramp zouden er niet meer dan veertig of vijftig schepen nog zijn, was de verwachting. Maar er waren er veel meer. Momenteel staan er 137 hulpschepen in het register. Bijzonder is dat een groot deel van deze vloot nog in de vaart is.

De overhandiging van de erepredicaten en de officiële presentatie van het project is twee keer uitgesteld. De laatste keer, rond de herdenking van de Watersnoodramp in februari 2019, omdat redder Wim Schot net was overleden. Schot, een mosselman uit Zierikzee, speelde een belangrijke rol als redder op het ondergelopen Schouwen-Duiveland. Met zijn roeisloep haalde hij 'heel Capelle' op. Ria Geluk, een van de oprichters van het Watersnoodmuseum, vertelde erover tijdens de presentatie op de Menheerse werf. Zij, een meisje van 6 tijdens de Ramp, werd gered op 2 februari. En uitgerekend op die datum, 66 jaar later, kwam Wim Schot te overlijden.

Relaas als een film

Er waren meer persoonlijke verhalen als prelude op de overhandiging van de erepredicaten. Jaap Vijfhuize, woonachtig in Stadskanaal maar afkomstig uit Middelharnis, vertelde het relaas van de 18-jarige man die hij was in februari 1953. Een relaas als een film, een verhaal over het afleveren van dekens van het Rode Kruis met een schip uit Scheveningen en over het zoeken naar Jaaps moeder. Na veel omzwervingen en koude en barre avonturen vindt hij haar uiteindelijk in… Brummen. Het hele verhaal is te lezen op www.scheepspraat.nl.

Wethouder Daan Markwat, die de erepredicaten overhandigde aan Koenen en Van de Geijn en de tentoonstelling opende, onderstreepte het belang van aandacht voor de Watersnoodramp, die ook uit andere Erfgoedlijn-projecten blijkt. "Dit is een hele mooie toevoeging."

Uit de krant