Geen wachtlijsten en meer capaciteit na overname ziekenhuis Spijkenisse

Algemeen 277 keer gelezen

DIRKSLAND – Als je als betrekkelijk klein streekziekenhuis een failliet ziekenhuis overneemt, samen met twee andere partners, komen er natuurlijk vragen. Wat heeft dat voor consequenties voor de zorg? Wat merken de patiënten ervan? Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (CuraMare) en de Rotterdamse collega-ziekenhuizen Ikazia en Maasstad zijn eigenaar geworden van het failliete Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse, dat nu Spijkenisse Medisch Centrum heet. Twee bestuurders van CuraMare, P.C. van der Velden en J.C. Moerland, leggen uit wat de gevolgen van de overname zijn voor Goeree-Overflakkee, de thuisbasis van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.

"We zijn voor een derde eigenaar geworden van Spijkenisse Medisch Centrum. Dat is een majeure beweging", zegt medisch directeur Van der Velden. "Het is een overname uit een faillissement. Altijd hectisch! Dan weet je dat er vragen komen. Dat is begrijpelijk en terecht."

Waarom is CuraMare ingestapt als een van de overnemende partijen? "Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis staat de laatste tien, vijftien jaar bekend als een succesvol ziekenhuis. Financiële tekorten zijn hier niet. We zijn ook niet in de publiciteit gekomen met de ene misstap na de andere. Je kunt zeggen, dat het ziekenhuis een goede reputatie heeft. Tegelijkertijd zie je schaalvergroting in het hele land. Er zijn al ziekenhuizen van onze omvang verdwenen in Dokkum en Spijkenisse. In Zoetermeer dreigde een faillissement. Je kunt, kortom, als klein ziekenhuis niet doen alsof er niets aan de hand is. Je zult je positie moeten versterken."

Lees verder in de krant van vrijdag 26 juli 2013.

 

Uit de krant