Afbeelding
Foto:

Naar Auschwitz?

De chauffeur van de luxe personenbus doet zijn raampje open en vraagt: 'Naar Auschwitz?' We staan op de stoep van ons hotel op vervoer naar het concentratiekamp te wachten. Die vraag van de Poolse chauffeur bracht me onder de indruk en ik voelde het enorme contrast met 'toen'. Dat blijft me nog steeds bij. Ik heb redelijk veel over de gang naar, het leven - en uiteindelijk het sterven - in concentratiekampen gelezen. Maar het is toch anders als je zelf onder de bekende boog loopt waaronder zo'n zeventig jaar geleden velen hun laatste gang hebben gemaakt. Het contrast is groot als je uit de luxe bus stapt en binnen enkele ogenblikken bij één van de 'wagons' staan waarmee anderen zoveel jaren geleden hun laatste rit hebben gemaakt. En dat onder verschrikkelijke omstandigheden. Dan loop je daar in de natte sneeuw- en hagelbuien door de twee gigantische kampen je staat bij de resten van de gaskamers. Dan laat ik de groep even de groep en sta ik stil op het perron waar mensen werden gescheiden. Mensen die al eerder afgescheiden waren van hun samenleving. Ze waren Jood, homo, zigeuner of hadden politieke voorkeuren die niet strookten met het bewind. Je staat op de plaats waar vrouwen en kinderen bewust verhongerd werden als experiment om te kijken hoe lang ze het vol konden houden. Of bij een barak waar ene Mengele zijn proeven op mensen uitvoerde. Die dag, begin november, waren er met mij vele duizenden in het voormalige kamp Auschwitz. Engelsen, Amerikanen, Duitsers, Polen, ouderen, maar ook opvallend veel jongeren. Wat doet zo'n bezoek met hen? Wat doet dit bezoek met mij? Aan het eind van die dag, weer terug in het warme hotel, lezen we het nieuws weer van een in meerdere opzichten 'boze' wereld. We lezen weer de stromen van verwensingen op de sociale media in een maatschappij die steeds meer haatdragender lijkt te worden. Toch niet weer…?