Plannen uitbreiding Windpark Battenoert blijven ongewijzigd
BRUINISSE- De plannen voor uitbreiding van het Windpark Battenoert met negen windmolens, worden uitgevoerd op de manier, zoals ze gepland waren. Omwonenden hadden hier eerder bezwaar tegen ingediend en een aantal alternatieven voorgesteld. De initiatiefnemers van het Windpark, Deltawind en Eneco, hebben in opdracht van de gemeente, deze alternatieven onderzocht. Ze kwamen tot de conclusie, met het oog op slagschaduw en geluidsoverlast, dat de opstelling van de windmolens, die zij als voorkeur hadden, toch als gunstigste alternatief uit de bus kwam. Afgelopen maandag werd in Restaurant Grevelingen, hierover een toelichting gegeven aan de omwonenden en belanghebbenden uit het plaatsingsgebied.
Door Mirjam Terhoeve
Op Goeree-Overflakkee wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe windenergie als onderdeel van de landelijke en provinciale doelstellingen. Na een periode van voorbereiding en onderzoek is in 2014 door de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee vastgelegd waar windenergie op het eiland mogelijk is. In eerste instantie moest er eilandelijk 260 Megawatt (MW) gerealiseerd worden, maar de gemeente heeft dit kunnen reduceren tot 225 MW. Het bestuur heeft hiertoe besloten om de hinder voor de omgeving te verminderen. Alle windmolens worden op minstens 900 meter afstand van woonkernen geplaatst. Ook de plaatsingsgebieden voor windturbines zijn veranderd. Bij Den Bommel Zuid komen geen windmolens te staan en er ging een streep door de uitbreiding van het windpark Piet de Wit bij Ooltgensplaat. Medio 2015 is voor de plaatsingsgebieden Polder van Pallandt (windpark Haringvliet), Battenoert en Anna Wilhelminapolder de Notitie reikwijdte en detailniveau MER (NRD) ter inzage gelegd, de 1e stap in het traject naar nieuwe bestemmingsplannen.
Voor het plaatsingsgebied Battenoert is door Eneco en Deltawind het initiatief genomen om binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders tot nieuwe windenergieontwikkeling te komen. In het afgelopen jaar is er tweemaal een avond georganiseerd voor de omwonenden over de voorgenomen plannen. Tijdens deze avonden is er uitleg gegeven over de verschillende opstellingsvarianten en de effecten daarvan en tevens werd het voorkeursmodel gepresenteerd. Ook de gemeente heeft het afgelopen jaar diverse gesprekken gevoerd met betrokkenen. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente aan Eneco en Deltawind gevraagd om twee alternatieve opstellingsvarianten uit te werken en op die manier inzicht te krijgen in de effecten daarvan.
De voorkeursvariant van de initiatiefnemers is op bijgaande foto te zien. Aan de westkant van de N59 ( Nieuwe-Tonge zijde) komen naast de vier bestaande molens nog eens vijf extra molens te staan. Aan de oostzijde van de N59 ( Oude-Tonge zijde) worden vier nieuwe molens gebouwd. Ze hebben een hoogte van 150 meter. De twee onderzochte varianten zijn 1: het verkorten van de beoogde lijnopstelling van 4 windturbines langs Krammer / Volkerak door de turbines dichter op elkaar te plaatsen. En 2: de turbines aan oostzijde N59 te verplaatsen naar de westzijde van de N59 door het realiseren van een extra derde lijn. Afgelopen maandag werden de resultaten van dit onderzoek gedeeld met de betrokkenen.
Rendement
Andries Middelbos, beleidsmedewerker van Deltawind legde de diverse varianten onder de loep en gaf uitleg over wat de voor- en nadelen ervan zouden zijn. Wat betreft het eerste alternatief, was hij kort en bondig. "Door de molens dichter bij elkaar te plaatsen neemt het rendement af", legde hij uit. "De molens kosten 6,5 miljoen euro en door ze dichter bij elkaar te zetten neemt de opbrengst met 14% af, terwijl de kosten gelijk blijven. Zodoende stijgt de kostprijs per opgewekte KWh. Als projectontwikkelaar word je daar niet vrolijk van, maar ook de nadelen voor de omgeving nemen er nauwelijks van af. Een optie zou kunnen zijn om minder molens te plaatsen, maar dan met een rendement van 5 MW in plaats van de nu geplande 3 MW. Ook dat is echter niet wenselijk, want dan worden die molens een stuk groter en scoren nog slechter op het gebied van geluid, slagschaduw en landschap. We willen daarom toch echt de maximale tiphoogte van 150 meter handhaven. Het besluit om negen molens te plaatsen heeft dus alles te maken met het dekken van de kosten en dat is weer een voorwaarde voor subsidies. De opbrengst komt bovendien ten goede aan de bevolking. De winst is voor de leden, maar er wordt een windfonds opgericht en de gelden die daarin komen worden verdeeld. Een derde is voor de mensen, die binnen 900 meter van de molens wonen. Ook gaat er een derde naar de dorpen, die binnen vijf kilometer liggen. In dit geval dus Oude-Tonge en Nieuwe-Tonge en het overige gaat naar duurzame projecten op Goeree-Overflakkee".
"Wat betreft de tweede genoemde variant, deze is ook niet geheel wenselijk", vervolgde Middelbos. "Een derde rij met windmolens heeft ook weer effect op het rendement, terwijl de molens bovendien te dicht bij het dorp Nieuwe-Tonge komen en zeker bij de woningen aan de Zuiddijk en de Langeweg. Voor zover wij hebben kunnen berekenen is de voorkeursvariant, zoals op de foto, het meest gunstig voor zowel de opbrengst als voor de omgeving".
Slagschaduw
Toch konden de omwonenden niet helemaal gerust worden gesteld en ze vuurden dan ook heel wat vragen af op de initiatiefnemers. Zo was er veel twijfel over de slagschaduw. Middelbos legde uit, dat er een maximale overlast door slagschaduw is toegestaan van ongeveer 5 uur per dag. "Deze wordt berekend over het weergemiddelde per jaar. Op een sombere dag, zal er niet of nauwelijks slagschaduw te zijn, terwijl dat op een zonnige dag wel het geval zal zijn. Worden de 5 uren overschreden, kan er overwogen worden om de molens tijdelijk stil te zetten". Ook op het gebied van geluidsoverlast waren er twijfels. Ook hierop vertelde Middelbos, dat dit in het onderzoek is meegenomen en dat dit binnen de vastgestelde kaders blijft. "En hiermee bedoelen we de maximaal toegestane geluidsoverlast, gemeten op de gevels van de woningen".
Verder kreeg Middelbos vragen over de locatie van de molens. De mensen uit Nieuwe-Tonge vonden dat de meest westelijke paal, te dicht bij het dorp en de voetbalvelden komt te staan en bovendien buiten de toegestane grens. Het antwoord was, dat dit te maken had met de wensen van de grondeigenaar, de veiligheid vanwege de sportactiviteiten en dat inderdaad de grens iets overschreden wordt, maar dat dit geen nadelig effect heeft op de overlast. De aanwezigen uit Oude-Tonge daarentegen hadden moeite met de meest oostelijke paal naast de zuivering. Waarom niet op de plaats van de vorige windmolen op het terrein van de Zuivering of in het nabijgelegen bos. Ook dat had allemaal te maken met de grondeigenaar, de veiligheid (kantoortje zuivering) en het rendement.
Vragen aan de wethouder
Ook wethouder Frans Tollenaar, belast met het winddossier, was aanwezig om vragen te beantwoorden. Hij kreeg voornamelijk vragen, die te maken hadden met de omgevingsvergunning. Waarom zoveel op Goeree-Overflakkee? Waarom niet in de Grevelingen? En waarom zoveel aan deze zijde van het eiland? De wethouder had de antwoorden. "Ons eiland is het dunst bevolkte deel van de Provincie Zuid-Holland, dus om zo min mogelijk mensen te belasten is voor onze omgeving gekozen", zo verklaarde hij. "Voor het plaatsen in de Grevelingen krijgen we om ecologische redenen geen toestemming van de Provincie en dat heeft te maken met Natura 2000. Daar hebben wij als gemeente helaas niets over te zeggen. En waarom aan deze zijde. Dat is een keuze geweest en reeds in 2009 hebben wij de plaatsingsgebieden vastgesteld. Die worden niet meer gewijzigd. Daar zijn lange procedures aan voorafgegaan.
Al met al konden de initiatiefnemers de aanwezigen niet helemaal gerust stellen. Of zoals een inwoner uit Oude-Tonge het aan het eind van de avond verwoordde. "Wij in Oude-Tonge worden onevenredig belast. Straks zijn we aan alle kanten omsingeld door windmolens. Battenoert, de Anna Wilhelmina Polder en windpark de Krammer. Het is oneerlijk verdeeld op Goeree-Overflakkee".
De wethouder zegde de aanwezigen toe, dat alle opmerkingen en bezwaren worden meegenomen in de besluitvorming. Het is de bedoeling dat medio december de vergunningaanvraag wordt ingediend. In januari 2017 volgt de publicatie hiervan en in februari 2017 is er wederom een informatieavond. Als alles volgens plan verloopt wordt in de zomer van 2017 het bestemmingsplan vastgesteld.
