Buikgriepperikelen

We zouden fijn een weekendje weggaan. Naar Hoenderloo. Heerlijk kneuterig in zo'n dertien-in-een-dozijn-huisje op een groot vakantiepark met zwembad en veel te dure supermarkt. Een stuk minder avontuurlijk dan onze laatste vakantie die - met dreumes en peuter op de achterbank - naar het prachtige Italiaanse Verona leidde. Maar onder het motto 'één avontuur per jaar is wel genoeg' keken we allemaal ontzettend uit naar ons verblijf in eigen land. We zouden relaxen, een dagje uit gaan, lekker zwemmen, een dansje maken met het entertainmentteam en compleet opgeladen huiswaarts keren. Dachten we. Want we waren er nog maar net toen het rondwarende buikgriepvirus onze jongste bij de lurven greep.

Het vereiste nogal wat vindingrijkheid in een huisje dat helaas geen wasmachine of droger bezat. En dus stond ik op een zaterdagochtend een campingbedje af te douchen in de voor dit soort aangelegenheden toch eigenlijk veel te krappe douchecabine. Mijn man zat ondertussen in de sauna. Niet om te relaxen, maar om de was op te hangen in de hoop dat het in deze soort 'reuze-droger' allemaal wat vlotter zou gaan. Op zondagochtend herhaalden we het ritueel nog maar eens. Met één klein verschil: dit keer douchte ik met het campingbedje mee, aangezien het buikgriepvirus van onze jongste zich óók manifesteerde terwijl ze in mijn armen lag. Toen ons kleine meisje op maandagochtend aan de beterende hand leek, besloten we te proberen om het roerige weekend prettig af te sluiten met een klein ontbijtje in het restaurant.

En even leek dit deel van ons reisschema - voor het eerst dit weekend - volgens plan te verlopen. Maar: het ontbijt was nog maar net gearriveerd of de jongste spuugde met gevoel voor drama de complete tafel onder. Met een ferm "en nu gaan we naar huis!" maakte mijn man met unanieme steun een einde aan ons grote avontuur. En onze jongste dochter? Die was beter zodra we voet in eigen huis zetten.

CAROLINE KRAAIJVANGER