Belastingen en heffingen voor 2017 vastgesteld

Hoge Raad: Recreatieparken vallen onder het woningtarief van de OZB

11 november 2016, 08:10

GOEREE-OVERFLAKKEE – De gemeenteraad stelde donderdagavond de meeste belastingverordeningen voor het jaar 2017 vast. Het betreft de Hondenbelasting, de Afvalstoffenbelasting, de Rioolbelasting, de Onroerende - zaakbelastingen (OZB) en de Kwijtscheldingsverordening. De toeristenbelasting en forensenbelasting veranderen nu niet omdat die vorig jaar al zijn vastgesteld en de komende 3 jaar geen tariefsaanpassing zullen ondergaan. De ramingen die zijn opgenomen worden naar verwachting gehaald, door areaaluitbreiding van recreatiewoningen. De Legesverordening en de lijkbezorgingsrechten worden afzonderlijk nog aan de raad aangeboden.

Door Jaap Ruizeveld

In het coalitieakkoord staat dat belastingen maximaal trendmatig (inflatie) verhoogd mogen worden. In de kadernota 2016 staat vermeld dat voor belastingen wordt uitgegaan van het indexpercentage voor de netto-materiële overheidsconsumptie zoals opgenomen in de mei-circulaire. Voor 2016 is dit 1,5%. Dit percentage is doorgevoerd in de tarieven van de producten en diensten, tenzij door wet- en regelgeving of door andere oorzaken anders is bepaald. De gemeentelijke belastingen zijn één van de inkomstenbronnen van de lokale overheid.

Heffingen

De tarieven voor de Hondenbelasting zijn voor 2017 verhoogd met 1.5%. De Afvalstoffenverordening verdient enige toelichting. Op basis van de kostenraming 2017 is een tarief berekend met als uitgangspunt het wettelijk toegestane dekkingspercentage van 100%. Het streven is om de tarieven zodanig vast te stellen dat de geraamde opbrengst gelijk is aan de geraamde lasten. Dit heeft ertoe geleid dat het tarief voor 2017 naar beneden bijgesteld moet worden. Voor een éénpersoonshuishouden is dit € 3,00 lager en voor een meerpersoonshuishouden is dat € 2,50.

Rioolheffing

Het streven is om de tarieven zo te bepalen dat de geraamde opbrengst gelijk is aan de geraamde lasten. Op basis van o.a. de opgestelde (kosten-) onderbouwing bij de paragraaf lokale heffingen van de begroting 2017 en de ontwikkeling van de heffingseenheden (raming SVHW) moet het tarief 2017 naar beneden worden bijgesteld. Voor een woning betekent dit een verlaging van € 4,25. De groep niet-woning varieert, omdat een percentage wordt toegepast en afhankelijk is van de hoogte van de waarde vaststelling van het object.

OZB

Bij de berekening van de OZB-opbrengst voor 2016 is gerekend met het inflatiepercentage van 1,5%. De grondslag voor de heffing is de WOZ-waarde. De tarieven van de OZB zijn mede afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden. De WOZ-waarden voor 2017 hebben de waarde peildatum 1 januari 2016. Voor de OZB geldt dat de marktwaardeverandering budgetneutraal in de tarieven wordt verwerkt. Een marktwaardeverandering is daarom niet van invloed op de totale OZB-opbrengst of op de gemiddelde OZB-aanslag voor een woning of een niet-woning. De totale OZB-opbrengst neemt alleen toe als het aantal objecten waarover betaald wordt, toeneemt en / of de kwaliteit van de objecten verbetert. Voor de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen. Door gebruik te maken van de mogelijkheid tot tariefdifferentiatie is getracht de lastendruk evenwichtiger te verdelen.                                

Procedures

In verschillende gemeenten in Nederland lopen procedures over de vraag of 'recreatieparken' wel of niet als woning zijn aan te merken voor de OZB. Gezien de landelijke impact heeft de VNG een proefprocedure gestart. Deze is gevolgd door een cassatie bij de Hoge Raad. die op 16 september uitspraak deed. Daarin wordt gesteld dat recreatieparken onder het woningtarief van de OZB vallen. Deze ongunstige uitspraak zorgt voor een verschuiving binnen de OZB-structuur van woning en niet-woning. Dit zou kunnen leiden tot een financieel nadeel van rond € 100.000 vanaf 2017. Wanneer blijkt dat deze raming (SVHW) correct is, zal deze mutatie worden verwerkt in de eerste kwartaalrapportage 2017. De mutatie leidt overigens niet tot een aanpassing van de OZB-tarieven zoals die zijn opgenomen in de Verordening OZB 2017.