Afbeelding
Foto: Hans Villerius

Ook eilandelijke melkveehouders hebben het zwaar te verduren

Het zal aan niemands aandacht ontgaan zijn dat de melkveehouderij in Nederland onder zware druk staat. Verschillende factoren spelen daarbij een rol. Los van elkaar, maar wel gelijktijdig. Ook op Goeree-Overflakkee is een aantal melkveehouders gevestigd. Voor dit artikel vroegen we hoe hard de crisis in de sector onze eilandelijke melkleveranciers treft. Naast een korte uiteenzetting van de problematiek in het algemeen komt Wibo van der Linde aan het woord. Hij is veehouder in Achthuizen en vertegenwoordigt in de afdeling Goeree-Overflakkee van LTO Noord de veehouderij op het eiland.

Tekst en foto's: Hans Villerius

Zelf heeft Wibo (32) een middelgroot melkveebedrijf, 'Groot Nieuwland' aan de Krammerdijk te Achthuizen, met 105 melkkoeien en 70 jonge koeien. Tien jaar geleden verhuisde zijn agrarische van elders uit het land naar hier. Bij de boerderij ligt vijftig hectare land, waarop eensdeels gewas verbouwd wordt voor de winning van veevoer en dat anderdeels gebruikt wordt om van het voorjaar tot het najaar de koeien te laten grazen. In 2010 werd nog een stal bijgebouwd voor de jongste kalveren, waarmee de melkveehouderij in de achterliggende jaren werd uitgebreid. Maar voorlopig zal van verdere uitbreiding geen sprake meer zijn. Door de melkprijzencrisis die de sector loeihard treft is daar geen enkele ruimte voor. Bovendien zijn banken terughoudend geworden met het verstrekken van krediet voor het doen van investeringen.

Melkprijs

Kortgezegd is de zeer lage melkprijs die de melkveehouders voor hun product ontvangen hét probleem dat de sector al lange tijd teistert. De melkprijs zakte op haar dieptepunt zelfs tot beneden de 25 cent per liter, terwijl de kostprijs 35 cent bedraagt. Het landbouw Economisch Instituut waarschuwde inmiddels dat maar liefst 85 procent van de circa 18.000 Nederlandse melkveehouders in ernstige financiële problemen komt als de zeer lage melkprijs nog een aantal maanden aanhoudt.

Dolksteek

De oorzaak van de problemen is eigenlijk een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Het was te voorzien dat, nadat op 1 april 2015 het melkquotum werd afgeschaft, dertig jaar na invoering, de melkproductie zou stijgen en daarmee de melkprijs zou zakken. Maar er gebeurde meer. Rusland ging de Nederlandse landbouwproducten, dus ook melk, boycotten. Dat betekende een regelrechte dolksteek voor de melkvraag. Tegelijkertijd ging de vraag naar melk vanuit Azië en Afrika tanen, terwijl wereldwijd – vooral in de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland – de melkproductie toenam en dus de concurrentie groter werd. En ook de lage olieprijs en de onrust in het Midden-Oosten zijn debet aan de achterblijvende melkvraag. De melkprijs voor de Europese melkveehouder is onder zware druk komen te staan: de productie nam fors toe, maar de vraag blijft sterk achter.

Schrijnend

Maar er speelt nog meer wat de financiële positie van de melkveehouders bedreigt. Omdat zij door de afschaffing van het melkquotum weer onbeperkt zuivel konden gaan leveren, hebben veel veehouders geïnvesteerd in hun bedrijf. De veestapel werd uitgebreid, er werden stallen bijgebouwd en er werd land bijgekocht. Maar aflossing van de gedane investeringen wordt heel moeilijk nu de inkomsten in de melkveehouderij zo zijn gekelderd. Het probleem wordt echter schrijnender: doordat boeren meer koeien zijn gaan houden, neemt de mestproductie van hun bedrijf toe en overschrijden ze de milieugrens, hun fosfaatrecht. Daardoor moeten ze óf tonnen meer fosfaatrecht gaan betalen, hoewel er op dit moment nog veel onduidelijkheid bestaat over hoe dat geregeld gaat worden, óf ze moeten de uitbreiding van hun veestapel terugdraaien, en zijn dus ook de daarvoor gedane investeringen voor niets geweest en zijn de daarmee verband houdende schulden vergeefs aangegaan.

Stilstand

Op die manier ontstaat voor veel melkveehouders een onhoudbare situatie en zullen er heel wat hun bedrijf moeten beëindigen als hierin geen keer ten goede komt. Ook op Goeree-Overflakkee wordt de pijn ondervonden. "Het treft de bedrijven van al onze melkveehouders", zegt Wibo van der Linde. "We krijgen nu al anderhalf jaar een melkprijs die onder de kostprijs ligt, dus teren we flink op onze reserves in. Daarnaast ondervindt ieder bedrijf de problemen op verschillende wijze, hoewel het in hoofdzaak allemaal wel samenhangt met de grote onzekerheid over hoe het fosfaatrecht straks geregeld wordt en welke impact dat zal hebben op onze bedrijven. Bovendien heeft de staatssecretaris recentelijk de invoering van het fosfaatrecht met een jaar uitgesteld. Dit versterkt de onzekerheid binnen de sector dusdanig dat de banken voor investeringen geen krediet meer willen verstrekken. De hele sector komt zo stil te staan. En melkveehouders die al flink geïnvesteerd hebben, en dus een hoge financiering hebben, komen door de lage melkopbrengsten in de problemen."

Is afschaffing van het melkquotum wel zo'n goed besluit geweest?

"Ja. Het quotumstelsel was niet meer van deze tijd. Behalve Nederland molken de andere Europese landen hun quotum al niet meer vol. Bovendien groeit de wereldbevolking, dus neemt ook de vraag naar melk verder toe."

Had voorzien kunnen worden dat de huidige problematiek zou ontstaan?

"Deels hebben we de problemen aan kunnen zien komen, als het gaat over de groei van het aantal koeien. Maar we werden juist van alle kanten geadviseerd om te investeren en te groeien. Achteraf moeten we zeggen dat we eerder andere factoren mee hadden moeten wegen in het geleidelijk laten groeien van de sector. Bijvoorbeeld de maatregel dat we vanaf dit jaar uitsluitend mogen groeien als we voldoende grond hebben om onze mest op kwijt te kunnen. Een gezonde regel overigens."

Kan de overheid eraan bijdragen dat het tij keert?

"Vanuit Brussel zijn er al grote partijen melkpoeder opgekocht en worden er extra melkreclamecampagnes gefinancierd. Maar uiteindelijk zullen we het zelf moeten oplossen."

Wat kunnen melkveehouders zelf doen, staan ze niet met de rug tegen de muur?

"Uiterst scherp zijn in de kosten die je maakt. Het gevaar daarvan is wel dat je achterstallig onderhoud op je bedrijf laat ontstaan. Op gegeven moment kún je aan je kosten en aan de kostprijs niet veel meer doen. In Nederland bedraagt de gemiddelde kostprijs van een liter melk 35 cent. Zo veel is dat niet, zeker niet als je je realiseert wat er bij de productie allemaal komt kijken. Maar melk wordt al jaren minder betaald, terwijl de kosten toenemen. Vandaar de schaalvergroting van onze bedrijven. Maar ook dat is nu vrijwel onmogelijk geworden."

Wat kan de sector, wat kunnen belangenorganisaties als de LTO, hierin betekenen?

"De belangenorganisaties moeten harder met de vuist op tafel slaan en bij de staatssecretaris erop aandringen dat hij zijn huiswerk goed doet! En dat doet hij niet wanneer hij, zoals nu, met een plan komt dat door Brussel weer afgekeurd wordt! Er moet duidelijkheid komen!"

Zou een vorm van samenwerking of krachtenbundeling door melkveehouders op Goeree-Overflakkee de positie van de eilandelijke koeienboeren kunnen versterken?

"Daar zijn al voorbeelden van. Bijvoorbeeld het gedeeld gebruikmaken van machines, of samenwerken om gras te kuilen. Als eilandelijke boeren is het ons sowieso al eigen om voor elkaar klaar te staan zodra dat nodig is."

Is er toekomst voor de melkveehouderij?

"Zeker, en wel een hele mooie! De toekomst van de agrarische sector op het eiland hebben we mooi beschreven in het Agrarisch Ontwikkelingsprogramma die onze LTO afdeling heeft geschreven. We hebben een kwalitatief hoogwaardig product dat ten opzichte van de concurrentie tot stand komt naar de hoogste eisen met betrekking tot het dierenwelzijn. Dat geeft ons een goed imago. Alleen hoop ik wel dat dit gewaardeerd wordt en door de consument ook betaald wordt als ze in de winkel staan… Verder zullen er nieuwe regels komen waar we mee moeten werken. Dat geeft ook weer uitdaging. Ja, de melkveehouderij ís en blíjft een sector om trots op te zijn!"

Afbeelding