Afbeelding
Foto: Klazina Tanis

Filantroop in den dop

Sinterklaas moet nog komen en de speelgoedmand puilt nu al uit. Dus besluit ik er op een regenachtige woensdagmiddag samen met onze oudste eens in te duiken. Vol goede moed scheppen we het ding leeg en beginnen te sorteren. Mijn oog valt op een verzameling blokken die aan een ernstige vorm van aandachtstekort lijdt.

"Deze blokken kunnen we wel weggeven," bedenk ik hardop. Mijn dochter kijkt me aan alsof ik gek ben geworden. Ik voel een educatief momentje aankomen. "Wist je," zeg ik, terwijl ik haar op schoot trek, "dat er kindjes zijn die helemaal geen speelgoed hebben?" De verbazing is van haar gezicht af te lezen. "Misschien kunnen we wat van jouw speelgoed aan die kindjes geven, Amélie?" opper ik voorzichtig. "Dan doen we die spulletjes in een schoenendoos en sturen die op naar een land hier ver vandaan."

Mijn dochter knikt langzaam en ik heb goede hoop dat we hier te maken hebben met een filantroop in de dop. "Zullen we deze blokken naar de arme kindjes sturen dan?" vraag ik nog eens. "Nee," zegt ze. "Deze zijn van Amélie." "Misschien deze bal dan?" en ik grijp één van de drie speelgoedballen die we klaarblijkelijk bezitten. "Nee, die is van mij." De moed begint me in de schoenen te zakken. "Misschien dit boekje?" "Nee, dat wil ik nog lezen." In de krochten van de speelgoedmand vind ik een knuffel die al zeker drie maanden geen daglicht heeft gezien. "Zullen we deze knuffel dan naar de arme kindjes sturen?" "Nee, daar wil ik nog mee spelen!"

"Maar wat gaan we dan aan de kindjes geven?" vraag ik ietwat wanhopig. Het blijft even stil en ik zie de radertjes in dat kleine peuterhoofdje draaien. "Ik weet het!" roept ze dan, enigszins opgelucht. "Een doosje rozijntjes!" En dus treedt Operatie Schoenendoos in huize Kraaijvanger ook dit jaar pas nadat de kinderen naar bed zijn gegaan, in werking.