Afbeelding
Foto: Adri van der Laan

Joos Janse en Geleijn Cornelisse en de grenzen van geloof en straf

SOMMELSDIJK – In Sommelsdijk heb je de Joos Jansestraat. Een paar honderd meter verderop, aan de oostzijde van de Langeweg, heet een van de straten in Middelharnis de Geleijn Cornelissestraat. Wie waren Joos Janse en Geleijn Cornelisse? En hebben ze misschien ook nog wat met elkaar te maken? Het antwoord op de laatste vraag is ja.

Janse en Cornelisse leefden in de zestiende eeuw. Een tijd waarin veel heftige gebeurtenissen plaatsvonden, zeker ook in het gebied dat nu Nederland heet. Denk aan de reformatie, de Beeldenstorm en de Tachtigjarige Oorlog. Hoe ging het op Goeree-Overflakkee? Moesten de beelden in de kerken – tot circa 1572 allemaal rooms-katholiek – het ook hier ontgelden? Dat is niet bekend. Wel weten we dat de kerken stuk voor stuk in handen van de protestanten vielen. Sommige pastoors gingen als predikant over naar het 'nieuwe geloof'.
Maar voor het zover was deelde de rooms-katholieke kerk dus de lakens uit. Die streed tegen de protestantse ideeën en vervolgde ketters. En nu komt het: Joos Janse en Geleijn Cornelisse waren ketters. Zij waren zogenoemde Menisten. Op Goeree-Overflakkee kwamen deze vroeg-protestantse stroming vooral voor in Ouddorp, Middelharnis en Sommelsdijk.

Janse, omschreven al een 'oudt cranck man', en Cornelisse, een schoenmaker in Middelharnis, kregen te maken met geloofsvervolging door de Kerk van Rome. De eerste in Sommelsdijk. Zijn arrestatie in december 1560 veroorzaakte een dorpsoproer tegen de Spaanse soldaten in dat dorp. Het mocht niet baten, want Joos Janse vond op 11 oktober 1561, na een gevangenschap van bijna een jaar, de dood op het schavot in Zierikzee. Geleijn Cornelisse kwam vlak voor de overgang naar het protestantisme nog aan zijn eind. In augustus 1572 veroordeelde de Inquisitie hem tot de doodstraf.

Beide ketters c.q. martelaren leven dus voort in een straatnaam. Janse en Cornelisse, net als talloze anderen vermoord om hun geloof, gingen een grens over: van het ene naar het andere geloof. De kerk vond dit grensoverschrijdend. Hoe zat het – toen, maar ook nu – met de grenzen van gewetensvrijheid? Om nog maar te zwijgen over de grenzen die betracht worden bij straf. Bij het schavot of de brandstapel liggen die grenzen anders dan bij een taakstraf van zestig uur. Ook voor dit soort grenzen is er aandacht tijdens de Maand van de Geschiedenis, die op Goeree-Overflakkee vorm krijgt door de inspanningen van de Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta, het Streekmuseum, het Streekarchief en historische vereniging De Motte.

Afbeelding