De macht van onze tong

Spreuken 18:21: 'Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten'.

Er is een spreekwoord: schelden doet geen zeer, slaan zoveel te meer. In fysiek opzicht klopt dat wel, maar soms doet wat iemand tegen je zegt meer pijn dan een heuse klap. Lasterpraatjes die onnadenkend of opzettelijk rondgestrooid worden, kunnen iemand blijvend beschadigen, kunnen iemand zelfs in het ongeluk storten. Maar het omgekeerde is ook waar: een opbeurend woord voor iemand die in nood zit, een troostend woord voor iemand die verdriet heeft, kan voor zo iemand heel veel betekenen.

De Spreukendichter, de wijze koning Salomo, wist ook van die macht van de tong, zowel in positieve, als ook in negatieve zin. Daarom schrijft hij het: 'Dood en leven zijn in de macht van de tong'. Naar het gebruik dat we van onze tong maken, kunnen we anderen, maar ook onszelf veel kwaad, maar ook veel goed doen.

Er zijn mensen die door gebruik te maken van hun tong, zichzelf gedood hebben. Een Bijbels voorbeeld daarvan is Adonia, een oudere broer van koning Salomo. Toen koning David oud geworden was, had Adonia zichzelf tot koning uitgeroepen over Israël, maar David benoemt dan zijn zoon Salomo tot zijn opvolger. Adonia vreest dan voor zijn leven en hij laat Salomo zweren, dat hij hem niet zal doden. Salomo doet dat, maar wel moet Adonia in het vervolg tonen een betrouwbaar man te zijn.

Korte tijd later gaat Adonia naar de moeder van Salomo toe en vraagt hij haar hem een goed woordje voor hem te doen bij de koning: of hij Abisag, de vrouw die voor David gezorgd had in diens laatste dagen, tot vrouw mocht hebben. Koning Salomo doorziet de bedoeling van Adonia: zo wil Adonia op slinkse wijze alsnog proberen koning te worden over Israël. Er was dood in Adonia's tong: Salomo laat hem doden.

Maar er zijn ook mensen die door het goede gebruik van hun tong gedood zijn. Denk u maar aan martelaren die daarnaar gevraagd hun geloof beleden hebben en vanwege die belijdenis gedood zijn. Denkt u maar aan hen die in de Tweede Wereldoorlog wezen op het gevaar van Nazi-Duitsland. Die kwamen in de concentratiekampen terecht en velen van hen vonden daar de dood.

Maar ook het leven is in de macht van de tong. We kunnen onze tong ook op de goede manier gebruiken: door ons geloof voor God en de mensen te belijden, door te bidden, door woorden van troost en bemoediging te spreken. Dan is er - door opbouwend te spreken - leven in de macht van onze tong. Dan zijn onze woorden 'levenwekkende' woorden.

Vaak realiseren we ons dat niet, dat er dood en leven zijn in de macht van onze tong. Als we iets verkeerds zeggen, dan verontschuldigen we ons en zeggen we tegen de ander die het betreft: "Sorry hoor, ik bedoelde het zo niet". Maar daarmee is het kwaad dat we door onze woorden aangericht hebben niet weg.

De wijze koning Salomo wist dat en daarom voegt hij er nog aan toe: 'Wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten'. Allemaal moeten we dus de gevolgen dragen van hoe we onze tong gebruiken: kwade woorden brengen ons de dood, goede woorden het leven.

Die waarheid klinkt ook door in de woorden van Jezus: Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij spreken zullen, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden. Ook in het perspectief van de eeuwigheid geldt het: dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft zal de vrucht daarvan eten.

Laat het ons aller bede zijn: laat U mijn tong en mond en 's harten diepste grond, toch welbehaaglijk wezen, dan heb ik niets te vrezen.

Ds. B. de Borst, Den Bommel