Afbeelding
Foto:

Dat is een ramp

Ik ben boven de was aan het opvouwen als beneden een harde schreeuw klinkt, gevolgd door mijn naam. Ik laat de was vallen en ren naar beneden. "Kijk nou," briest mijn man. "Ze heeft in jouw kleed geknipt!" 'Ze' is onze oudste dochter, die met terneergeslagen ogen naar de tirade van haar vader luistert. 'Jouw kleed' is een gehaakte deken in wording waar ik al maandenlang mijn spaarzame vrije tijd en eigenlijk veel te dure wol in stop. Ik berg de schaar op en laat de deken door mijn handen glijden, op zoek naar de schade. "Hier is het ergens," mijn man wijst naar de onderkant.

En jawel: daar is het. In de onderste toer: twee doorgeknipte draden. Voor degenen die niet zo thuis zijn in de haakwereld, zal ik dat kort even toelichten: dat is een ramp. Boos leg ik de situatie aan onze peuter uit. "Maar ik kan het wel maken, hoor," zegt ze optimistisch. "Nee, dat kun jij niet," grom ik. "Maar opa wel," weet onze peuter - die haar grootvader op een vrij hoog voetstuk heeft staan - zeker. En het moet gezegd: hij is bijzonder handig. Toch haast ik me naar de hobbywinkel voor advies en even later naar mijn moeder om dat advies ten uitvoer te brengen.

Geduldig friemelt mijn moeder de draadjes met naaigaren aan elkaar, terwijl onze oudste dochter geïnteresseerd toekijkt. Opgelucht laat ik de gerepareerde deken in mijn tas glijden. Onze oudste dochter wordt door haar tante zachtjes in mijn richting geduwd. Met gebogen hoofd blijft ze staan. "Sorry mama." (een excuus dat later overigens enigszins op losse schroeven komt te staan als ze onder het eten bekent de deken van mama niet zo mooi te vinden). "Wat een toestand," mompel ik, terwijl ik naast mijn man op de bank plof. "Ach... het levert weer een column op," zeg hij laconiek. Ik kan het me op dat moment echt niet voorstellen.