Huib en Jo Klink werden verrast met een felicitatiebezoek van burgemeester Ada Grootenboer. Foto: Hans Villerius
Huib en Jo Klink werden verrast met een felicitatiebezoek van burgemeester Ada Grootenboer. Foto: Hans Villerius Foto: Hans Villerius

Echtpaar Klink-Kers viert briljanten huwelijksjubileum

DEN BOMMEL – Aan de Emmastraat in Den Bommel vierde het echtpaar Huib en Jo Klink-Kers afgelopen woensdag hun 65-jarig huwelijksjubileum. In hun knusse woonkamer ontvingen ze niet alleen naaste familie en bekenden, maar ook de burgemeester werd er welkom geheten toen ze namens het gemeentebestuur aan bruid en bruidegom de gelukwensen overbracht.

Door Hans Villerius

Met allebei 84 levensjaren achter de rug genieten ze samen nog een goede gezondheid en daar zijn ze blij mee, Huib en Jo. Achter hun huis hebben ze een tuin waar heel wat bloeiende planten en struiken de show stelen. En daarachter een flink vogelverblijf waar in totaal veertig kanaries en parkieten het naar hun zin hebben. Huib verzorgt z'n gevleugelde vee graag. Trouwens, in verleden jaren – het gezin woonde toen in de Hoeksche Waard, in het buitengebied – hield hij met veel genoegen naast kippen ook beestjes zonder vleugels: konijnen, een paar varkens, en als hij daar een centje aan overhield, rond de Kerst bijvoorbeeld, dan had Huib het opnieuw naar z'n zin. En stevige Gelderse worsten van Brabantse makelij aan de man brengen, dat deed hij ook graag. Voor een leuke prijs wist hij die te bemachtigen en afnemers had hij er zeker voor. "Het is nooit een vetpot geweest. We hebben veel armoe gezien, maar toch zijn we nooit tekort gekomen", vertelt Huib. En wellicht is daarmee meteen aangegeven waarom hij over 'n stukje handelsgeest beschikte. "We waren er al vroeg bij" zegt hij, duidend op de leeftijd waarop hij en Jo trouwden, "dus ja, je móest wat".
Huib werd geboren in een gezin dat zes kinderen telde, in de polder tussen Ooltgensplaat en Achthuizen. Vader was boerenknecht en ook Huib leerde al op jonge leeftijd aanpakken, aanvankelijk als schoenmaker. Hoe en waar hij dit vak leerde komt, desgevraagd, niet echt uit de verf. "Weet ík 't?", klinkt 't op sommige vragen…In ieder geval werd hij knecht bij de schoenmaker van Den Bommel. Dat was echt een ambacht. "Uit 'n stuk leer maakte ik een paar schoenen, allemaal handwerk. Het verdiende alleen niet best." Daarom zegde hij het schoenmakersvak vaarwel. Eerst ging hij de landbouw in, maar later maakte hij een overstap naar Esso, waar hij dertig jaar lang alle voorkomende werkzaamheden deed. Op z'n 65e was 't mooi geweest, hij stopte hij ermee om voortaan vrouw Jo gezelschap te gaan houden.
Ook zij weet wat 't is om de handen uit de mouwen te steken. Afkomstig uit een gezin met dertien kinderen in het Brabantse Fijnaart, moest ook zij na de lagere school aan de slag, als dienstmeisje in meerdere 'werkhuizen'. Tijdens een logeerpartij in Den Bommel liep ze Huib tegen 't lijf, of andersom, en kennelijk voelde dat goed, getuige het feit dat ze deze week 65 jaar getrouwd waren.
Ze hebben niet altijd in Den Bommel gewoond. Tijdens de watersnoodramp is het gezin geëvacueerd geweest naar Rotterdam, zij het dat Huib eerst nog moest blijven om zich dienstbaar te maken in het getroffen gebied. Na de ramp is het gezin naar de Hoeksche Waard vertrokken en hebben ze in Goudswaard en in Strijen gewoond. Pas op latere leeftijd keerden ze terug naar Den Bommel.
Huib en Jo kregen drie kinderen, drie kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. Van de laatste zijn er twee overleden. "We hebben veel meegemaakt, de oorlog, de watersnoodramp én de euro", zegt Huib terugblikkend op 65 huwelijksjaren. "Maar de euro is 't sléchtste wat je kunt overkomen!", voegt hij er hartgrondig aan toe. "Niettemin: we hadden 't goed en we hebben veel plezier gehad. Want hádden we geen plezier, dan máákten we 't!"