John Knox - De hervormer van Schotland (32)

'Dan zal ik je waarschuwen als het zover is. Ik kom vaak in Perth en vorige week hoorde ik daar dat hij er binnenkort waarschijnlijk komt preken.'
'Fijn, dan ga ik er zeker heen!' roept Jack. 'Als ik ongemerkt weg kan komen tenminste', laat hij er nogal somber op volgen. 'Je begrijpt wel, Roger, dat vader en moeder het niet weten mogen. Vooral vader niet.'
'Jazeker, dat begrijp ik heel goed. Maar laat ik je een beetje troosten. Het is daar in Perth een eigenaardige geschiedenis. De Calvinisten en de Roomsen vergaderen daar in dezelfde kerk. Of laat ik het anders zeggen: de Hervormden mogen daar in de Roomse kerk dienst houden. 's Morgens preekt er eerst de dominee en als die klaar is, begint de priester met zijn dienst. Dat komt voor jou wel heel goed uit. Als je een beetje vroeg naar Perth gaat, kun je eerst dominee Knox horen preken en je kunt dan stil blijven zitten om de Roomse dienst bij te wonen. Als die afgelopen is, ga je netjes naar huis en vader en moeder merken er niets van.'
'Dat is heel mooi', zegt Jack, 'zo zal ik dat beslist doen.'

Twee weken later is het al zover. Roger moet op het kasteel garens halen en ziet dan kans om Jack te vertellen dat op de eerstvolgende zondag dominee Knox om negen uur zal preken, in Perth.
'Ik ga erheen', zegt de linnenwever, 'maar jij moet niet met me meegaan, jonker. Ga maar op eigen gelegenheid; dat is veel beter.'
Hoe meer de zondag dichterbij komt, des te zenuwachtiger Jack wordt. 's Zaterdagsmiddags begint hij al met zijn voorbereidingen.
'Als het morgenochtend mooi weer is', zegt hij tegen moeder Ellen, 'ga ik op mijn pony naar de kerk, moeder. Dat vindt u zeker wel goed.'
'Je kunt toch gewoon met ons meerijden, in het rijtuig, Jack?' vraagt moeder, die niets vermoedt.
'Och nee, moeder, het is veel leuker om op de pony te gaan. Ik ga dan wat vroeger weg en maak er een mooie tocht van.'
'Nou, vooruit dan maar, als je er maar voor zorgt dat je op tijd in de kerk bent, hoor.'
'Jazeker moeder, dat zal vast wel lukken.' Ziezo, dat is voor elkaar.
Als vader toch nog bezwaren zou hebben, dan heeft hij ten minste de toestemming van zijn moeder al.
Gelukkig is het 's zondagsmorgens mooi weer en Jack is vroeg op. Zodra hij zijn ontbijt gebruikt heeft, gaat hij naar de stal om zijn pony te zadelen.
'Hé hé, wat moet jij?' informeert zijn vader.
'Och, Gregory',´ zegt Ellen, 'laat hem maar. Hij wil vanmorgen graag op zijn pony naar de kerk en ik heb gezegd, dat het goed is.'
'Alles goed en wel', bromt Mac Tomkins, 'maar denk erom, ventje, dat jij op tijd in de kerk bent, hoor!'
'Ja, vader, daar zal ik voor zorgen', belooft Jack.
De jongen is in zijn schik. Wat loopt dat allemaal gesmeerd vanmorgen. Als vader en moeder straks in de kerk komen, zal hij er al zijn, mooier kan het niet.

Lang voor de dienst begint, zit Jack al op zijn plaats.
Eindelijk beklimt John Knox de kansel. Hij houdt een preek over de woorden: 'Gij zult u geen gesneden beeld maken, noch enige gelijkenis.'
Jack luistert met beide oren. Uit Gods Woord maakt de dominee de gemeente duidelijk, dat het maken van beelden om die te vereren, in Gods ogen een gruwel is. Ook zegt hij dat de misviering verkeerd is. Soms is de preek voor Jack wel wat te moeilijk, maar heel veel van de preek snapt hij toch wel.
Onder het zingen kijkt hij eens voorzichtig rond. Ha, daarginds in een hoekje ziet hij Roger zitten. De linnenwever kijkt wel zijn kant uit, maar hij doet net of hij Jack niet ziet.
Eindelijk is de dienst afgelopen. De gemeente ontvangt de zegen en verlaat het kerkgebouw. Alleen Jack blijft zitten.
Als vader en moeder straks binnenkomen, zullen ze zien, dat hij vroeg genoeg in de kerk is. Daar is de priester al.
Hij deelt aan de aanwezigen mee dat hij de heilige mis nu zal opdragen. 'Ik wil bewijzen dat de preek die John Knox zo-even gehouden heeft niet deugt.'
Jack wordt opeens woedend als hij dat hoort. Wat denkt die priester wel? Wil hij kwaadspreken van dominee Knox? Maar dat mag niet gebeuren. Alles wat hij over de mis zei, is waar. Die mis is niet anders dan een gruwelijke afgoderij. Dominee Knox heeft dat uit Gods Woord duidelijk gemaakt.
En voor Jack weet wat hij doet, schreeuwt hij door de kerk: 'Onverdraaglijke afgoderij!'
Dat brengt opschudding teweeg. De priester, boos over zoveel brutaliteit, loopt op Jack toe en geeft hem een draai om de oren.
Maar dan raakt de jongen volledig over zijn toeren. Hij grijpt een steen en werpt die naar de priester. De bedoeling was de priester te raken, maar dat lukt niet. De steen komt tegen de neus van de heilige Cecilia. De neus vliegt eraf en het beeld tuimelt op de grond en breekt in stukken.
Dit wordt het sein tot een algemene beeldenstorm. De val van het ene beeld wordt gevolgd door die van een ander. De mensen die nog in de kerk zijn, vergrijpen zich nu aan de beelden, de altaarstukken en de sieraden. Dat veroorzaakt natuurlijk een geweldig lawaai en daardoor aangetrokken, komen de mensen die nog buiten waren naar binnen om mee te doen.
Als ze zien dat er in de kerk niet veel meer te vernielen is, gaan ze naar de kloosters van de Grauwe en Zwarte monniken en ook daar vernielen ze alles wat op afgoderij lijkt. Maar gestolen wordt er niets. Niemand verrijkt zich, nog niet met een cent. En ze laten de monniken wegdragen wat zij willen.