Rust

Psalm 62:2 'Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.'

Wanneer is het nu stil? Echt stil, zodat er niets te horen valt dan het gesuis van de stilte.
In ons drukbevolkte land is dat bijna onmogelijk. Daarvoor moet je ver weg, ver bij mensen en hun lawaaimakers vandaan.

Wanneer is het stil in onszelf? De meeste drukte komt niet van buiten, maar van binnen. Neem alleen al je gedachten of gevoelens. Altijd is er wel iets…
Daarbij komt dat we stilte maar moeilijk verdragen. Nieuwe berichtjes roepen dag en nacht om onze aandacht. Met dopjes in de oren hebben we altijd wel wat om te horen.

Wat kan het moeilijk zijn om stil te worden en het in de stilte uit te houden!
Augustinus schreef eeuwen geleden gevleugelde woorden: 'Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God.'
Hij heeft gelijk! We lijden allemaal aan dezelfde kwaal: we zijn God kwijt. We hebben het vertrouwen op God opgezegd, in het paradijs al. Aangezet door Satan zijn we gegaan voor ons eigen bestaan. Zonde.

Het belangrijkste symptoom van deze ellende is onze voortdurende onrust. Altijd moet er gedraafd en geslaafd worden. Steeds komen er prikkels naar ons toe en zenden wij die uit. Rusteloos hijgen we van het ene naar het andere.

We switchen ons een ongeluk tussen alle mogelijkheden. De rust is ver te zoeken, steeds hangen we naar iets nieuws en verlangen we naar extremere uitdagingen.
Wat ons eerst tevreden stelde, doet het nu niet meer. Het raakt niet langer en bevredigt ons steeds minder. Daarom moet alles steeds meer, luider, intenser en flitsender zijn.

De gevolgen zijn enorm. Je brandt er door op en het maakt je intens moe. En God? Hij is dan meestal ver te zoeken. We zien God niet, Zijn stem horen we niet of dringt niet (meer) tot ons door.

Zou al dat geluid ook niet een manier zijn om God te overschreeuwen? Het besef weg te drukken dat we zonder God geen leven hebben?

Wat erg! De onrust krijgt dan het laatste woord. Nooit en te nimmer zullen we dan rust vinden voor onze zielen. Ook al staat er op de steen boven ons graf 'Rust zacht,' de rust hebben we niet gevonden.

Daarvoor moeten we stilgezet en stilgemaakt worden. Alle prikkels van buiten, maar zoals deze Psalm ons laat zien: óók het rumoer van onze ziel. Angst voor het leven. De gebeurtenissen om je heen. De mensen die onrecht doen en bouwen op bezit.

Stilte heeft te maken met vertrouwen. Verwachting. Rust vinden in de HEERE God, Die als Vader wil zorgen. Wat Hij doet, is goed. Hij vergist Zich niet. Hij weet wat ik nodig heb en wat goed voor mij is.
'Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Wie of wat zal ons dan kunnen scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus onze Heere', schrijft Paulus. Het antwoord ligt helemaal in zijn woorden: niets en niemand.

Wat een rust heb je dan: rust in God. David wekt ons door deze Psalm op om het bij God te zoeken. Het is een geloofsbelijdenis. 'immers', jazeker, 'mijn ziel is stil tot God, van Hem is mijn heil.'

Schrijf, lees 'heil' gerust met hoofdletters: HEIL. Het betekent zoveel als 'redding' of verlossing.' In het Hebreeuws tekent zich de Naam Jezus af.

Daarom kan het en is er zelfs in deze onrustige wereld, waarin de onrust alleen maar toeneemt en de mens van de zonde zich nadrukkelijker uitleeft, rust te vinden.

Verlossing van alle onrust en de bron daarvan: ons hart, los van God. Jezus roept door de zonde vermoeide en belaste mensen tot Zich: 'Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt tot Mij, en Ik zal u rust geven.'

Laat u zich roepen? 'Er blijft dan een rust over voor het volk van God.'

Ds. J.C. Breugem, Sommelsdijk