Thuiskomen

…de mens gaat immers naar Zijn eeuwig huis…

Prediker 12:5

Prediker vergelijkt het verval van ons menselijk lichaam met het verval van een oud huis. Het kan snel afgebroken worden. Van de jeugd gaat het naar de ouderdom. En het gaat maar wat snel en dan is het blijde, zorgeloze kind een volwassen man of vrouw. Velen krijgen dan ook te stellen met het lichaam. Verval aan ons lichaam wordt zichtbaar en merkbaar in de ouderdom. De tijd gaat snel. Daarom is het volgens Prediker belangrijk om met God onze Schepper bezig te zijn vanaf onze jonge jaren.

De mens gaat immers naar zijn eeuwig huis. Prediker maakt met deze woorden ineens de sprong over het graf heen. Iemand als Paulus had er een hele blijde verwachting over: "Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, dat is verreweg het beste." En u en ik? Is er bij ons ook dat geweldige uitzicht dat we in Jezus Christus mogen hebben? Als wij door het geloof in liefde aan de Heere Jezus verbonden zijn, zullen wij Hem straks zien en Hem gelijk zijn. Wat een geweldige toekomst! Alles alleen dankzij het werk dat Jezus voor ons volbracht heeft.

De mens gaat, staat er. Dat wil zeggen, wij zijn op weg naar de eeuwigheid. Wij blijven hier niet altijd. Wij hebben te sterven. Wij hebben, eenieder persoonlijk, God te ontmoeten. Aan ons aardse leven komt eenmaal, na een ziekbed of heel plotseling, een einde. Dan betrekken wij een ander huis. Welk eeuwig huis zullen we straks betrekken? Het zal een ingaan zijn in de hemelse heerlijkheid bij God en Christus, om God eeuwig te loven. Of het zal een ingaan in de eeuwige rampzaligheid zijn.

Veel mensen maken zich niet zo druk over hun eeuwige belangen. Ze maken zich druk over hun vakantiereizen, vakantiehuizen, geld en aardse goederen, hun hobby, studie of werk. Ze houden geen rekening met hun reis naar de eeuwigheid en rekenen niet met een veilige, eeuwige huisvesting. Ze besteden geen aandacht aan hun ziel. Het allerbelangrijkste is om Christus te zoeken, Hem te kennen als onze persoonlijke Heiland. Het hemelse huis van eeuwige zaligheid wil de Heere God uit genade op het geloof schenken. De Heere Jezus Christus heeft door Zijn diepe lijden en sterven het mogelijk gemaakt dat zondige, verdorven mensen mogen ingaan in dat hemelhuis.

Een ieder die met zijn zondeschuld tot Hem de toevlucht neemt, mag straks thuiskomen. Die mag het eeuwig zalig hemelleven ontvangen. Die mag voor eeuwig de directe gemeenschap met de Heere genieten. Dat maakt die zaligheid zo geweldig en zo rijk. Wat een bijzonder voorrecht is het als wij het leven met de Heere kennen, de geloofsgemeenschap met Christus. Dan mogen we het weten: na de dood is het leven mij bereid, God neemt mij op in Zijn heerlijkheid.

Zoek Christus te kennen als uw Heiland. Hij is de Deur tot het eeuwige hemelhuis. Zoek Hem in het Woord. Zoek Hem door het gebed. Dan zult u Hem ook vinden, als dat nog niet het geval is geweest in uw leven. Prediker 12 spreekt ook over het zilveren koord dat losgemaakt wordt en de gouden lamp die verbroken wordt. Dat wijst erop dat al het leven dat er nog in ons huis, in ons lichaam is, zal worden afgebroken. Het licht dooft, want het zilveren koord, als onderdeel van de lamp, wordt losgemaakt en de gouden lamp wordt verbroken. Toch is er hoop en uitzicht voor wie gelooft. Want:

Straks breekt in mij de gulden lamp in stuk;
Voorbij is dan al 't aards geluk;
Maar Halleluja! Dan begint
eerst het ware leven voor Gods kind.

Ds. B.J. van Assen, predikant Nieuwe-Tonge en Herkingen