Afbeelding
Foto:

CalamiteitenOma

Ik voel me plots heel misselijk worden en weet net op tijd de wc-pot te omhelzen. Een lichte paniek maakt zich van me meester. Oh nee... buikgriep. Dat betekent zeker een dagje spugen en een halve week wankel op de benen. Een goede reden om op de bank te kruipen en je werkgever te laten weten dat hij/zij het even zonder jou zal moeten doen. Dat zou je denken. Maar ik heb een waardeloze CAO. Of beter gezegd: helemaal geen CAO. Ik heb geen vakantiedagen en van ziekteverlof heeft mijn werkgever helemaal nog nooit gehoord. Ze kijkt dan ook bedenkelijk als ze me - verdrinkend in zelfmedelijden - op de bank aantreft. "Ben je ziek?" vraagt ze uiteindelijk twijfelend, terwijl ze me van top tot teen bekijkt. Ik knik. "Oh.." zegt ze, "zullen we dan nu maar een boterhammetje eten?" Ze dirigeert me nog net niet naar de keuken, maar verwacht wel enige actie van mijn kant. Ik voel mijn knieën onder het dekentje knikken en besluit nog maar even te blijven liggen. Het levert me een fronsende blik op. "Ik wil wel pindakaas met hagelslag," moedigt ze me verder aan. Mijn maag maakt een dansje. "Straks, schat," fluister ik. Uit haar blik lees ik af dat ik contractverlenging wel kan vergeten. Ook de onderdirecteur - nog in pyjama - is zichtbaar teleurgesteld in me. Ze kruipt naar me toe en slingert de sokken die haar vader al voor haar had opgezocht op de bank. Ze verwacht ongetwijfeld dat ik haar mini-teentjes erin ga frommelen. En ik zou niets liever doen, dus hijs ik mezelf iets overeind. De oudste komt aangesneld. "Ben je weer beter?" vraagt ze verwachtingsvol. Ik vermoed van niet, want de kamer draait. En dan gaat de bel. De kinderen haasten zich naar de deur en ik laat me weer op de bank vallen. Daar is ze dan: onze redder in nood. Want wie heeft er een CAO nodig als je een CaO (CalamiteitenOma) hebt?