Een van de gedichten in het museum.
Een van de gedichten in het museum. Foto:

Watersnoodmuseum is officieel nationaal kennis- en herinneringscentrum

Vervolg van de voorpagina

Het Watersnoodmuseum is een plaats van herinnering. Een plaats waar duidelijk wordt wat de ramp van 1953 heeft teweeggebracht. Internationaal Watergezant Henk Ovink, een van de sprekers tijdens de bijeenkomst, zei het zo: "Niet vergeten, hoe doe je dat? Als ik langs die muur met namen van verdronken mensen loop, krijg ik altijd kippenvel. En dat terwijl er geen familieleden en vrienden van mij zijn verdronken. Een grote ramp, ook voor gemeenschappen en families." Ovink noemde dit het centrale deel van het museum en gaf directeur Siemco Louwerse en zijn personeel het advies om dat altijd vast te houden.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

aar het Watersnoodmuseum is niet alleen een plaats van herinnering en herdenking. Ovink: "De kracht van herinneren is niet het verleden statisch maken, maar het verleden een toekomst geven." Dat doet het museum door de bewustwording over waterveiligheid te stimuleren in een land dat voor 40 procent op de zee veroverd is. En dat doet het museum ook door kennis te verzamelen over overstromingen in alle delen van de wereld.

Zo is een erkend kenniscentrum ontstaan, waarmee politici, wetenschappers en ondernemers hun voordeel kunnen doen. Daarom kreeg het publiek toe- en uitspraken te horen van burgemeester Rabelink van Schouwen-Duiveland, gedeputeerde De Reu van de provincie Zeeland, Paul Verheul van baggeraar Van Oord, hoogleraar Integrale Waterbouwkunde (TU Delft) Bas Jonkman en de al genoemde Watergezant Henk Ovink.

Onze toekomst

"Het Watersnoodmuseum is in het belang van onze toekomst", vatte burgemeester Rabelink de innovatieve waarde van het museum samen. En Henk Ovink had het zelfs over "de toekomst van de wereld", waar 90 procent van de rampen gerelateerd zijn aan water: te veel water, te weinig water, vies water.

De bijeenkomst was ook de aftrap van diverse activiteiten. Directeur Louwerse noemde de filmdagen (16 tot en met 19 juni), een vier pagina's tellende special in NRC Handelsblad over het Watersnoodmuseum (15 juni) en de uitgifte van een set postzegels ter gelegenheid van de ministeriële erkenning.

Louwerse maakte duidelijk dat het museum een slag gaat maken om "de actualiteit nog beter naar binnen te trekken". In de vierde caisson, waarin het museum de toekomst voor het voetlicht brengt, zal flink geïnvesteerd worden. "We willen de bewustwording urgent en spectaculair maken", aldus de directeur. "Want een belangrijk aspect van ons museum is dat we het herdenken verbinden met de toekomst, net als bij de viering van 4 en 5 mei."

Omdat de jeugd de toekomst is, moet het Watersnoodmuseum nog aantrekkelijker worden voor de jongere generaties. "We moeten de jeugd op een andere manier pakken", zei Karla Peijs, voorzitter van het museumbestuur. "Iedereen moet zien wat er gebeurt als er een ramp is en hoe we kunnen werken aan een veilige toekomst."

Het plan is om een Jeugdwatersnoodmuseum in te richten en een digitale slag te maken. Ook wil het museum meer verbinding met de omgeving tot stand brengen. "Met de Deltawerken bevinden we ons in het grootste openluchtmuseum ter wereld. Groter dan de Grand Canyon", aldus Siemco Louwerse. Op het programma staan bijvoorbeeld de ontwikkeling van speciale tours en het realiseren van een aanlegsteiger aan de Oosterschelde.

Gedichten in het museum

Eerder dit jaar, vlak na de herdenking van de ramp op 1 februari, zijn in het Watersnoodmuseum gedichten geplaatst. De gedichten zijn gemaakt door een aantal Reizende Dichters en gastschrijvers. Ze hebben zich laten inspireren door objecten in het museum, zoals een pot worteltjes, een tas of een horloge. De meeste gedichten staan op schildersezels, enkele zijn aan de muur bevestigd.

"Bij de objecten staan wel teksten met uitleg, maar poëzie heeft meer impact en is veel gevoeliger", zegt Niels Snoek van de Reizende Dichters. "De gedichten raken een snaar bij het publiek, krijgen we van het museum te horen. Ze spreken aan. Daarom heeft het Watersnoodmuseum besloten dat de gedichten hier nog het hele jaar blijven." Aanvankelijk was het de bedoeling om ze eind mei weer weg te halen.

De Reizende Dichters hebben een speciale editie van het tijdschrift o-o-go uitgebracht over de gedichten in het Watersnoodmuseum. Deze uitgave kost 4,50 euro en is verkrijgbaar in het museum of via oogo@cultuurpleingo.nl.