Nadat de slagerij vertrokken was, ging De Goede hier witgoed, ijzerwaren en gereedschappen verkopen.
Nadat de slagerij vertrokken was, ging De Goede hier witgoed, ijzerwaren en gereedschappen verkopen. Foto: Adri van der Laan

Het smidsvuur brandde de hele dag voor boeren en vissers

STELLENDAM – Elk dorp had vroeger een smederij. Boeren lieten er hun paarden beslaan met nieuwe hoefijzers en de houten wielen van hun wagens voorzien van metalen banden. Maar dat was nog maar een deel van het smidswerk. Het vuur brandde de hele dag voor alle mogelijke klussen. In de tijd dat er minder werk was – in de winter bijvoorbeeld – maakten de smid en zijn knechten gereedschap, zoals schrepels en schoppen. Sommigen gingen ook installatie- en loodgieterswerk doen en huisraad verkopen: kachels, elektrische apparaten, potten en pannen, peteroliestellen, teilen, ijzerwaren… En fietsen. De voormalige smederij van De Goede, aan de Voorstraat in Stellendam, is daar een voorbeeld van.

Door Kees van Rixoort

Adrie de Goede (1933) komt nog dagelijks in de smederij die zijn opa meer dan honderd jaar geleden begon. Hij verhuurt het pand aan een installatiebedrijf, Van Damme, waarvoor hij het magazijn bijhoudt en de boel een beetje opruimt. Ver hoeft hij er niet voor te lopen, want De Goede woont naast de oude smederij. Alleen de Dwarsweg zit ertussen.

De opa van Adrie de Goede kocht de smederij in 1904 van smid Nieuwland. "Hij was afkomstig uit Zwartsluis. Daar had hij ook een smederij, maar het lukte niet. Hij zwierf een poosje door Overijssel tot zijn broer, die op dat moment werkte bij de smid in Stad aan 't Haringvliet, hem vertelde dat een familielid, de smid van Stellendam, met pensioen ging. Dat was een mooie kans. In Stellendam kon hij met drie eigen jongens aan de slag. Mijn vader was 12 en zijn broers 20 en 21."

Hier liep de smederij wel goed. Er was veel werk. "Zowel voor de landbouw als voor de visserij. Mijn opa had in Zwartsluis al wat ervaring opgedaan met schepen. Daar had je meerdere scheepswerven. In Stellendam smeedden ze voor de vissersschepen zelf, maar maakten ze ook wel vistuigen. Dat waren toen nog kleine korretjes."

Hoefbeslag

Voor hoefbeslag en ijzeren wielbanden kwamen de boeren naar de smederij aan de Voorstraat. De molensteen die de smid gebruikte bij het passend maken van de wielband ligt nog in het plaveisel. Vlak bij de plek waar voorheen de hoefstal stond. Althans, de buitenstal. Binnen stond er ook nog een, niet ver van het smidsvuur, dat een enorme hitte verspreidde en arbeidsomstandigheden met zich meebracht die zonder enige twijfel met de huidige wet- en regelgeving op gespannen voet zou staan.

Smederij De Goede had de wind mee, zeker toen de tijd aanbrak dat alle woningen 'water en elektrisch' kregen. Dat werk was in goede handen bij de vader van Adrie de Goede. Het bedrijf groeide flink in de jaren dertig en veertig. Zinkwerk en ander loodgieterswerk kwamen er ook bij.

In 1948 kwam Adrie, de jongste van vijf broers, na een paar jaar ambachtsschool in de zaak. Hij bekwaamde zich vooral als gasfitter en elektricien. Voor het smidswerk was hij, mede door een niet optimaal gezichtsvermogen, niet in de wieg gelegd. Gelukkig beschikte de smederij over personeel dat goed uit de voeten kon met ijzer en vuur. Maar het beslaan van paarden nam snel af toen de boeren massaal overschakelden op tractoren. Nadat het laatste paard was voorzien van nieuwe ijzers, liet De Goede direct de hoefstal verwijderen.

Uiteindelijk was er niet voldoende werk meer voor de mensen in de smederij en moest De Goede hen ontslaan. Een moeilijk maar onontkoombaar moment. De concurrentie was in de jaren vijftig enorm toegenomen. De komst van het aardgas bracht nog veel werk met zich mee, maar op een gegeven moment was iedereen voorzien van een aansluiting op het net. Daar kwam nog bij dat Adrie geen zin had om "een bak met geld" te lenen om te investeren in de zaak. "Ik ben geen zakenman", zegt hij.

Als elektricien en pijpfitter werkte hij in zijn eentje nog jaren door. "Ik ben in principe gestopt in 2006. Maar ik kom nog elke dag in het pand, dat Van Damme sinds een jaar of twintig huurt. Van de oude smidse is niets meer over. Het smidsvuur is eruit. Er staat alleen nog een oude draaibank."

Miniatuurtreintjes

De Goede en zijn vrouw wonen sinds halverwege de jaren zestig aan de overkant van de Dwarsstraat. Het is een winkelpand, waar ooit een timmerwinkel in gevestigd was. Later gingen er fietsen over de toonbank en nog later was het een slagerij. Op het laatst was de zaak van slager Trommel, die van Melissant naar Stellendam was gekomen. Daarna ging De Goede er wonen en onder andere ijzerwaren, gereedschappen, witgoed en sanitair verkopen. Tot Van Damme de smederij ging huren. Toen ging de winkel dicht en kwam er wat voorraad te staan. Nu gebruikt Adrie de Goede deze ruimte voor zijn hobby. Hij verzamelt miniatuurtreintjes, -vrachtwagens en andere –voertuigen. Het is een indrukwekkende collectie, die deels zelfgemaakt is. Met zijn ervaring en het materiaal dat er nog is, was het voor Adrie niet moeilijk om wagons of vrachtwagencombinaties aan te passen naar zijn eigen wensen.

'Ik kende iedereen in het dorp'

"Het was vroeger net als bij de dokter: ook 's avonds kwamen de mensen bij je aan de deur als er iets was. Het bedrijf was dienstverlenend. Als een boer of een visser je nodig had, hielp je direct", vertelt Adrie de Goede. "Ik heb mijn hele leven op Stellendam gewerkt, vooral voor particulieren, soms voor een aannemer. Toen ik 19 jaar oud was, wist ik iedereen in het dorp te wonen. Ik bracht namelijk de rekeningen rond en die gaf je persoonlijk af aan de deur."

Smederij De Goede
Eerste pand rechts is Smederij De Goede.
Voorstraat 59. Voorheen was het een slagerij.
De Voorstraat met links vooraan de slagerij.