Afbeelding
Foto: Adri van der Laan

De weg van Kangemi naar de Osiligifarm

Frans Weller werkt met straatjongeren in Nairobi. De Nieuwe-Tongenaar, die in Rotterdam op kamers woont, vertelt over zijn werk in de sloppenwijken in de hoofdstad van Kenia. Een paar jaar geleden schreef hij al in Eilanden-Nieuws over zijn leven als vrijwilliger bij stichting Christ's Hope in Tanzania. In de afgelopen maanden schreef hij over sloppenwijken in Nairobi.

Het openluchtprogramma

"Vorige keer heb ik u wat verteld over de sloppenwijk Kangemi. Hier heeft Afrilift het openluchtprogramma. Straatjongens tussen de 12 en 18 jaar mogen hieraan meedoen. Via het programma kunnen deze jongens punten verdienen en uiteindelijk op de Osiligifarm belanden. Dit is een lange en ook moeilijke weg. Over deze weg wil ik u het een en ander vertellen.

Voordat ik dit ga doen, wil ik het nog even hebben over mijn vorige verhaal over Kangemi. Ik heb geschreven over de mob justice. Een groep mensen die het recht in eigen hand neemt. Bij mijn verhaal was een foto geplaatst van een jongen. Een jongen met een mutsje op. Misschien herinnert u hem weer. Of bent u hem allang vergeten. Mijn broer heeft deze foto genomen. Het is één van mijn mooiste foto's. Deze jongen deed mee aan het programma. Hij had een leven vol ellende en problemen. Altijd op straat. Altijd honger. Maar hij wilde zo graag een betere toekomst. Deed actief mee aan het programma. Als team hadden we hoge verwachtingen van hem. Afgelopen zomer heb ik hem voor het laatst gezien. En eigenlijk was ik er zeker van dat ik hem zou zien op de farm als ik terug zou komen. Vorige week hoorde ik dat men dacht dat hij eten had gestolen. En direct is gepakt en gestenigd door de mob justice. Zo triest. Op de foto die bij dit verhaal wordt geplaatst staat in het links-midden, voorste rij, effen groen shirtje, de jongen met het mutsje voor de muur van het veldje. Het veld van het openluchtprogramma en ook het veld waar hij is gestenigd.

Verslaving

Het openluchtprogramma wordt dus gehouden in de sloppenwijk Kangemi, in Nairobi. Op een stuk grond, dat omheind is door een muur. Met slechts één in/uitgang. Wat heel veilig lijkt, maar bij moeilijkheden heel onhandig blijkt te zijn. Op dit veld zijn eigenlijk altijd wel jongens en kinderen te vinden. Vaak liggen ze op de grond te slapen. Of ze zijn high door het snuiven van lijm. Anderen zijn dronken. Er wordt gegokt, drugs gedeald en wiet gerookt. Maar er is altijd wel een groep die aan het voetballen is. De voetbal maken ze zelf. Plastic- en papierafval worden opgefrommeld tot een bal en omwonden met stukjes touw of plantenresten. Eigenlijk is het voetballen de eerste vorm van contact leggen. Door mee te doen krijg je contact met de jongens. Veel jongens zijn op deze manier deelnemer geworden van het programma. Verder komen er altijd wel jongens kijken als er les gegeven wordt. Na afloop krijgen de deelnemers een maaltijd. Dat zien anderen ook. Eten is één van de belangrijkste dingen voor deze straatjongens. Aan eten is altijd gebrek. De maaltijden van Afrilift op dinsdag, vrijdag en zaterdag zijn dan ook hun enige, echte, warme maaltijden van de hele week. Veel jongens die komen kijken vragen om ook een maaltijd. Er wordt hun verteld over het programma en dat ze de maaltijden kunnen verdienen door goed mee te doen. Zij vertellen dit weer verder aan hun vrienden en zo komen de jongens naar het programma. Over het veld lopen stroompjes urine vanuit het wc-gebouwtje. In de brandende zon verspreiden deze stroompjes een intense stank. Maar gelukkig ruik je deze op den duur steeds minder.

Nadat jongens een paar keer hebben meegedaan volgt er een gesprek met hen en een home-visit, een huisbezoek. Het huisbezoek vindt plaats bij familie, soms is er ergens nog een ouder, maar ergens is altijd wel een familielid te vinden. De verhalen van de jongens worden zo een beetje gecontroleerd. Afrilift wil zeker weten dat ze echt op straat leven en of de verhalen kloppen. Vooral met de leeftijden wordt gesjoemeld. Niemand wil te jong of te oud zijn zijn voor het programma. Dus worden er al snel een paar jaar bij opgeteld of afgesmokkeld. En in de meeste gevallen valt er niets te controleren. Kangemi kent geen ID pasjes. En veel jongens hebben er ook geen idee van wanneer ze nu precies geboren zijn. Kortom, de leeftijd wordt gegokt. Soms weet het familielid te vertellen dat de jongen in ieder geval in een bepaald jaar geboren is. In de zomer. Of in de regentijd. Ook wordt aan familie gevraagd om toestemming voor het meedoen aan het programma. Nu, voor het meedoen aan het programma wordt eigenlijk altijd toestemming verleend. Anders wordt het als er na afloop van het openluchtprogramma toestemming gevraagd moet worden of de jongen mee mag naar de Osiligifarm. De rehabilitatieboerderij. Maar daarover later meer.

Op dinsdag-, vrijdag- en zaterdagmorgen wordt het programma gehouden. Om half 9 's morgens verzamelen de jongens zich op het veldje. Meestal zijn er rond de 23 jongens die meedoen. Van de deelnemers wordt verwacht dat ze alle keren aanwezig zijn. Dat ze actief meedoen. Serieus meedoen. Die morgen geen alcohol of drugs gebruikt hebben. De laatste twee eisen blijken in de praktijk niet mee te vallen.

Het programma kent een puntensysteem. Punten verdienen ze door aanwezig te zijn, een actieve houding, serieus meedoen en meedenken. Bij een bepaald aantal punten verdienen ze schoenen en kleding. Bij 140 punten mogen ze naar de Osiligifarm. Maar door níet aanwezig te zijn, te laat te komen, een slechte houding, bedreiging, e.d. worden er strafpunten gegeven. Deze gaan van de punten die ze in de loop der tijd verdiend hebben àf. Misschien denkt u: wat sneu. Dat is het soms ook. Maar op de Osiligifarm kunnen echt alleen jongens komen die oprecht gemotiveerd zijn. Die bereid zijn te veranderen. Die willen leren. Willen werken. Door jongens aan te nemen die deze houding níet hebben, maar alleen komen voor een bed en eten, worden de anderen gedemotiveerd. Uit ervaring weten we dat deze jongens een zeer slechte invloed hebben op de jongens die wèl willen, maar uiteindelijk, vaak onder dwang en bedreiging, de farm verlaten en terugkeren naar hun oude leven in de sloppen. U moet niet vergeten dat deze jongens een leven achter de rug hebben waar wij eigenlijk geen weet van willen hebben. Stelen, bedreigen, geweld, verkrachtingen en het hanteren van messen is de meesten niet vreemd. Straatjongens uit de sloppen moeten iedere dag zien te overleven. Ze denken niet aan morgen. Alleen vandaag telt. Maar deze jongens, juíst deze jongens, verdienen een kans. Een kans op een beter leven. Als je ze op een rij op de grond ziet zitten, luisterend naar de lessen, en je bedenkt hoe uitzichtloos het leven voor hen is, dan breekt je hart. Dan wil je niets liever dan hen helpen. Hen helpen op de weg van Kangemi naar de Osiligifarm.

Bij het starten van de lessen om 8.30 uur zijn de meeste jongens wel aanwezig. Ze zitten op de grond tegen de muur. Sommigen hebben 's nachts gewerkt en slapen half. Er wordt goed bijgehouden wie op tijd aanwezig zijn en wie niet. De vaste teamleden die Kangemi begeleiden zijn Niko en Morris. Met hen heb ik veel samengewerkt. Om de beurt gaven we de lessen. De groep was een moeilijke groep. Een uitdaging.

De lessen beginnen met het vragen naar wat de jongens onthouden hebben van de vorige keer. Ze zitten erg rustig en soms verbaast het je wat ze ondanks hun tussentijdse slaapjes hebben onthouden. Ze krijgen les in geschiedenis, Engels, Bijbellessen. Daarnaast worden er meditaties gehouden, worden sociale onderwerpen aangekaart, vragen beantwoord en er wordt altijd geëindigd met een motiverende speech. Ook zijn er smalle en brede discussielessen.

Engels

De jongens spreken een woordje Engels, een enkeling spreekt alleen Swahili. Vandaar de Engelse lessen. In de geschiedenisles wordt Kenia behandeld, maar ook USA en Europa. En natuurlijk zijn er ongelooflijk veel vragen. Vragen die u misschien opmerkelijk vindt of zelfs ongepast, maar denk aan hun omstandigheden. Veel zaken waar wij de neus voor ophalen, op neer kijken of veroordelen, zijn in de sloppen aan de orde van de dag. Zo zijn er veel vragen over sexualiteit, SOA's, voorbehoedmiddelen. Grappig was dat mijn broer die mij bezocht het voor zijn kiezen kreeg toen ze hoorden dat hij in een ziekenhuis werkte. Geduldig beantwoorde hij de reeks vragen over de - voor ons - meest bizarre onderwerpen. Natuurlijk wordt altijd benadrukt zolang mogelijk te wachten met alle sexuele activiteiten in hun omstandigheden. Het waarom en de gevolgen worden ook duidelijk uitgelegd. Het leuke was was in deze les dat de jongens bij een goed antwoord een loomarmbandje kregen van mijn broer. Eindeloos hebben mijn zus Willianne, schoonzus Martine en een jongetje uit Oud Vossemeer honderden loomarmbandjes zitten knopen. In alle soorten, maten en kleuren. Deze armbandjes zijn uitgedeeld in Kangemi, Kibera en op de farm. Voor de meesten was dit het eerste cadeautje dat ze in hun leven kregen. Als goud werd het bewaakt.

In de lessen worden ook de verschillende godsdiensten behandeld. Verder zijn er discussies over misdaad, verkrachting, vrouwen, gokken, lijmsnuiven, drugs, alcohol. Allemaal zaken die zich in de sloppen afspelen. Ook is er altijd een meditatie over een Bijbels onderwerp. En worden er lessen gegeven over hygiëne, hoe je je hoort te gedragen en over het leven op de Osiligifarm. Als laatste wordt er gevoetbald. De hele groep doet hier graag aan mee, en in de loop van het spel komen er steeds meer jongens en kinderen bij. Dit is zo ontzettend leuk! En ook zo mooi. Zoveel verschillende culturen en huidskleuren bij elkaar, die samen een potje voetbal spelen. Dan valt alles weg. Er wordt gelachen. En fanatiek zijn ze! Al wijken de spelregels behoorlijk af. Beter gezegd, ze ontbreken. Er wordt vol overgave geduwd, geschopt en onderuitgehaald. Bont en blauw kom je uit het spel. En niets is leuker dan westerlingen eens lekker in de modder te zien spartelen. Zelden zie je zoveel écht plezier bij de jongens. Ik haakte altijd voortijdig af. Zeg maar, nèt voordat je iets zou breken. Daarnaast staat op dat moment de zon hoog en de Keniaanse zon is dan behoorlijk heet, temeer doordat Nairobi op bijna 1700 meter ligt. Maar leuk is het. Het voetballen midden in de sloppen is altijd één van de mooiste dingen van het programma. Als je ziet dat de jongens even al hun ellende vergeten. En heel even gewoon kind kunnen zijn. Het geluid van hun lachen is iets wat je nooit vergeet. Na het voetballen krijgen de jongens een maaltijd aangeboden. Meestal is het kip met friet en flesje soda. De jongens eten het met een snelheid op die wij hen niet nadoen. Het is als hun leven in de sloppen, een survival, een overlevingstocht. Je weet niet wanneer je eet, je weet niet òf je die dag wel eet en je weet niet dat, wanneer je eet, iemand het van je afpakt. Dus graai je het weg en eet je het zo snel mogelijk op. Alles. Ook de botten van de kip. Niets, maar dan ook niets blijft over. Dit doet pijn om te zien.

Als iemand voor het eerst Kangemi bezoekt, of eigenlijk geldt dit voor alles wat je voor het eerst bezoekt, zelfs voor de kerk, wordt er verwacht dat je jezelf voorstelt, waarom je in Nairobi bent, wat je gaat doen, en hoe je relatie met God is. Dit kan soms onverwacht zijn, zoals mij in de kerk overkwam. En ook confronterend. Maar in Kangemi hebben de jongens zo hun vaste eerste vraag aan een gast. "Wat is het ergste dat je ooit hebt meegemaakt". Deze vraag zet je even helemaal stil. Even breekt het zweet je uit. Want wat ga je zeggen. Voor je zitten 23 jongens uit de sloppen. Straatjongens. Dakloos. Levend bij de dag. Kapotte kleding. Verstoten. Mishandeld. Uitgebuit. Verkracht. Sommige stoned van het lijmsnuiven. Ik daag u uit: stel het u voor. Wat gaat u vertellen? Ze verwachten een antwoord. Ze verwachten op al hun vragen een antwoord. En goed onderbouwd. En dat is vaak zo moeilijk. Soms moet je zeggen, ik weet het niet, maar ik vertrouw op God, Hij kent je, je mag Hem alles vragen. De jongens houden van een eerlijk antwoord. Ze hebben je zo door. Afrilift heeft als basis de Bijbel. Alle lessen worden hiermee verweven. Het wordt ze niet niet opgedrongen. Ze moeten niet. Ze mógen. Maar eerst een maaltijd. Een lege maag heeft geen oren. Zo werkt Afrilift in de sloppen. Op weg naar de Osiligifarm. Hierover een andere keer meer".

Frans Weller

Afbeelding
Afbeelding