Zonsopgang

..kwamen zij tot het graf, als de zon opging (Mark. 16:2b)

Markus tekent ons in de tekst een grote tegenstelling. Er staat dat de vrouwen tot het graf komen, toen de zon opging. Aan de ene kant is daar het donker van het graf. En aan de andere kant is er het licht van de zon.

We voelen wel aan dit echt twee grote uitersten zijn. Het graf, de begraafplaats, is het terrein van de dood. Voor de vrouwen het werkelijk onbegrijpelijke van de dood van Jezus. Deze plek herinnert hen aan Hem die zij zo intens liefhadden. En Die zij niet alleen niet kunnen, maar ook niet willen misen. Zij lopen nog met Zijn dood in hun schoenen, in hun handen: zie de specerijen. Dat, Zijn dood, het graf, drukt de stemming deze eerste dag van de week. Het laat zeer sombere en bedrukte gezichten zien. En weet u wat een begrafenis en een begraafplaats vaak nog somberder maakt? De weersomstandigheden – als het een grauwe en grijze dag is. Als het in de schepping somber en donker is, regenachtig en nat. We zeggen dan weleens: dat maakt het allemaal nog triester…

Terwijl er deze morgen helemaal geen reden voor een grafstemming is. Want kijk eens om u heen, vrouwen, kijk eens naar boven: de zon is opgegaan – de zon, niet alleen als teken van een nieuwe dag. Maar ook als symbool in de Bijbel voor licht, blijdschap en vrolijkheid.
In ieder geval leeft die blijdschap nog helemaal niet in het hart van de vrouwen. De kruisiging en de dood van Jezus heeft een diepe wond geslagen. Zij hielden zoveel van Hem – Hij was hun één en al, hun Heere en Meester. En aan Hem hadden zij alles te danken: genade, liefde, geloof en hoop. Maar ook vreugde, blijdschap en dankbaarheid – 'blijdschap in de Heere'.
Het was alsof het allemaal met de duisternis van Golgotha het graf was ingegaan. Zij zijn nu zo met zichzelf bezig, zij gaan zo op in hun verdriet en gemis dat zij nergens meer aan denken en zeker nergens meer op hopen. En helemaal niet zien hoe bij de aankomst bij het graf de zon opgaat.

Beste lezers, dat is het beeld van mensen die helemaal met zichzelf bezig zijn. Die zien niets meer, die merken niets van de omgeving. Wij kunnen het ook zijn: een oudere, een jongere, die zich afsluit en opsluit in zichzelf. Let er dan eens op waar de Heilige Geest op Paasmorgen op wijst? Op de zon die is opgegaan! Beter is om te zeggen: op Gods werk.
Een zonsopgang is niet het werk van iemand van het KNMI. Ze kunnen allemaal zon beloven, maar nooit 100 procent garanderen. Een zonsopgang is het werk van de Heere God, van Wie Jezus zegt in Mattheüs 5: 'Uw vader, Die in de hemelen is, doet zijn zon opgaan over bozen en goeden.' Hij is Het Die als Eerste wakker was en Die altijd wakker is! Want hij heeft ook op Paasmorgen Zijn zon aan de hemel gezet.
De vrouwen zijn niet de eersten, al zijn zij nog zo vroeg opgestaan. God is de Eerste – of ook, met vers 9a: Jezus, de Opgestane, is de Eerste! Het moet van de andere komen en het komt ook van de andere kant! Zoals God eens op de eerste morgen van de Schepping sprak: Daar zij licht! (Gen. 1:3) en heel de Schepping zich na de duisternis baadde in het licht dat Hij schiep. Zo spreekt Hij eeuwen later ook in het zonlicht op de eerste dag van de nieuwe week. Als de aankondiging van een nieuwe morgen, dé nieuwe morgen, dé nieuwe dag! De dag van de Opstanding van Jezus uit de doden!
Wat is dat bemoedigend voor ouderen en jongeren die in het donker lopen. De Paasdiensten en dagen zijn als een mistnevel aan je voorbijgegaan. Donkere wolken belemmeren het zicht op God, op de opgestane Heere. Een niet goed onder woorden te brengen duisternis houdt je hart gevangen. Hoe kom je daar uit? Hoe moet je verder? Hoe krijg je het weg? O, dat krijgen u, jij en ik ook niet voor elkaar, maar Hij wel! Hij, wiens Zon het duister van de nacht weet te verdrijven. Elke morgen kunnen we het weer zien als we opstaan en de zon schijnt – ook al zou hij niet schijnen: het donker moet het afleggen tegen het licht.
En zeker op de Paasmorgen wordt dat zichtbaar in de Opstanding van Jezus. Het donker van het graf en het duister van de dood moest Hem loslaten. Het kon de Zoon van God niet houden – ook hier verloor het donker het. Van Hem, Jezus, Die daar voor dag en dauw is opgestaan als dé Ochtendmens. Om mensen die in het donker voor te zijn en op te vangen! Paasleven begint niet bij ons, bij ons hart, bij onze stemmingen of gevoelens. Nee, het begint aan de kant van de zon, aan de andere kant van het graf. Paasleven begint altijd weer bij de hemel, bij het welbehagen en de genade van God. Zichtbaar gemaakt en onderstreept in de Opstanding van Jezus uit de doden.

Is dat niet bemoedigend en vertroostend in deze weken na Pasen? Voor een ieder die niet weet hoe uit het donker te komen? Voor iemand die niet meer weet hoe het nu licht wordt? Let op de Zon, let op de Paasvorst – Hij komt met Zijn licht en Hij maakt het licht. In het hart van een ieder die in het duister dwaalt en om Hem verlegen is. Dan kan er na Pasen een Adventslied gezonden worden: Voor elk die in het duister dwaalt, verstrekt deez' zon een helder licht! (Lofz. Van Zach.)

Dit is een verkorte weergave van de meditatie die in Eilanden-Nieuws van 23 april 2010 heeft gestaan.

Ds. E. de Mots