Voedseldroppings.
Voedseldroppings. Foto: Adri van der Laan

De geallieerde voedseldroppers vlogen op ooghoogte boven Dirksland

DIRKSLAND – Gemakkelijk was het zeker niet, een filmpje maken tijdens de bezetting. De Duitsers hadden fotograferen en filmen immers verboden, en ook in de laatste dagen voor de bevrijding liet de bezetter dat verbod niet varen. Maar Dirkslander C.A. Penning waagde het erop in de eerste week van mei 1945. Hij legde de vliegtuigen vast die onderweg waren om voedsel te droppen. Misschien deed hij dat vanachter zijn jas of door een raampje. In ieder geval niet open en bloot, dat was veel te gevaarlijk. De vliegtuigen zijn duidelijk zichtbaar op de beelden die de Dirkslander maakte, evenals onder meer de Voorstraat, de Kaai en de haven, de watertoren en de Winterstraat, waar Penning woonde.

Door Kees van Rixoort

Het filmpje is via via in bezit van de stichting WO2GO gekomen. Daar is het bewerkt, zodat de beeldkwaliteit wat is verbeterd, en van tekst en muziek voorzien. Ook zijn er algemene beelden van de voedseldroppings toegevoegd. Het eindresultaat is te zien op de website van WO2GO. Volgens Dennis Notenboom van de stichting is het uniek materiaal. "Het bevat bijna vijf minuten beeldmateriaal van Dirksland. Ongetwijfeld het enige beeldmateriaal dat er is van Goeree-Overflakkee tijdens de Tweede Wereldoorlog."

"Niet iedereen liep toen rond met een camera", zegt hij met gevoel voor understatement. "Fotograferen was uit den boze en filmapparaten waren er nog maar weinig. Penning heeft enigszins verborgen moeten filmen. De beeldkwaliteit was niet geweldig, terwijl andere films van zijn hand – ook van een reisje in 1938, vóór de oorlog dus – glashelder zijn. Maar nu was het oorlog en liepen de Duitsers rond."

Eerder dan de meidagen van 1945 vlogen er ook veel vliegtuigen boven Goeree-Overflakkee. Het was bijna een dagelijks ritueel. Het eiland lag namelijk veelal op de route van de geallieerde toestellen die op weg waren om Duitse steden te bombarderen. Maar die vliegtuigen vlogen hoog in de lucht. Ze waren wel te zien, maar alleen als stipjes.

Erg laag

De vliegtuigen, naast Amerikaanse B17's Lancasters van de Engelse en Australische luchtmacht, die voedsel kwamen droppen, tussen 29 april en 5 mei, vlogen veel lager. Op ooghoogte, zegt een ooggetuige, wiens verhaal door WO2GO aan de filmbeelden van Penning is toegevoegd. "Je zag ze dalen bij de Boezem. De piloten staken hun hand op." Een ander zegt dat ze naar schatting tweehonderd meter boven Dirksland vlogen. "Erg laag." Het schijnt dat de vliegtuigen soms bijna de telegraafpalen aan de haven of het torentje van het voormalige kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente raakten.

De voedselpakketten waren in de eerste plaats bestemd voor de grote steden, zoals Rotterdam, Utrecht en Amsterdam, waar grote honger heerste. Op Goeree-Overflakkee viel het mee met de honger. Er was voedsel genoeg, meer dan genoeg. Toch viel er af en toe een voedselpakket naar beneden. De tweede ooggetuige was erg blij met een pakket waaruit maar liefst zeven pond chocolade tevoorschijn kwam. "We hebben meer dan honderd mensen kunnen trakteren."

De voedseldroppings duurden een dag of zeven. Penning filmde één dag in mei. "Het bijzondere is dat dit het enige videomateriaal is dat is er is uit deze periode", zegt Notenboom. "Het kan niet dat er meer is. Ook bijzonder is dat er bewegende beelden zijn te zien van Dirksland in oorlogstijd. Je ziet de Lancasters over de haven scheren."

Dat er ruim zeventig jaar later belangstelling is voor deze filmbeelden is duidelijk. In de korte tijd dat het filmpje van Penning op de website van WO2GO staat, is het al meer dan 2500 keer bekeken. De stichting heeft het voornemen de site steeds verder te vullen met 'nieuw' materiaal. "We hebben bakken vol", zegt Dennis Notenboom. WO2GO heeft ook het plan om de inundatie meer onder de aandacht te brengen.

<kader1>

Manna/Chowhound

De laatste oorlogsmaanden leed Nederland honger. Vooral in de grote steden in het westen van het land. De geallieerden wisten met de Duitsers overeen te komen dat er voedseldroppings zouden komen. De Duitse bezetter wees corridors aan naar tien gebieden. Die corridors mochten de geallieerden gebruiken. De Engelsen doopten hun actie Manna en de Amerikanen spraken van operatie Chowhound. Vanaf 29 april zijn er acht dagen lang vele tonnen voedsel boven Nederland uitgestort.

<kader2>

Slachtoffer uit Stellendam

De voedseldroppings leverden indirect een slachtoffer op in Stellendam. Het ging om Adrianus van Rossum (1892). De boerderij waar hij met zijn gezin woonde – zijn eigen boerderijtje was op last van de bezetter afgebroken – kreeg op 29 april 1945 te maken met een overval door vier Duitse militairen. Ze dachten dat Van Rossum zich een of meer gedropte voedselpakketten had toegeëigend en eisten die op. Van Rossum wist echter van niets. Hij had geen pakketten. De Duitsers geloofden hem niet en schoten hem van dichtbij neer. Met paard-en-wagen werd Van Rossum naar het ziekenhuis in Dirksland gebracht, waar hij tijdens de operatie overleed.

Bron: 'Blijvend gedenken' van David Hoogzand.

<foto>

<foto>

Voedseldroppings.

Afbeelding
Dirksland vanuit een Lancaster tijdens de voedseldroppings. Goed te zien zijn de Philipshoofjesweg, links de oude watermolen en op de achtergrond een schim van de watertoren. Foto uit 'Operatie Manna' van Hans Onderwater.
Adrianus van Rossum.