Feuilleton Jon Knox

De mannen kennen geen genade. Zij komen om wraak te nemen voor de dood van Wishart en zij vergeten dat de Heere gezegd heeft: 'Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden.'
Zo doden ze de kardinaal met het zwaard en ze menen hiermee de Hervorming een dienst te doen. Maar Gods Woord zegt: 'Niet door kracht of geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.'
Bij deze edellieden is het niet in de eerste plaats de liefde tot de kerk des Heeren die hen drijft, maar hun eigen plannen. Zij vieren hun wraaklust bot, onder de schijn de Hervorming te dienen.
Zo eindigt het leven van de goddeloze kardinaal Beaton en wordt de profetie van de stervende dominee Wishart vervuld.

4. De dominee van St. Andrews

Rillend alsof hij koorts heeft, is Ralph thuisgekomen. John Lesley wierp hem na de moord een zakje met goudstukken toe. Gedachteloos heeft hij het bij zich gestoken.
Hij moet weg, weg uit dit kasteel, waar hij zulke vreselijke dingen heeft gezien. Zo snel mogelijk gaat hij naar huis en terwijl de hele stad St. Andrews in opschudding komt, kruipt Ralph in bed en probeert alles wat hij moest doorstaan te vergeten in een onrustige slaap.
Zijn vrouw vraagt hem wat er gebeurd is: Ralph geeft geen antwoord. Zij begrijpt er niets van. Daarom stuurt ze Pim eropuit en die komt al spoedig terug met het ontstellende bericht dat de kardinaal dood is. Door de hele stad gonst het verschrikkelijke nieuws.
Nu gaat vrouw Balfour een licht op. Zou Ralph, haar man, erbij betrokken zijn geweest? O, dat is zo goed als zeker. Ze gaat naar zijn bed.
Ralph houdt zich slapende, maar kan dit niet lang volhouden; hij moet antwoorden op de vragen van zijn vrouw.
'Heb jij meegedaan aan de moord op de kardinaal, Ralph?' vraagt ze en er klinkt zorg en angst in haar stem.
'Ik, meegedaan? Hoe kom je erbij?'
'Waarom kruip je dan in bed, Ralph?'
'Ik voel me ellendig, vrouw. O, ik voel me zo ellendig, laat me toch met rust.'
Maar daar kan ze niet aan denken. Zij is veel te ongerust. Een moord, en nog wel op de kardinaal, dat kan ernstige gevolgen hebben. En als haar man daarbij betrokken is! In haar verbeelding ziet zij al de zeetoren opengaan voor Ralph. Zou de geldzucht hem nu weer te pakken hebben gekregen? In zijn kleren vindt ze de goudstukken, die Lesley hem gaf. Nee, het kan bijna niet anders: Ralph moet eraan hebben meegedaan.
Ze blijft Ralph maar vragen stellen en eindelijk vertelt Ralph haar de hele toedracht. Het is een hele opluchting voor haar als ze begrijpt dat haar man feitelijk volledig onschuldig is. Ja, hij had niet anders gekund dan de weg te wijzen in het kasteel. Daar was hij toe gedwongen. Zoiets kon je hem toch niet verwijten.
Dat hij zich nu ellendig voelt, dat hij de naam van de kardinaal niet eens kan aanhoren, kan zij best begrijpen.
'Probeer maar wat te slapen, Ralph', zegt ze, 'dan zal de akeligheid wel overgaan.'
Ralph kruipt onder de dekens en zijn vrouw gaat aan haar werk. Ze had zich bezorgd gemaakt om niets. Gelukkig maar; het was dat goud, dat haar zo angstig had gemaakt.
Overigens begrijpt ze snel genoeg, dat ze – ook al zou Ralph hebben meegedaan – geen kwaad te vrezen hebben. De Lesleys zijn nu immers baas in St. Andrews. Als een lopend vuurtje gaat de tijding van de dood van Beaton door het land. Zijn vijanden juichen, maar de Katholieken zijn geweldig kwaad. Ook onder de Gereformeerden keuren velen de daad af. Het was geen liefde tot Hervorming die de Lesleys en hun makkers tot deze moord had ge­dreven, maar een persoonlijke wraakneming.
De stad St. Andrews wordt flink versterkt. Het is duidelijk dat de samenzweerders niet van plan zijn om haar spoedig weer uit handen te geven. St. Andrews begint een toevluchtsoord voor de vervolgde Gereformeerden te worden. Hier zijn ze veilig en kunnen ze in vrijheid Gods Woord horen verkondigen.

Een paar dagen na de moord op de kardinaal is Ralph weer wat tot rust gekomen. Hij probeert een van de heren Lesley te spreken. Het is John en deze herkent hem nog.
'Of jij op het kasteel mag blijven werken, vraag je? Zeker, m'n beste man, jij hebt ons toen in die nacht goed geholpen. We mochten in je huisje zijn en je was een uitstekende gids.'
Ralph wil nog zeggen, dat hij Rooms-Katholiek is en dat hij dominee Wishart heeft verraden, maar die eerlijke bui gaat snel over. Het is ook niet nodig, dat hij dit meldt. Hij kan zich beter op de vlakte houden. Als er gepreekt wordt, dan kan zijn vrouw er weleens heen of anders Pim, die wil dat wel graag.
Er wonen trouwens nog wel Katholieken in St. Andrews, maar die zijn nu ver in de minder­heid. Mondje dichthouden, dat lijkt Ralph op het ogenblik de verstandigste tactiek. Zo werkt hij nu geregeld op het kasteel en hij is blij dat hij een goed stuk brood kan verdienen.

Dit duurt ongeveer een jaar. Dan hoort Ralph een bericht dat hem de schrik om het hart doet slaan. Hij durft er pas over te spreken met zijn vrouw, als de kinderen naar bed zijn en hij zeker weet dat ze slapen.
'Wat denk je, dat ik nu gehoord heb, vrouw?' begint hij.
'Lieve man, wat heb je gehoord? Is het belangrijk nieuws?'
'Voor veel mensen is het een goede tijding, maar voor mij niet. Ik houd niet van die strenge dominee. Hij kijkt een mens bijna door zijn lichaam heen.'
'Wie bedoel je, Ralph?'
'Wel, dominee Knox, niemand anders.'
'En wat is er dan met hem?'
'Hij komt naar St. Andrews. Met Pasen zal hij al hier zijn.' Ralph kijkt z'n vrouw aan om te zien welke uitwerking zijn woorden zullen hebben.