Jan Altena heeft het boekje op vrijdag 12 februari aangeboden aan mevrouw Jurjens-Hofsink in Den Ham. Zij is een dochter van Egbert Hofsink en Hendrika Kleinjan, bij wie de gebroeders Kievit uit Herkingen onderdoken.
Jan Altena heeft het boekje op vrijdag 12 februari aangeboden aan mevrouw Jurjens-Hofsink in Den Ham. Zij is een dochter van Egbert Hofsink en Hendrika Kleinjan, bij wie de gebroeders Kievit uit Herkingen onderdoken. Foto: PR

Flakkeese onderduikers in Beerzerveld

GOEREE-OVERFLAKKEE – 'Flakkeese onderduikers in Beerzerveld'. Dat is de titel van een boekje dat op 12 februari verscheen bij boekhandel Heijink in Hardenberg. Het boekje is geschreven door Jan Altena en gaat over het verhaal van twee onderduikers uit Herkingen, Pieter en Lambrecht Kievit, die eind 1944 op transport werden gesteld om in Duitsland te gaan werken. Bij Wierden werd hun trein beschoten, waarna een aantal tewerkgestelden wist te ontsnappen. Enkelen werden op de vlucht doodgeschoten. De gebroeders Kievit kwamen na een voettocht op een adres in Vroomshoop terecht. Het verzet bracht de beide broers enkele dagen later naar de familie Hofsink in Beerzerveld. Daar maakte het Flakkeese duo de bevrijding mee. Na een familiebezoek in Musselkanaal keerden ze terug naar hun woonplaats op Goeree-Overflakkee.

Door Kees van Rixoort

Hoe komt iemand uit Hardenberg op het spoor van dit verhaal?

Jan Altena: "Er is niet naar gezocht. Ik werd door mijn zwager Joop Bouwhuis met een verfomfaaid krantenknipsel geconfronteerd. Tijdens het opruimen vond hij het tussen allerlei paperassen. Het was een kopie van het artikel, helaas zonder datum of naam van de krant. Dit artikel beschrijft een stukje oorlogsgeschiedenis in en om Beerzerveld en zou, dacht mijn zwager, misschien wel interessant zijn voor mij. Ik heb het met belangstelling gelezen. Dit deed mij besluiten om meer bekendheid aan het verhaal te geven en enig aanvullend onderzoek te doen. Het betreffende artikel was afkomstig uit Eilanden-Nieuws van vrijdag 23 december 1994, zo bleek uit informatie van WO2GO."

Hoe zou u het boekje willen samenvatten?

"Op transport naar Duitsland, ontsnapt en toen ondergedoken in Beerzerveld. Dit is in één enkele zin het verhaal over de periode december 1944 tot mei 1945 van Pieter en Lambrecht Kievit uit Herkingen. Zij werden met andere jongemannen van Goeree-Overflakkee op transport gesteld om verplicht in Duitsland te werken. De tocht ging vanuit Dirksland, via Middelharnis, Rotterdam, Gouda, Amsterdam en per rijnaak naar Kampen en daarna per trein. In Wierden werd de trein beschoten, waarna velen de gelegenheid namen om te vluchten. Hierbij vielen enkele dodelijke slachtoffers.

Na een lange tocht te voet kwam een groepje met de beide broers terecht bij de families Kolkman aan de Vierzonenweg (later Kolkmanweg). Van daaruit werden Pieter en Lambrecht door het verzet naar de familie Hofsink aan de Kanaalweg West in Beerzerveld gebracht. Op dit adres hebben de beide broers de oorlog uitgezeten. Na de bevrijding bezochten ze op een tandem familie in Musselkanaal, waarna ze de tocht terug naar huis maakten.

De gehele periode in Vroomshoop en Beerzerveld, met alle belevenissen daar, zijn uitvoerig in het boekje van 40 bladzijden beschreven. Een aantal gebeurtenissen en situaties zijn in een nawoord toegelicht. Ook de familiegegevens van Hofsink, Kolkman en Kievit zijn opgenomen en waar mogelijk van foto's voorzien."

Is er veel studie voorafgegaan aan deze publicatie? Waar komt het materiaal vandaan?

"Ik zou het geen studie willen noemen, maar onderzoek. In eerste instantie zijn persoonlijke bezoeken afgelegd bij de nakomelingen van het onderduikadres, de familie Egbert Hofsink, om zo het verhaal (de memoires) van Piet Kievit te verifiëren en aan te vullen. Ook zijn op deze wijze nog enkele foto's verkregen. Hetzelfde heb ik gedaan met de nakomelingen van Teunis Kolkman, die nu allemaal in Canada wonen.

Ook zijn na een lange zoektocht via internet en afgaande op informatie van de familie Hofsink, nog nakomelingen van Pieter en Lambrecht Kievit gevonden, respectievelijk in Rotterdam-Hillegersberg en Apeldoorn. Voor de Rotterdamse tak heb ik veel moeite moeten doen. Op een gegeven moment heb ik gewoon het telefoonboek gepakt en ben Kieviten gaan bellen, net zo lang totdat ik beet had. Deze contacten leverden de informatie op over de gezinssamenstelling van Kievit, en de beide trouwfoto's van Pieter en Lambrecht.

Naast al deze contacten heb ik via internet veel nieuws uit het weekblad Opbouw gehaald, onder andere de voorgeschiedenis van en de aanmelding voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. De memoires van Pieter Kievit zijn in Eilanden-Nieuws teruggevonden. Door de verhalen aan elkaar te koppelen is zo één geheel ontstaan dat de gehele periode omvat, vanaf de razzia's op het eiland tot na de bevrijding in Beerzerveld."

Waren er veel onderduikers in die contreien?

"Op het platteland had bijna elke boerderij wel een onderduiker, en soms zelfs meer dan één. Als er geen schuilplaats – bijvoorbeeld onder de vloer of boven in een kast – in de boerderij was gemaakt, dan had men wel een hol in een zogenoemde turfbult achter de boerderij gemaakt, of gewoon in een bos. Overdag was men dan gewoon op de boerderij bezig en bij onraad en 's nachts verschool men zich in de schuilplaats. De aanwezige NSB'ers werden door de kerkenraad bezocht (in feite waren het leden van de knokploeg) en vermaand om zich als goede Nederlanders te gedragen. Er zijn verhalen bekend, dat enkele NSB'ers een waarschuwing gaven als zij wisten dat er ergens een razzia zou worden gehouden."

Wat is de waarde van dit verhaal? Waarom is het belangrijk? Waarom moeten de eilanders het lezen?

"De waarde van het verhaal is dat de jeugd van tegenwoordig er zich van bewust wordt, dat in die oorlogstijd heel veel mensen hun leven in de waagschaal stelden door het in huis nemen van onderduikers, of het nu Joden waren of mensen uit het verzet, die door de Duitsers en de Nederlandse SS werden gezocht. Men liep het risico om standrechtelijk zonder proces ter plekke doodgeschoten te worden.

Maar ook de gewone hulpvaardigheid was in deze omgeving groot. Heel veel gezinnen hebben kinderen uit het westen in hun huis opgenomen, te beginnen met kinderen uit Rotterdam, eind mei 1940, en later, in de Hongerwinter, onder andere uit Gouda. Ook zijn de 'etenhalers' uit het westen van het land hier gastvrij voorzien van voedsel.

Voor de eilanders kan het van waarde zijn om nu, na zoveel jaar, begrip te krijgen voor de keuze van hun mede-eilandbewoners om zich toch voor de Arbeitseinsatz in Duitsland te melden. Op een eiland had men letterlijk maar beperkte mogelijkheden om zich te verbergen en ook waren de represailles van de Duitsers niet mis, zoals de beide broers Kievit moesten vaststellen. De straffen bestonden uit bijvoorbeeld het afbranden van boerderijen en erger."

Ik begreep dat u meer boeken heeft geschreven over de tijd van de Tweede Wereldoorlog, waar gaan die over?

'Bommen op Diffelen' over de bom die op 28 november 1944 is afgeworpen. De reden waarom – en waarom op deze plaats – is niet achterhaald. De bom viel in de nachtelijke uren precies op een boerderij in de buurtschap Diffelen in de gemeente Hardenberg. Hierbij kwamen de boer en zijn knecht om het leven. Dit boek ontstond tijdens de zoektocht naar genealogische gegevens van mijn schoonfamilie. De knecht bleek een link te hebben met deze stamboom.

'Een zwarte dag in Ane, 19 juli 1943' is ontstaan uit een paar krabbels op een papiertje, ooit opgeschreven door mijn boekhandelaar Heijink in Hardenberg. Hij woont in Gramsbergen en wist uit overlevering dat er op die dag een onderduiker tijdens de vlucht door Nederlandse bewakers van kamp Erika bij Ommen, was doodgeschoten. Ane is een buurtschap in de toenmalige gemeente Gramsbergen, nu gemeente Hardenberg. Het boekje is geschreven na archiefonderzoek, bezoeken bij (voormalige) buurtbewoners en het bestuderen van politiedossiers.

'Standrechtelijk doodgeschoten, over het leven van Egbert Altena.' Hij was een broer van mijn vader en woonde in Kampen, waar hij hoofdonderwijzer was van een lagere school, de Groen van Prinstererschool, uitgaande van de Gereformeerde Gemeente. Hij is op 28 september 1944 bij een gerichte razzia uit huis gehaald en een paar uur later met nog twee anderen voor een vuurpeloton van Duitsers geplaatst en doodgeschoten. Formeel was de reden, dat hij had geweigerd zich te melden. De Duitsers hadden namelijk de mannelijke bevolking opgeroepen om zich met schop te melden voor het werken aan de IJssellinie."

Afbeelding