Gemeente zag gasleiding Bommelsedijk over hoofd

DEN HAAG/DEN BOMMEL - De voormalige gemeente Oostflakkee blijkt een ondergrondse gasleiding over het hoofd te hebben gezien op een locatie aan de Bommelsedijk, waar een aantal jaren geleden van de gemeente vier woningen gebouwd mochten worden.

Dit kwam donderdag naar voren tijdens een rechtszaak bij de Raad van State. Het bouwplan ging toen niet door, maar inmiddels heeft de gemeente een nieuw bestemmingsplan gemaakt voor vier huizen op dezelfde locatie.

''De hele dijk had in de lucht kunnen vliegen'', zei George Hainey gisteren in Den Haag. Hij maakte bezwaar tegen het oude plan, maar verzet zich ook tegen het nieuwe bestemmingsplan Bommelsedijk 1-3, waar hij tegenover woont. ''De gemeente wist gewoon niet dat er een gasleiding lag'', zegt hij. Bij grondboringen had de veiligheid van alle dijkbewoners op het spel gestaan. Volgens Hainey was de gasleiding in die tijd ook nog dichtgeslibd, waardoor de gasdruk hoger was dan normaal. Hainey en zijn echtgenote blijven zich verzetten tegen de vier geplande woningen tegenover hun huis. Ze verliezen daardoor hun vrije uitzicht over de polder.

Projectontwikkelaar S. van der Voorn zegt bereid te zijn de woningen zo te bouwen dat er doorkijkjes ontstaan, maar dan krijgt hij de uitrit van de woningen recht tegenover zich, zegt Hainey. ''De dijk is smal en de uitrit gaat steil omhoog tegen de dijk op. Een keer teveel gas geven en ze rijden mijn huis binnen''. De gasleiding zal door Stedin verlegd worden. Dat gebeurt als de rechter de woningbouw toelaatbaar vindt. Verleggen van de leiding kost de ontwikkelaar 3.000 euro per woning.

De Raad van State moet onderzoeken of de woningen een goede verkeersontsluiting kunnen krijgen op de Bommelsedijk. Het rechtscollege gaat ook kijken naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de woningen die tegen het dijktalud komen. Verder onderzoekt de Raad van State de behoefte. Van der Voorn denkt 300.000 euro te gaan vragen voor de huizen. Volgens de gemeente is daar vraag naar. Uitspraak over zes weken. (Persbureau Cerberus)