Neem en Lees
Het gebed des Heeren
'Het gebed des Heeren' wordt door Hugh Latimer op een bijzonder pastorale wijze in zeven preken uitgelegd. De opzet van de preken is eenvoudig en Latimer spreekt zowel jong als oud aan. Het boek is verschenen bij Om Sions Wil onder ISBN-nummer: 9.789.491.586.606 en kost € 16,95.
Wie was Hugh Latimer? Hij is samen met Nicolas Ridley op de brandstapel verbrand (1555). Uit het martelarenboek het volgende citaat: 'Toen brachten ze een brandende takkenbos en legden die aan de voeten van Ridley neer. Latimer zei daarop tegen hem: Heb goede moed, Mr. Ridley, en wees een held; vandaag zullen wij door Gods genade een kaars in Engeland aansteken die – naar ik vertrouw – nooit uitgedoofd mag worden' (John Foxe). Deze verbranding staat nu bekend als de Oxford-martelaren. Hugh Latimer is 68 jaar geworden.
Dit boek bevat een korte levensbeschrijving van de hand van ds. M. van Kooten te Elspeet.
Een kort citaat uit de laatste preek:
Zoals ik u eerder al zei, kunnen we dit gebed in zijn geheel of in gedeeltes opzeggen, zoals we daartoe aanleiding zullen zien, want:
Wanneer we zien dat Gods Naam gelasterd wordt, kunnen we zeggen: 'Onze Vader, U Naam worde geheiligd.'
Wanneer we de duivel zien heersen, kunnen we zeggen: 'Onze Vader, Uw Koninkrijk kome.'
Wanneer we zien dat de wereld tot goddeloosheid geneigd is, kunnen we zeggen: 'Onze Vader, Uw wil geschiede.'
Wanneer we ons noodzakelijke dingen ontbreken, hetzij voor ons lichaam of voor onze ziel, kunnen we zeggen: 'Onze Vader, die in de hemelen zijt, geef ons heden ons dagelijks brood.'
Wanneer ik mijn zonden gevoel en ze mij verontrusten en bedroeven, dan kan ik zeggen: 'Onze Vader, Die in de hemelen zijt, vergeef ons onze schulden'.
Tot slot, wanneer we bewaard willen worden voor alle verzoekingen, zodat ze niet over ons zegevieren en de duivel ons niet verslindt, kunnen we zeggen: 'Onze Vader, Die in de hemelen zijt, leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. 'Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen.'
De verborgenheid van het geloof ontsloten
Opnieuw ligt een boek voor me, dat uit het Engels vertaald is door N.A. Eikelenboom. Deze keer betreft het een uitgave van Andrew Gray: 'De verborgenheid van het geloof ontsloten.' Bij Den Hertog uitgegeven onder het ISBN-nummer: 9.789.033.127.274 en kost € 15,90. Andrew Gray (1633-1656) werd al op jonge leeftijd predikant in het Schotse Glasgow. Hij diende de gemeente van 1653 tot aan zijn overlijden. Zijn indringende preken getuigen van Gods rijke genade in Christus.
Op de cover lees ik: geloven is een gebod. Tegelijkertijd is het Gods geschenk aan de mens, op grond van de verdiensten van Christus. In het geloof is die mens rechtvaardig voor God en een erfgenaam van het eeuwige leven.
In dit boek spreekt Gray op een treffende wijze over de genadegave van het geloof. Het bevat zes preken naar aanleiding van 1 Johannes 3:23: 'En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus.'
In 'Ten geleide' schrijft de vertaler dat de oorspronkelijke uitgave niet zes, maar negen preken omvatte: zes over 1 Johannes 3:23, twee over Hebreeën 2:3 en één over Psalm 89:49. Omdat deze niet aansloten bij het thema van de verborgenheid van het geloof, zijn ze in dit boek niet opgenomen.
Het geloof steunt op Christus alleen. Het is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Alle preken zijn doortrokken van het verlangen om de verborgenheid van dat geloof enigszins te ontvouwen en Christus als volkomen Zaligmaker aan te prijzen.
Een citaat uit de 6e preek: Geloven in de Naam van Christus
'Er zijn drie heel kostbare en fundamentele genadegaven die een christen vooral zou moeten nastreven: er is de verheffende genadegave van het geloof, de vertroostende genadegave van de hoop en de verlangende genadegave van de liefde (blz. 116).
…Het verschil tussen deze genadegaven is dit: het geloof is een ingetogen en stille genadegave, de hoop is een geduldige en ootmoedige genadegave en de liefde is een ijverige en ongeduldige genadegave.
Het geloof roept uit: O mijn ziel, wees stil tot God. De hoop roept uit: Ik zal geduldig op de Heere wachten tot het visioen zal spreken. Maar de liefde roept uit: Hoelang duurt het totdat Gij komt?
Van harte aanbevolen voor allen die van genade mogen leven en voor hen die de genade smekend begeren.
B.S. VAN GRONINGEN
