Advies Culturele Raad aan Gemeentebestuur:

Belast dorpsraden niet met taak lokaal cultuurbeleid te voeren

GOEREE-OVERFLAKKEE – In een schrijven aan het college en de gemeenteraad geeft de Culturele Raad advies over het tot stand komen van en over het concept Beleidsnota Erfgoedcultuur 2016-2020. De Culturele Raad was niet betrokken bij het beleidsplan Mooi en loopt nu tegen zaken aan die rechtstreeks verband houden met de uitgangspunten van deze beleidsnota, zoals het afschaffen van de waarderingssubsidies voor culturele verenigingen en stichtingen. De waarderingssubsidies waarborgden continuïteit en daarmee een basis voor kwaliteit. Deze basis valt weg met het Mooi-systeem, dat werkt met incidentele subsidies per project of per kern.

Door Jaap Ruizeveld

Een tweede bezwaar van de Culturele Raad bij de subsidiëringssystematiek volgens het beleidsplan is, dat culturele verenigingen en stichtingen met het verdwijnen van structurele subsidies de mogelijkheid ontnomen wordt tot cofinanciering vanuit andere fondsen.

Ook vloeit uit de Mooi-systematiek voort (vermeld in de concept beleidsnota) dat initiatie en uitvoering van veel culturele activiteiten bij dorpsraden wordt neergelegd. Dat kan de ontwikkeling van dorpskern- overstijgende programma's belemmeren.

Ongewenst

In dit verband vraagt de Culturele Raad zich ook af of men de dorpsraden moet belasten met de taak om lokaal het cultuurbeleid te voeren. Immers, door hen de financiële (cultuur)middelen te laten verdelen geeft men de dorpsraden een belangrijk sturingsinstrument in handen om het cultuurbeleid op lokaal niveau te bepalen. De Raad vindt deze ontwikkeling ongewenst: cultuurmakers zouden zélf die verantwoording moeten kunnen nemen. Zij plaatst kanttekeningen bij het begrip cultureel ondernemerschap. De Raad pleit ervoor dat de gemeente zich hier terughoudend opstelt. Zij moet er voor waken dat cultureel ondernemerschap geen synoniem wordt van het niet willen dragen van verantwoordelijkheid. Dit voor het behoud en door ontwikkelen van al het mooie en goede wat er op het eiland aan cultuur en erfgoed te genieten valt.

Biedt expertise

Tenslotte stelt de Culturele Raad dat zij bewondering heeft voor de betrokken partijen bij de herstructurering van het muziekonderwijs. Die samen de schouders onder het project zetten. De Raad wijst er op, dat voor een succesvolle herstructurering en exploitatie ook kennis van zaken nodig is over binnen-schoolse muziekeducatie alsmede de organisatie, coördinatie en kostenstructuur hiervan. Wanneer niet tijdig onderkend wordt dat men wellicht deze kennis mist, dan vreest de Culturele Raad voor een mislukking van het voorgenomen muziekgebouw en het aanbieden van kwalitatief goed AMV op de basisscholen. Het verdient aanbeveling de betrokken partijen expertise te bieden, ofwel hen in staat te stellen zich die kennis extern te verwerven.