Ds. S. Maljaars. Foto: Hans Villerius
Ds. S. Maljaars. Foto: Hans Villerius Foto: Hans Villerius

Ds. S. Maljaars neemt afscheid van Middelharnis

MIDDELHARNIS - In het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente van Middelharnis/Sommelsdijk vond dinsdagavond 26 jannuari de afscheidsdienst plaats van ds. S. Maljaars. De predikant verliet Middelharnis na het aannemen van het beroep dat de Gereformeerde Gemeente van Meliskerke in september jl. op hem uitbracht. Middelharnis was voor ds. Maljaars (47) de eerste gemeente die hij diende, sinds september 2010.

Door Hans Villerius

De scheidende predikant hield zijn laatste preek als eigen herder en leraar van deze kerkelijke gemeente uit Psalm 51 vers 20a: Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op. Als thema voor de preek stelde ds. Maljaars: 'Een bede voor Sion' en stond naar aanleiding daarvan stil bij drie gedachten: 1) wat de bidder vraagt: doe wel bij Sion en 2), waarop de bidder wijst: Uw welbehagen. Ruim vijf jaar geleden deed ds. Maljaars intrede in Middelharnis met 'een boodschap voor Sion', nu nam hij afscheid met 'een bede voor Sion', zo begon hij zijn afscheidspreek.

Doe wel bij Sion

"David heeft het verzondigd: de zonde met Bathseba, liegen, doodslaan, niet in de schuld komen voor de Heere. Pas als Nathan tot God wordt gezonden komt David in de schuld, buigt hij voor God en belijdt hij zijn zonden. Dan zien we een bedelende koning, die vanuit het stof bidt om herstel in Gods gunst en gemeenschap. Maar ook om kerkelijk herstel. Zo is deze tekst een bede van een uitgewerkte zondaar, die in de schuld voor God kwam. Is dat in de afgelopen jaren gebeurd, dat schuld werkelijk schuld en zonde werkelijk zonde werd? Dat die vinger van Nathan die in Davids leven kwam ook ons aanwees? Maar ook dat we iets hebben mogen proeven van wat genade is? Uit de diepte als een arme bedelaar bidt David : doe wel, doe goed bij Sion.
David bidt voor Gods volk. Door zijn zonde is David tot ergernis van het volk geworden. Nu bidt hij dat door zijn zonde de kerk geen schade zal lijden. Vandaar de bede: doe wel bij Sion. Bouw de muren van Jeruzalem op. Mag Sion weer delen in Uw gunst en vrede? Sion is de berg waarop de tempel is gebouwd. Het is een beeld van Gods huis, van de plaats waar Gods gemeente samenkomt. Maar in het bijzonder is Sion ook Gods kerk. En daar bidt David ook voor, want er zijn veel vijanden die Sion op het oog hebben.
Moge het ook ons gebed zijn als we u verlaten: doe wel bij Sion, aan de gehele gemeente van Middelharnis, maar in het bijzonder ook aan Gods volk onder hen. Dat ze mogen worden opbouw in het allerheiligst geloof en mogen opwassen in de genade en kennis van onze Heere Jezus Christus."

Naar Uw welbehagen

"David wijst in zijn gebed op het welbehagen van God. Alleen dat is de bron waarom de Heere Sion wel kan doen. Welbehagen heeft iets in zich van 'goede wil'. De Heere wil over Zijn volk het goede. Gods woord is vol van het woord welbehagen. Het is het kloppende hart, de eeuwige fontein waaruit de zaligheid van Sion ontspringt. Maar welbehagen heeft ook iets in zich van uitstrekken. Het welbehagen Gods strekt zich uit naar zondaren, om hen goed te doen. God heeft het niet nodig om door mensen gediend te worden, maar zijn liefdesoog strekt daar toch naar uit.
Zonder welbehagen had dit nooit gekund en had 't ook voor David eeuwig kwijt geweest. Daarom bidt David wijzend op Gods eigen welbehagen. Waar had hij het anders van kunnen verwachten? Daarom geldt ook voor Gods volk: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde en daarom heb Ik u getrokken met koorden van goedertierenheid. Dat zit in dit welbehagen begrepen en daar alleen kan het om. Het zal van Boven moeten komen, anders is het voor eeuwig kwijt. Er zal een Goddelijk genadewerk van Boven naar beneden in het zondaarshart moeten komen. Daarin zit meteen ook de ruimte. Daarom kunnen we bekeerd worden. En dat werk gaat door ook als een predikant vertrekt.
Vanuit het welbehagen Gods ben ik in 2010 naar Middelharnis gekomen. Datzelfde welbehagen zendt me nu naar dat Zeeuwse volk. Daarom moet en mag ik u loslaten. Toch houdt dat welbehagen niet op, want dat is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Laat u dat tot moed mogen zijn. God blijft zorgen voor Zijn kerk. Dat kan alleen door Christus. Alleen in Zijn Zoon kan God met welgevallen en in goedgunstigheid op Zijn volk neerzien. Omdat Christus voor schuldige verbondsbrekers de straf heeft betaald.
De toepassing van dat heil gaat in de weg van Psalm 51 en van Zondag 2 t/m 6 van de Catechismus. Buigen onder de zonde en onder Gods recht. Dan word ik een arme van geest, maar hunner is het koninkrijk der hemelen. En zulken gaan ook steunen op de genade Gods in Christus alleen. Zo kan de zondaar een band krijgen met de Middelaar. Dat hebben we nodig. Dat die band gelegd en uitgewerkt wordt. Dat dit werk in de gemeente van Middelharnis maar door mag gaan! Dat schuldverslagen zondaren iets van die schuldvergeving mogen gaan ervaren en de toepassing van Jezus' bloed aan het hart mogen kennen. Dat is de boodschap die er was en de boodschap die er is. Maar ook dat Sion uitgebreid zal worden. Uw God o Sion is van geslacht tot geslacht, naar Uw welbehagen. Daar ligt de zaligheid van Sion in vast.
Smeek om een kind van Sion mag zijn of worden. Dat is niet aan een dienaar gebonden, maar het kan alleen door die Ene, Die volmaakt bidt: Doe wel naar Sion naar Uw welbehagen. Door Zijn voorbede gaat het nooit verkeerd. Hij houdt Zijn kinderen in het hart en in het oog. Hij leeft altijd om voor Zijn volk te bidden. Hij behartigt de belangen van Zijn volk aan de rechterhand van Zijn Vader. Dát is een andere Ambtsdrager, een Ambtsdrager die nóóit afscheid neemt van Zijn volk. Want Hij blijft tot in der eeuwigheid."

Toespraken

Aan het eind van de dienst werd de scheidende predikant toegesproken door ds. P.D. den Haan namens de Classis Tholen, door ds. G.R. Procee namens de plaatselijke kerken, door wethouder F.J. Tollenaar namens het gemeentebestuur en door ouderling M. de Geus namens de kerkenraad en de eigen kerkelijke gemeente.