Gratie Gods

De meest libertijnse partij in ons land, D66, wil 'bij de gratie Gods' uit de afkondiging van onze wetten halen. De wetten in ons land, en de Koning regeren 'bij de gratie Gods'. Met deze zin wil historisch gezien gezegd zijn dat het gezag niet rust op menselijke voorkeuren maar geschonken wordt door God. Gezag en macht heeft van oudsher een goddelijke oorsprong. Dat is eeuwenlang de gedachte geweest.

We leven inmiddels in andere tijden. Voor de overgrote meerderheid is God, de Bijbel en de kerk een volslagen onbelangrijke zaak geworden. De ontkerkelijking neemt ook steeds verder toe. Het gezag is voor veel mensen afgeleid van de volkswil. Wat de meerderheid van het volk wil of beslist is de grondslag voor het samenleven. We noemen die visie de volkssoevereiniteit. Ze werd na en in de Franse Revolutie gemeengoed in Europa.

Er zit natuurlijk aan deze gedachte een begrijpelijke kant. Een regering kan niet zomaar alles doen, los van het volk. Regeringen zijn er om het volk te dienen en niet om het volk te misleiden, te bedriegen en uit te buiten. Helaas is dat in veel landen nog wel het geval. In Afrika zijn heel wat regiems waar de leiders zich ten koste van de bevolking verrijken. Ook een land als Noord-Korea houdt met de wensen van de bevolking geen rekening. Dergelijke overheden handelen niet conform de Bijbelse opdracht om dienstbaar te zijn voor het volk.

Aan de andere kant echter is het een groot gevaar om het gezag alleen bij het volk te leggen. Dan is er geen vaste norm voor doen en laten. Dan wordt het beleid bepaald door wat de meerderheid wil of toestaat. Ooit heeft Hitler voor zijn afschuwwekkende gedachten de steun gekregen van de meerderheid van de Duitse bevolking. Er zit dus een heel groot gevaar aan het volgen van de volkswil. Iets soortgelijks zien we vandaag de dag rond de vluchtelingen. Laten beleidsmakers hierbij toch niet teveel hun oren laten hangen naar de meerderheid van de bevolking. Vluchtelingen hebben meer nodig.

Het is triest dat meer en meer het christelijke denken verdwijnt uit wetgeving en regeerbeleid. We leven nu eenmaal in een niet-christelijk land. Dat wordt door dit soort gedachten nog weer eens onderstreept. Voor christelijke partijen en politici brengt dit de dure roeping met zich mee om actueel getuigend en fundamenteel te blijven spreken. We kunnen dit soort dingen niet met een grapje afdoen. Het vraagt een manier van politiek bedrijven die principieel en grondig is. We zijn benieuwd of dat rond dit vraagstuk zal lukken. In ieder geval is er uitdaging genoeg voor een christen in de Nederlandse politiek.

Ds. W. Visscher