Cor de Haan neemt afscheid

"We mochten getuige zijn van het laatste Kerstconcert (op twee na) dat Cor de Haan in de Doelen gedirigeerd heeft en het leek wel alsof hij dat dit keer met nog meer bevlogenheid deed dan in de 24 jaar daarvoor.

Volkomen terecht werd hem een staande ovatie gebracht. Het was de 139e keer dat hij in de Doelen op het podium 'sprong'. Het laatste lied dat alle aanwezigen, koren en solisten zongen en waar alle instrumenten bij betrokken waren, voordat Cor zijn afscheidswoord sprak, was: 'Ga nu heen in vrede' van Edward Elgar, een lied dat hijzelf op een indrukwekkende manier bewerkt had. Had het toepasselijker gekund?

Het was een avond die bij de aanwezigen, waaronder diverse Flakkeeënaars, een diepe indruk moet hebben achtergelaten, nóg dieper dan bij de vorige concerten. Even kwam de gedachte boven: Als het hier beneden al zo geweldig is, hoe moet het dan wel niet zijn als de hemelse koren hun liederen aanheffen.

Behalve 'Deo Cantemus' werkten mee het Bethelkoor uit Zwijndrecht, het Gereformeerd Kerkkoor uit Alblasserdam, koren waar Cor de Haan dirigent van is, ook het Christelijk Mannenkoor 'Soli Deo Gloria' uit Urk, dat onder leiding van Jaap Kramer staat, in totaal meer dan 400 zangers. Verder Wendy Roobol (sopraan); Sander Heutinck (bariton); Doesjka van der Linden (harp), André van Vliet, die achter de vleugel zat en vanzelfsprekend: de organist André de Jager. En dan was er tenslotte nog het orkest ' Orchestra Particolare', dat bij alle gezongen liederen - op één na - een vlekkeloos aandeel had.

Als je dit alles overziet, vraag je je af, hoe het komt, dat het aantal Kerstavonden van vijf naar vier moest worden teruggebracht. Vroeger puilde de grote zaal van de Doelen uit, nu zag je zo hier en daar lege plaatsen. Ook het aantal leden van Deo Cantemus loopt terug, generaliserend gesproken: oude mensen vallen weg, de belangstelling van jonge mensen gaat vaak naar andere dingen uit.

In een wereld waarin alles somber en zwart is, waarin chaos en terreur heersen, werden we onder de titel 'Kerst? Allicht!' via de liederen meegevoerd naar een wereld van liefde en vrede. Op het podium stonden vijftien prachtige bloemstukken; de schijnwerpers waren op de koren gericht; van het machtige Doelenorgel, dat vier klavieren heeft, waren de pijpen heel mooi verlicht. Dat orgel werd weer heel knap bespeeld door André de Jager. Onder het spelen greep hij onafgebroken naar de vele registers links en rechts en hij sloeg ondertussen ook nog steeds de bladen van zijn muziekstuk om. Hij heeft ook nog vijftien van de liederen die gezongen zijn georkestreerd.

Nu nog kort iets over het concert zelf:

Behalve het orkest was de voortreffelijke bariton de eerste die van zich horen liet in het openingslied: 'Komt allen tezamen'. Daarna volgden afwisselend de koren, begeleid door diverse instrumenten, waarbij vooral de trompetten opvielen. Bij het tweede vers werden ook de bezoekers betrokken.

De twintig Urkers, die vanwege hun kleding, heel goed van al de anderen te onderscheiden waren, gaven met 'Wereld van verschil' duidelijk hun visitekaartje af. Wat een volume ontwikkelden die paar mannen. De begeleiding door het orkest was heel mooi. Het begon met hobo en harp, gevolgd door de strijkers. De bariton zette in; de sopraan rondde het lied heel beheerst af. In 'the most beautiful story' liet ze, voor wie het nog niet was opgevallen, nog eens nadrukkelijk horen hoe warm en helder haar stem klonk. De bariton, begeleid door violen en orgel, zong heel betrokken het 'Holy Night' van Perenic Moraens, ook al had hij wat moeite met de lage tonen. Heel gedragen zongen de gemengde koren het 'Pacem blessing' op de melodie van de Aria op de G-snaar van J.S. Bach. Het enige lied dat a capella gezongen werd, was 'Eeuwen geleden'. Hierbij smolten de 20 stemmen van de Urkers samen tot één stem. Ontroerend mooi! Bíj het 'Lang geleden in Efratha's velden', een compositie van de onder ouderen nog wel bekende Loek van der Leeden, trad vanuit de Urkers een solist met een prachtige, volle stem naar voren, met op de achtergrond de overige zangers. Het lied werd in een gematigd tempo gezongen. Daarbij viel de correcte uitspraak op. De combinatie van twee composities, namelijk 'The journey continues' en 'Arise, shine', moet moeilijk in te studeren zijn geweest, maar ze was wel heel mooi. Regelmatig overstemden de solisten de overige zangers. 'Loof de Koning' , een prachtige compositie van Johan Bredewout, begon heel rustig, kreeg langzaam aan steeds meer volume en eindigde magistraal in: Ere zij God! Ontroerend mooi was het 'Aria in Classic Style', op een virtuoze wijze gespeeld door de harpiste, daarin begeleid door de hoboïste. De compositie kreeg zijn volle glans toen de basviool en de andere violen zich er ook nog bij aansloten. Bij het 'Heilig, heilig, heilig' van Franz Schubert werd afwisselend door de mannen en vrouwen gezongen. De trompetten zorgden voor een duidelijke aanvulling. Door het 'heilig, heilig, heilig'' heen klonk het bekende 'Noël, Noël, Noël'. Door heel wat liederen heen, klonk de vleugel, die door André van Vliet heel knap bespeeld werd.

Het viel op, hoe keurig gelijk de koren steeds inzetten en hoe goed ze articuleerden. Het 'Stille, heilige nacht' doet je altijd weer wat. Het orkest begon al zo mooi, de mannen en vrouwen wisselden elkaar in dit lied, dat als canon gezongen werd, zo hier en daar af. Bij 'Joy to the World' aangevuld door het 'Hallelujah'' van Händel werd je als het ware boven jezelf uitgetild.

Bij het 'Gloria in excelsis Deo' deed alles en iedereen mee. Hierbij verscheen ook ineens een derde solist: Jaap Kramer, de dirigent van de Urkers. Wat heeft die man een stem!

Met het 'Ere zij God', gezongen door iedereen, werd deze onvergetelijke avond afgesloten.

Wie het voornemen heeft na 1 januari de concerten van Deo Cantemus te gaan bezoeken, zal niet meer Cor de Haan, maar Hans van Blijderveen op het podium zien verschijnen. Hij is als de voortreffelijk dirigent van het Christelijk Krimpens Mannenkoor voor ons geen onbekende. Hij trad meer dan eens op ons eiland op".

J. VAN HOORN