Gemengd Koor

Loof de HEERE, alle heidenvolken; prijst Hem alle natiën. (Psalm 117:1).

Koorzang wordt door de meeste mensen gewaardeerd. Vooral wanneer het een geoefend koor betreft. Of het nu uit kinderen, jongelui, mannen of vrouwen bestaat, zang doet wat met je. Mooi om te luisteren, nog mooier om zélf te zingen.

De menselijke stem (vox humana) is het meest natuurlijke instrument waarmee je God kunt eren. Er zijn kleine en grote koren. Hoe zou een wereldwijd koor klinken? Een koor, waarin miljarden tongen jubelen voor de HEERE God? Dat is nauwelijks voor te stellen.

En toch, dit koor is in wording. Psalm 117 roept ons op om mee te zingen. Het is geen vrijblijvende oproep. Het is ook geen advies. Het is opdracht.
Deze aansporing geldt dus óók ons, bewoners op het Zuid-Hollandse eiland.
Psalm 117 bestaat uit twee verzen. We lezen over twee eigenschappen van de HEERE: goedertierenheid en trouw. (vs. 2)

Goedertierenheid komt - in de Hebreeuwse tekst - heel dicht bij liefde en genade.
Terwijl wij voor deze woorden helemaal niet in aanmerking komen. Wij hebben Zijn liefde en genade niet verdiend. Wij hebben Zijn liefde en genade verspeeld door onze zonden.

Gelukkig neemt God het initiatief. Hij zoekt de mens op, waar die zich bevind (wij worden gevonden!) Adam, waar ben je? Hij zoekt nog steeds zondaren en zondaressen. Dat blijft Hij doen, totdat Hij terug komt.
De eigenschap 'trouw', kan in het Hebreeuws óók 'waarheid' beteken.
Elke verplichting en belofte komt de HEERE na. Hij blijft trouw aan Zichzelf. Hij kán niet ontrouw zijn. Ik zal nooit herroepen hetgeen Ik eenmaal heb gesproken. (Psalm 89)
Is dat geen lofzang waard? (Psalm 117 is nog maar een kleintje).

De HEERE wil geprezen worden in de binnenkamer, maar óók in het openbaar. Als wij gaan slapen, ontwaken andere gelovigen elders op deze aarde. Zo wordt de lofzang gaande gehouden.
De vraag die nu naar je toekomt: zing ik al mee in dit wereldwijde koor? Ik zal de HEERE zingen in mijn leven. Ik zal mijn God Psalmen zingen, terwijl ik er nog ben. (Psalm 104).

Gód is toch wel het voorwerp van mijn aanbidding? Niet alleen in de kerk, toch óók in de maatschappij?
In het graf zingt niemand de lof van de HEERE. (Psalm 88).
Zonder beperking zullen wij Hem prijzen. Serafs (engelen die de heiligheid van God bejubelen) gaan ons daarin voor.

Er is een eeuwigheid nodig om de daden van de HEERE te bezingen. Looft de HEERE, mijn ziel en vergeet geen van Zijn weldaden. (Psalm 103). Is Zijn Zelfovergave niet de gróótste weldaad? Op de laatste dag van de geschiedenis (dag van oordeel) getuigt de ware christen: ik zal eeuwig zingen (zonder te stoppen) van Gods goedheid. (Psalm 89).

Hoe vaak zingen gelovigen deze Psalm in de kerk…
De opdracht Hem te prijzen geldt alle volken, talen en naties.
Ook jullie, lezers van deze meditatie, krijgen een dringende oproep om mee te doen. Ik schrijf: dringend. Niet dwingend, want we moeten het zelf willen. Daarom moet je wil worden omgebogen! Dat werkt de Heilige Geest.

Laten we beseffen: God loven kan uitsluitend door het gelóóf in Jezus Christus. Het gaat ook altijd gepaard met een godzalige (dat is een christelijke) levenswandel.
Zijn er nog, die mee willen zingen in het wereldwijde koor en die daar openlijk voor durven uitkomen?
In het wereldkoor zijn alle culturen en tradities vertegenwoordigd.

Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk. (art. 9 Apostolische. Geloofsbelijdenis).

Alle eer aan Jezus Christus. Halleluja!