Afbeelding
Foto: Hans Villerius

De trots op Flakkee begint te groeien

Nieuw op Goeree-Overflakkee

Stugge Groningers? Waar dat beeld vandaan komt, is een raadsel. Volgens Judith Moedt klopt er helemaal niets van. "Groningers zijn gezellige, leuke mensen. Heel open. Totaal niet gesloten en stug." Judith groeide op tussen de Groningers, maar woonde in het meest noordelijke puntje van Drenthe: het dorp Roden. Tweeënhalf jaar geleden kwam ze op Goeree-Overflakkee wonen.

Roden ligt een minuut of twintig van de stad Groningen. "Het laatste Drentse dorp, daarna begint de provincie Groningen. Een leuk dorp. Best groot, ik denk zo groot als Middelharnis en Sommelsdijk samen, met misschien Dirksland nog erbij. Maar het is wel echt een dorp. De kern is een Drents esdorp met een brink. Echt zoals het vroeger was. Wist je dat Ot en Sien uit Roden komen? Er staat een standbeeld en er is een museum."

In Roden had je alles. Judith noemt de scholen. Zelf ging ze naar de middelbare school in Groningen, want dat was een christelijke. Ze noemt ook de winkels van Roden. "Toen we naar Goeree-Overflakkee kwamen, zei mijn moeder dat je op de dijk in Middelharnis leuk kunt shoppen. Toen ik er de eerste keer was, dacht ik: Is dit het? Dat was niet echt wat ik gewend was… Ik dacht dat ik in the middle of nowhere terecht was gekomen. Ik dacht ook dat we naar Zeeland gingen verhuizen, maar dat ben ik gauw afgeleerd."

Het was best wennen in Oude-Tonge. "Ik wilde er helemaal niet heen, maar mijn moeder moest zo nodig met iemand uit Oude-Tonge trouwen. Ik ben het wel steeds leuker gaan vinden en heb mijn draai wel gevonden. Het strand is hier echt heel mooi. Daar gingen we ook wel naar het strand, maar niet vaker dan één keer per jaar. Oude-Tonge is wel relaxed. Hier kun je 's avonds zo over straat lopen, Roden is wat meer stads, daar was ik toch wel wat voorzichtiger. Wat ik leuk om te zien vind, is dat bijna iedereen hier trots op Flakkee is. Of ik dat ook heb? Het begint te groeien."

Judith, die een paar uur per week bij een supermarkt in Middelharnis werkt en daardoor het Flakkeese dialect langzaam maar zeker begint te verstaan, heeft geen echte heimwee naar Drenthe en Groningen. Maar het bos mist ze wel. "Rond het dorp hadden we bos en heide. Soms moest je wel eens remmen als er een hertje overstak. Je kunt er heerlijk mountainbiken. En de hunebedden waren ook heel dichtbij."

Het beeld van die stugge, gesloten Groningers, daar moeten we maar eens een punt achter zetten, vindt Judith. Van hun openheid en gastvrijheid ("Kom eens een bakkie drinken?") kunnen veel andere Nederlanders nog wat leren. Ook op Flakkee.