"En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?

(Lukas 1:43)

Is het u wel eens opgevallen dat ook Elizabet gezongen heeft? Elizabet blijft meestal wat op de achtergrond, maar in Lukas 1 is zij degene die als eerste de lofzang heeft ingezet.

Bij wie de blijdschap over Gods genade zich een uitweg zocht. Want - dáár heeft ze van gezongen. Niet van het kind dat ze zelf verwachtte. Niet van het wonder dat zij op haar oude dag nog moeder zou worden. Neen, van dat andere Kind, de komende Zaligmaker.

Elizabet heeft haar lofzang gezongen op het moment dat ze bezoek kreeg van een jonger nichtje, Maria uit Nazareth. Toen werd ze vervuld met de Heilige Geest en stroomden de woorden uit de mond. De Geest heeft het Zó geleid dat de beide aanstaande moeders elkaar ontmoeten. Ze mogen samen iets beleven van de gemeenschap der heiligen. Let u op Gods zorg voor Maria. In haar omgeving zal ze veel onbegrip ontmoeten. En dan het wonder dat ze op een stille wenk van de engel naar het zuiden trekt en dat Elizabet bij haar aankomst alles al blijkt te weten. De Geest is a.h.w. voor Maria uitgereisd. Het lijkt wel alsof Elizabet getuige geweest is van het bezoek van de engel. Opgetogen begroet ze Maria als de gezegende onder de vrouwen, omdat ze de moeder des Heeren mag zijn. "Mijns Heeren", zegt Elizabet.

Vind u dat geen wonder? Elizabet krijgt hier ten diepste de Zaligmaker Zelf op bezoek.

Voorspel van het Kerstfeest. Nee, Elizabet ziet er nog niets van. Maar ze gelooft het en ze belijdt het nog niet geboren leven als háár Heere! Deze oude moeder in Israël is er ondersteboven van. Ze zegt: "Vanwaar komt mij dit?"

Ja, zegt dat wel Elizabet, vanwaar? Waar ligt de bron? Waar is de afzender? Nu, Die is in de hemel. Maria's bezoek is een geschenk van Boven en heeft alles te maken met Gods welbehagen. Met Zijn verkiezende liefde, waarmee zondige mensen worden bezocht. Hij is bewogen met een verloren mensengeslacht dat op de rand van de ondergang balanceert. God baant Zich een weg naar mensen zoals wij. Elizabet kan getuigen; vanwaar? Ze kan het niet op. De ontmoeting met de Zaligmaker wekt verwondering. Vooral omdat God het heel persoonlijk toe laat gaan. "Tot mij," zegt Elizabet.

"Tot mij". Dat is het hele evangelie in twee woorden, in een notendop. Elizabet komt niet tot Hem. En wij evenmin. Het gaat van de Heere uit. Dat is het rijke van het evangelie. Het kan voor ieder mens, hoe gebonden ook. Omdat Hij het is, Die komt. Wie zit er gebonden? Wie kan niet bij Hem komen? Van wie zijn de armen te kort en de benen verlamd? Wie heeft er geen verwachting voor de komende Kerstdagen? Geen nood. Hij komt tot u. In het gewaad van Zijn Woord. Om uw schuld te verzoenen. En om de last van de zonde over te nemen. "Geef maar aan Mij. IK weet er weg mee. Ik draag uw zonden weg tot op het vloekhout van Golgotha", zegt de Heere.

Waar u dat verstaat, daar wordt de verwondering bij u geboren. Over dat "vanwaar" en dat "tot mij". Je hebt helaas zoveel mensen bij wie je dat mist. Het is zo verstandelijk, zo beredeneerd. Het klopt allemaal zo precies. Het klopt veel te mooi. Zij zijn een zondaar. Jezus is de Zaligmaker. En dus is het in orde.

Ja maar, wacht u eens even. Zo gaat dat niet, zo koel en zo zakelijk. Als het zo bij u ligt, dan is het te vrezen dat u de Zaligmaker nog niet kent. Zo is de genade een rekensom geworden . Maar dan hebt u Hem nog nooit ontmoet. Want waar u Hem ontmoet, gaat u ondersteboven van verwondering. Want het wonder van de genade is juist dat het niet klopt en dat het toch waar is. Dat leert u, als uw ogen opengaan voor uw zondenood . Dat u zo verloren ligt, dat u uzelf niet kunt redden en dat het van de andere kant, van Gods kant moet komen èn komt! Dan leert u het met Elizabet meezingen: "Vanwaar?" Hij tot mij, ellendige. Tot mij, die het niet verdient. Tot mij, wetsovertreder. Tot mij, verloren zondaar. Midden in mijn nood zoekt Hij mij op".

Zo breekt de verwondering zich baan. Laten we in deze weken vurig bidden, om straks verrast en verwonderd het Kerstfeest te mogen vieren. Dan zal het oude evangelie weer nieuw zijn . Alsof we het voor de 1e keer in ons leven horen. Van dit evangelie moeten we het hebben, willen we met God verzoend zijn. Zo mag er op kosten van de Heere worden gezongen:

Lof zij de God van Israël,
De Heer' Die aan Zijn erfvolk dacht
En door Zijn liefderijk bestel
verlossing heeft teweeggebracht"

(Lofzang van Zacharias:1)

DS. M.B. VAN DEN AKKER

Deze overdenking werd eerder geplaatst op 12 december 1997.