Het FLUZI-evenement in Middelharnis (1964).
Het FLUZI-evenement in Middelharnis (1964). Foto: Archief

Bouwen, besturen en recreëren na de Watersnoodramp

OUDDORP – Op 1 februari 1953 kwam het water. Het pand van bouwmaterialenhandel Esselink aan de Spuistraat, aan de haven van Middelharnis, stond met de voeten in het water. De administratie van het bedrijf zat helemaal onder de modder en een deel verdween zelfs. "Als je administratie weg is, weet je ook niet meer wie er nog moeten betalen. Gelukkig waren er eerlijke mensen die zeiden: je hebt nog wat van me tegoed", blikt Teus van Dieren terug op de Watersnood, die hij als bijna vijfjarig ventje meemaakte. Van Dieren, tot 2013 directeur van Esselink, was een van de sprekers tijdens een bijeenkomst die Stichting Podium Goeree-Overflakkee vorige week hield in De Overkant te Ouddorp. Dit in het kader van het Erfgoedproject 'Over leven met het water'. Thema van de bijeenkomst was: 'Ontwikkelingen op Goeree-Overflakkee na de Watersnoodramp van 1953'. Die verdwenen administratie, dat was vervelend. Maar de ramp had ook veel bouwwerkzaamheden tot gevolg. Daar wist Esselink wel raad mee.

Door Kees van Rixoort

Van Dieren vertelde over de wederopbouw van Goeree-Overflakkee en alle woningen en andere gebouwen die na de ramp gebouwd moesten worden. "Alles wat in puin lag, moest herbouwd worden. Mijn vader werkte zes dagen in de week. Lange dagen, tot tien uur, halfelf in de avond. Er kwamen ook aannemers van buiten het eiland. Die wisten dat hier wel wat te verdienen was. Maar er zaten ook avonturiers bij", aldus Teus van Dieren.

Hij had het ook over de hulpvaardigheid in de sector na de ramp. De landelijke vereniging van handelaren in bouwmaterialen sprong bij als het nodig was. En in een tijd van schaarste – al sinds 1945 – kregen firma's in het zuidwesten van Nederland voorrang, om de bouw op gang te helpen. Van Dieren schetste voorts de gevolgen van de aanleg van dammen, sluizen en bruggen vanaf 1964. "Dat bood ons expansiemogelijkheden buiten het eiland. Tegelijk kwamen er 'overkanters' op Goeree-Overflakkee bouwen en wonen. Het was een wisselwerking."

Zijn eigen ervaringen tijdens en net na de ramp kwamen ook aan bod. Over de evacuatie, met een binnenschip naar Rotterdam. Over de zes weken in Bennekom en het kleuteronderwijs aldaar. Over het bustochtje over de Veluwe, speciaal georganiseerd voor de geëvacueerde kinderen. "De bus wachtte even voor Soestdijk. We kregen chocolademelk en snoep."

Heel bepalend

Ook Jaap Sala maakte als klein kind de ramp mee. Hij woonde in Oude-Tonge, waar zijn vader landarbeider was. "Er gaat geen dag voorbij dat je niet aan de Watersnoodramp denkt. De ramp is heel bepalend geweest voor mijn familie", zei Sala, die burgemeester was van de gemeenten Brielle, Wageningen en Sluis (Zeeuws-Vlaanderen).

"Wij woonden in een slopje, een zijstraatje van de Nieuwstraat. Het water kwam naar boven, de trap op. Wij zaten gevangen. Mijn vader heeft toen een groot gat in de muur geslagen, naar de buren, en via dat gat zijn we uiteindelijk in de Nieuwstraat terechtgekomen. Tien munten later zijn al die huizen weggevaagd. Vreselijk veel geluk hebben we gehad. Een vriendinnetje van vijf is verdronken. Een oom en een tante hebben een paar dagen boven op het dak gezeten. Een helikopter redde ze. Het was de enige keer in hun leven dat ze gevlogen hebben. Ons leed stond niet in verhouding tot degenen die veel anderen, die veel verloren hebben en rondlopen met afschuwelijke persoonlijke ervaringen."

Volgens Sala hadden die meer dan achttienhonderd mensen niet verdronken hoeven te zijn. "Als het openbaar bestuur zijn werk goed had gedaan." Hij gaf het voorbeeld van de burgemeester van Willemstad, die zijn burgers snel in veiligheid wist te brengen. "Daar is niemand verdronken", zei Sala. Maar andere burgemeesters deden dat dus niet, of te laat. "Elke burgemeester die nu zo'n fout maakt, kan onmiddellijk zijn biezen pakken. Toen was het anders. Er is ook geen kabinet of minister gevallen."

Keerzijde

"De solidariteit met het rampgebied was formidabel en met de Deltawerken is iets fantastisch tot stand gebracht", vervolgde Sala. "We mogen er nog steeds trots op zijn. Maar er is een keerzijde aan die grote uitgave: als dunbevolkt gebied, zonder zware lobby in Den Haag, werden verzoeken om economische ontwikkeling mogelijk te maken niet serieus genomen. Dat geldt ook voor Zeeland."

Getekend door zijn ervaringen als vierjarige jongen in Oude-Tonge speelde de rampenbestrijding altijd een belangrijke rol in zijn werk als burgemeester. "Als er mensen in nood zijn, moet het bestuur op zijn best zijn." Met die uitspraak kwam de door vluchtelingenstromen gekenmerkte actualiteit duidelijk in beeld.

Jaap Sala, die tegenwoordig in Rotterdam woont, vindt dat Goeree-Overflakkee er heel goed aan toe is. Hij noemde het klimaatneutraalplan. "Daar mag je apetrots op zijn. Als dat lukt, is het fantastisch voor het eiland en gaat het innovatieve bedrijven aantrekken. Het is goed om wat verder te kijken. Rotterdam, Antwerpen, de delta vormen samen een economische eenheid. Het zou goed zijn om samen één strategie te ontwikkelen. Daarin past Goeree-Overflakkee heel goed als het om nieuwe en innoverende ontwikkelingen gaat. Er zijn ook recreatieve ontwikkelingen tot stand gekomen, zonder de ruimtelijke kwaliteit al te veel kapot te maken." Sala contrasteerde Goeree-Overflakkee met Knokke, waar juist veel ruimtelijke kwaliteit is opgeofferd.

'Ouddorp vol'

De recreatie en het toerisme konden zich na de aanleg van de Deltawerken goed ontwikkelen, zo maakte Peter Grinwis, voorzitter van de VVV Goeree-Overflakkee, duidelijk. Maar: "Zou Goeree-Overflakkee zich anders hebben ontwikkeld als het een eiland was gebleven? Moeilijke vraag."Vroeger moest je met de boot, dat was na 1964 in ieder geval niet meer aan de orde. Maar in Ouddorp zaten ze aanvankelijk helemaal niet zo te wachten op al die vakantiegangers. Er kwam zelfs een idee op om bij de Haringvlietbrug een bordje neer te zetten met 'Ouddorp vol'. Dat was in maart 1966. Als het om de planvorming op recreatief gebied ging liep Ouddorp echt achter. Grinwis: "Je zet een bordje 'Ouddorp vol' neer, maar je bedoelt: 'Wij zijn er niet klaar voor'."

Desondanks was de invloed van de Deltawerken dat je gemakkelijker op Goeree-Overflakkee kon komen, ook als je er wilde recreëren. "De FLUZI, een groot evenement in Middelharnis, was de allereerste eilandmarketing: je kunt met de auto naar Goeree-Overflakkee. Een goede manier om het eiland op de kaart te zetten, zoals we tegenwoordig zeggen."

De recreatie ontwikkelde zich, en in het kielzog bijvoorbeeld de supermarkten. "Er gebeurde van alles; het eiland was ontsloten." Tegelijkertijd blijft de twijfel over het effect van de Deltawerken op de recreatie: "Texel is een eiland gebleven en heeft zich ook enorm ontwikkeld."

<kader>

Erfgoedlijn

Stichting Podium Goeree-Overflakkee organiseert in het kader van de Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee een aantal bijeenkomsten met als thema 'Over leven met het water'. De bijeenkomst in De Overkant te Ouddorp op 11 december – met sprekers afkomstig uit het bedrijfsleven, het openbaar bestuur en de recreatie – was de tweede. Eerder was er een bustocht langs locaties die herinneren aan de Watersnoodramp. Die trok 110 deelnemers. Ook verzorgde Stichting Podium eerder dit jaar de uitgave van de Erfgoedlijnkrant.

Minister Algera van Verkeer en Waterstaat presenteert de Deltawerken.
De recreatie ontwikkelde zich.
Afbeelding