Wethouder Gerrit de Jong op bezoek bij de inburgeringscursus in Dirksland.
Wethouder Gerrit de Jong op bezoek bij de inburgeringscursus in Dirksland. Foto: Kees van Rixoort

Nederlands leren in Dirksland

DIRKSLAND – Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken. De deelnemers van de Nederlandse les krijgen er alles over te horen. "Met een korte a zeg je bijvoorbeeld jas. Of tas. Of kar." Leraar Lahbib Bakbachi toont een jas en een tas aan de groep. Bij het woord 'kar' doet hij alsof hij een karretje of een kinderwagen voortduwt. Dan de lange a. "Kaas. Lekker. Ja, typisch Nederlands."

Tekst en foto: Kees van Rixoort

De les hoort bij de inburgeringscursus die Scalda Educatie verzorgt voor mensen van buiten Europa die moeten inburgeren. Inburgeren betekent: de Nederlandse taal leren, kennis van de Nederlandse maatschappij opdoen en lessen in het vak oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt volgen. Het inburgeringstraject eindigt met een inburgeringsexamen.

Sinds september 2015 geeft Scalda lessen op Goeree-Overflakkee, namelijk in het voormalige gemeentehuis van de gemeente Dirksland. Vóór die tijd moesten inburgeraars het eiland af om hun lessen in Zierikzee te kunnen volgen. Rond de tafel zitten Syriërs, een enkele Somaliër en Eritreeër. Laptop en lesboek voor hun neus. Lahbib Bakbachi komt bij iedereen langs om te kijken hoe het gaat, maar legt tussen de bedrijven door ook 'klassikaal' het een en ander uit. Over de lange en korte klanken, bijvoorbeeld. "De lange klank van de i is niet ii. Dat is fout. Nee, het is ie. Mag ik een voorbeeld?" "Fiets." "Heel goed. Het is belangrijk dat je de klanken begrijpt. Als je de klanken niet begrijpt, begrijp je de mensen niet. En begrijpen de mensen jou niet."

Snel wegwijs

Dit is een bijzondere ochtend, want de inburgeraars krijgen bezoek van wethouder De Jong. In duidelijke zinnen vertelt hij wie hij is en wat hij komt doen. "Ik ben Gerrit de Jong, bestuurder van de gemeente Goeree-Overflakkee. De gemeente heeft geregeld dat de lessen van Scalda niet langer worden gegeven in Zierikzee, maar hier. U hoeft dus niet ver meer te reizen; u kunt op korte afstand de lessen volgen en Nederlands leren. Ik vind het plezierig om eens te komen kijken hoe dat gaat, hoe de opkomst is en hoe de vorderingen zijn. Ik hoop dat u snel wegwijs bent in de taal en in de Nederlandse maatschappij."

De cursisten stellen zich ook voor. Een Somaliër uit Middelharnis, een Eritreeër uit Stellendam, een Syriër uit Achthuizen… Nasri, ook een Syriër – hij woont in Oude-Tonge –, stelt zich voor in het Engels. Hij heeft nog maar één week Nederlands gevolgd. Met de uitspraak van het woord 'neus' heeft hij moeite. "Ja, eu is een moeilijke klank", zegt leraar Lahbib. In zijn tweede week mag Nasri nog 'nose' zeggen, al probeert hij wel het Nederlandse woord uit te spreken.

In Dirksland heeft Scalda drie inburgeringsgroepen van maximaal vijftien personen. Ze krijgen drie dagdelen per week les, iedere deelnemer in zijn eigen tempo. De cursus duurt een jaar en moet binnen drie jaar zijn afgerond. Naast de inburgeringsgroepen is er ook nog een alfabetiseringsgroepje van tien, twaalf man. De start van een tweede groepje is aanstaande.

Lahbib Bakbachi gaat vrolijk verder met zijn korte en lange klanken. Hij noemt 'bom' en 'boom', maar Syriër Habib koppelt 'bom' liever aan 'dood'. Dan de lange u. De woorden vliegen over de tafel: 'uur', 'huur', 'buurman', 'huurtoeslag'. Na afloop vertelt Bakbachi, die zelf ook ooit Nederlands heeft moeten leren en het geleerde nu kan doorgeven, dat de meeste cursisten zeer gemotiveerd zijn en graag een goede start willen maken in hun nieuwe land. Habib en Nasri bewijzen het. Ze laten duidelijk merken dat ze zich de taal graag sneller eigen maken.

"Vis, vies. Vies, ja, koffie zonder suiker."