De levensvraag van Salomo

Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon? (Prediker 1 vers 3)

Als we aan iemand vragen: Hoe gaat het met je? Dan krijg je steevast het antwoord: Druk! O, ik ben zo druk! Het ìs een drukke tijd. Je moet je tegenwoordig schamen, als je 's avonds op de bank zit met een boek.

Dan zeggen de mensen: heb jij daar tijd voor?

Eigenlijk tel je niet mee in deze samenleving, wanneer je zegt, dat je niet druk bent. Salomo zou gezegd hebben: Ik ben wel druk, maar ik maak me niet meer (zo) druk, want welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon? (Prediker 1 vers 3).

Wat worden we in beslag genomen door gezin, werk, kerk, studie en een veelheid aan activiteiten. Ze eisen ons op. We zijn eraan gewend. We weten niet beter. En er komen steeds meer prikkels bij.

We moeten alle informatie maar zien te verwerken en wegwerken.

Koning Salomo heeft zijn levenservaring op papier gezet. Hij is door schade en schande wijs geworden. Wat heb ik uiteindelijk bereikt? Waar doe ik het voor? Hij trekt op voorhand zijn conclusie: één en al vluchtigheid. Alles is vluchtig. (vers 2). Het is de adem, de lucht die je uitblaast, wat voorbij gaat. De Zuid-Afrikaanse vertaling: alles kom tot niks, tot niks.

Salomo is zò overtuigd, van het voorbij gaan van ons leven, dat hij Prediker begint (1:2) èn eindigt (12:8) met dezelfde woorden: Een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. (ijdelheid der ijdelheid, alles is ijdel).

Het leven zit vol tegenstrijdigheden, althans in onze waarneming. Wat God doet, is volstrekt onbegrijpelijk. Wie verstaat de zin van zijn leven? Waar lééft u eigenlijk voor? Salomo zoekt naar een antwoord op zijn levensvraag (vers 3). Het is een vraag, waarop mènselijke wijsheid geen antwoord heeft.

Het enige vaste punt, is de aarde.

Op de aarde verloopt alles d.m.v. een kringloop. De ene generatie komt en de andere gaat (vers 4). In vers 5 zegt Salomo: Kijk eens naar de zon. Die komt op en die gaat onder. Dat gaat al eeuwen zo. Maar veràndert er iets? Van de wind kun je hetzelfde zeggen. Ze waait en draait. Maar waartoe? Niemand die het weet (vers 6). Onafgebroken stroomt de Jordaan naar de Dode Zee. Zo gaat het al eeuwen. Maar, er verandert niets. De zee wordt niet vol.

Wij zijn altijd maar bezig. Is het niet met het één, dan wel met iets anders. De mens jaagt naar wind. Wind kun je niet vast grijpen. Wind glipt je door de vingers.

Al ons maar bezig zijn, het is dodelijk vermoeiend (vers 8).

Het brengt je geen stap verder (vers 9)

Is er iets nieuws onder de zon?

De mens is gedoemd zichzelf te herhalen. Wanneer je een paar schoenen bewaard of een oude jas, komen ze 30 jaar later weer in de mode. Iets dat werkelijk nieuw is, bestaat niet.

Kom je niet steeds weer dezelfde dingen tegen? Goed, ze dragen een ander jasje. Maar de mens in dat jasje, is hij wezenlijk anders?

Wat u leest in de krant, wat u ziet op het journaal, het is er altijd al geweest.

Wat u voorgeschoteld krijgt, bestaat voor 99% uit materialisme, hebzucht, onreinheid, geweld, lijden en moord. Het is nooit anders geweest (behalve in de hof van Eden).

Salomo is oud. Hij kijkt hij met schaamte terug op zijn leven. Wat is hij vaak van het rechte pad afgedwaald. Hoe heeft hij het kunnen doen! Zijn geweten knaagt. Herkent u dat? Maar het ergste is: het kromme kan niet rechtgemaakt en wat ontbreekt kan niet meegeteld worden (vers 15).

Wij naderen het einde van 2015. Als wij de balans eens opmaken in het licht van de eeuwigheid, wie zal dan bestaan?

God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, hetzij kwaad (Prediker 12:13, 14). Salomo heeft ondervonden, al ben je de wijste koning van de wereld, je behoort tot de mensheid die in zonde is gevallen. En die mens komt zichzelf steeds weer tegen. Wij zijn niet zondig omdat we zonde doen, maar we zondigen, omdat we zondig zijn! Daardoor blijf je altijd maar bezig met jezelf.

Dan blijft er voor Salomo maar één alternatief over.
Hij waarschuwt zijn (klein)kinderen: Vreest God en houdt Zijn geboden. De HEERE vrezen, betekent: heb diep ontzag voor Hem. Het is een onverklaarbaar diep respect, vermengd met liefdespijn die je voelt, voor de HEERE.

Maar, denkt iemand, hoe zit het nu met Salomo? Salomo heeft de Heere lief. De Heere dienen en tegelijkertijd aan de afgoden offeren, dat is toch dubbelhartig? Inderdaad. Mag dat? Nee, dat mag helemaal niet. Een christen kan wel in zonden vallen, maar mag nooit in de zonde (blijven) leven. Hoe de Heilige Geest de genade in Salomo heeft uitgewerkt, dat is voor ons verborgen. Voor Salomo, voor u én voor mij geldt: God rechtvaardigt (spreekt vrij) uitsluitend de goddeloze. Dit kan Hij doen op grond van de (bloed)verdienste van Jezus Christus. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat hij ons de zonden vergeeft en reinigt van alle ongerechtigheid (1 Joh. 1 vers 9).

Lof aan het Lam, Die ook mijn zonden op Zich nam!

Is dit ook uw geloofsbelijdenis? En die van jou?

Door: Ds. A. ten Brinke, Goedereede