Afbeelding
Foto: pr

Er vloog zelfs een reclamevliegtuig boven Nieuwe-Tonge

NIEUWE-TONGE – Wat doe je als je op jonge leeftijd weduwe wordt en een gezin met vijf kinderen te onderhouden hebt? Dan vraag je een uitkering aan. Niemand hoeft van de honger om te komen in de verzorgingsstaat die Nederland nog steeds is. Maar in de jaren twintig van de vorige eeuw ging het er heel anders aan toe. Jannetje Knöps-Breur verloor haar man Adrianus Knöps in 1925 en moest wat verzinnen om zichzelf en haar kroost in leven te houden. Anders gezegd: om inkomsten te genereren. Ze begon een winkel in haar woning aan de Kerkring in Nieuwe-Tonge.

Door Kees van Rixoort

Jannetje Breur, zoals ze in de volksmond heette, verkocht van alles in haar winkel. Voornamelijk kruidenierswaren, maar ook stoffen (om kleding van te maken), petroleum, klompen en wol. "Een snackbar had je in die tijd niet in Nieuwe-Tonge", vertelt Corrie Kersten-Knops, haar kleindochter. "Maar op zaterdagavond kon je in het winkeltje aan de Ring pinda's kopen. Of een nogablok. Maar vooral pinda's. De winkel van mijn oma stond erom bekend. Die pinda's kwamen uit grote blikken en de schillen werden zo op de grond gegooid."

Corrie Kersten, die in het tot woonhuis verbouwde winkelpand woont, heeft van alles verzameld over het verleden van Kerkring 5. Foto's, krantenknipsels… Een ansichtkaart met een Zwitsers landschap vermeldt op de achterzijde dat De Later binnen enkele dagen komt. De Later had een groothandel. Hij kwam uit Middelharnis (Voorstraat 13) en handelde in papierwaren, kantoorartikelen, ansichtkaarten, wijnen, limonades, sigaren, enz. Grappig, J. de Later heeft zijn kaart geadresseerd aan 'Wed. Knöps, Winkelierster, Nieuwe-Tonge'.

Naar Rotterdam

Maar ze kocht niet alleen bij de groothandel in de buurt. "Op maandag ging mijn oma altijd naar Rotterdam om inkopen te doen. Met de tram en de boot. Dan nam ze vanuit Rotterdam ook bijvoorbeeld mantels en schoenen mee voor klanten. Ze deed altijd zaken. Moest ook wel, want door zakelijk te zijn kon ze standhouden. Er was heel wat concurrentie; wel een stuk of zeven kruidenierswinkels. Naast de winkel had oma nog een paar werkhuizen om extra te verdienen. Het gemeentehuis heeft ze ook wel eens schoongemaakt. Kort heeft ze nog water verkocht uit de waterput bij de kerk. Daar kwam men in droge periodes water halen voor een paar centen. Ach, alles werd aangegrepen. Een moestuin bij het kerkhof, gaten in juten zakken stoppen… Ze heeft werkelijk altijd gewerkt. Mijn oma was een trotse vrouw, ze wilde niet haar hand ophouden, maar zelfstandig zijn. Ze was geëmancipeerd, zou je nu zeggen. Door de omstandigheden, maar je moest het ook kunnen. Hertrouwd is ze niet meer, ze is met de kinderen samen verdergegaan."

De winkel aan de Kerkring was een soort zoete inval. Men kwam graag bij Jannetje Breur over de vloer. De koffie stond altijd klaar. Ze praatte met iedereen, of het nu de burgemeester of de vuilnisman was. Gêne had ze niet. Ook de in- en uitlopende vertegenwoordigers brachten drukte met zich mee. "Ze kreeg een band met die mensen, het waren bijna vrienden." En logés waren ook altijd welkom. Dan deed ze zelfs iets extra's en pakte ze flink uit met het eten.

In de winkel sprong de moeder van Corrie Kersten bij. "'s Middags was ze altijd in de zaak. Ze is er zomaar in gerold." Toen in 1957 een moderne nieuwe winkel in gebruik was genomen, na een ingrijpende verbouwing, stopte Jannetje Breur ermee. Ze ging boven de winkel wonen, in haar 'gouden kooitje'.

Van Hofwegen

De nieuwe winkel kwam in een tijd dat Nieuwe-Tonge de gevolgen van de Watersnoodramp te boven probeerde te komen. Dat lukt vrij aardig. Behalve de winkel aan de Kerkring kregen ook heel wat andere zaken een nieuw of vernieuwd uiterlijk. Dat kon ook niet anders, want heel veel lag in puin. Burgemeester Van Hofwegen was in het vernieuwingsproces een stuwende kracht. Hij was ook degene die de nieuwe winkel aan de Kerkring in augustus 1957 feestelijk mocht openen. Die opening was een gebeurtenis van jewelste. Er vloog zelfs een reclamevliegtuig boven Nieuwe-Tonge om folders uit te strooien. Corrie Kersten, die het oude, degelijke winkelinterieur deels nog in gebruik heeft, herinnert zich nog dat de toeloop tijdens de opening enorm was.

De nieuwe zaak had een pui met een winkeldeur en twee etalages. De firma Knöps presenteerde de verbouwde zaak als een winkel die voldoet aan de eisen des tijds en waarin de klanten "op een prettige en vlotte wijze" bediend kunnen worden. Het was een tijd dat Nieuwe-Tonge een rijke middenstand had, mét een actieve middenstandsvereniging, die bijvoorbeeld een systeem met spaarzegeltjes wist te realiseren in het dorp. Ook waren er eind jaren vijftig, begin jaren zestig enkele edities van een heuse consumentenbeurs. In het dorpshuis presenteerden middenstanders van Nieuwe-Tonge zicht gezamenlijk aan de bezoekers.

Saneringsregeling

Nog een jaar of vijftien heeft de levensmiddelenwinkel in het hart van Nieuwe-Tonge bestaan. Begin jaren zeventig konden kleine winkeliers gebruikmaken van een saneringsregeling. En dat gebeurde ook aan de Kerkring nummer 5. Er was te weinig zicht op een goed en blijvend rendement. Bovendien was de winkelierster zomaar in het vak gerold. Ze had er niet echt voor gekozen en greep de saneringsregeling aan om de winkeldeur voorgoed te sluiten.

Operatie aan huis

Het moet in de vroege jaren twintig zijn geweest, de winkel was er nog niet. Op Goeree-Overflakkee was nog geen ziekenhuis. Waar kon je terecht voor een operatie? Dokter Van Gelder en dokter Knöps opereerden, als het niet anders kon, wel aan huis. Dat deden ze ook thuis bij de familie Knops aan de Kerkring in Nieuwe-Tonge. Een van de vijf kinderen moest een operatie ondergaan. Het stukje rib dat de dokters verwijderden om hun helende werk te kunnen uitvoeren, heeft nog jarenlang op sterk water gestaan…

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding