Marco in 't Veld in zijn studeerkamer in zijn ouderlijk huis, naast werken van filosoof Plato, de filosoof waar hij nog steeds heel veel van leert.
Marco in 't Veld in zijn studeerkamer in zijn ouderlijk huis, naast werken van filosoof Plato, de filosoof waar hij nog steeds heel veel van leert. Foto: Adri van der Laan

"Dat vlakke land, daar houd ik van. Je kunt van je af kijken."

Tekst en foto: Adri van der Laan

Marco in 't Veld, afgestudeerd jurist aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, legt uit dat hij nooit de behoefte heeft gehad om tijdens zijn studie van Goeree-Overflakkee te vertrekken om elders in een studentenhuis, of anders te gaan wonen. De afstand tussen Goeree-Overflakkee en Rotterdam is voor hem niet onoverkomelijk. "Het gaf nauwelijks problemen, want de busverbindingen zijn uitstekend. Hierbij komt ook nog dat ik niet elke dag college had en ik heb het thuis naar mijn zin". En als het soms heel erg laat werd en de bus niet verder ging dan Oude-Tonge, dan liep hij het laatste 'stukje' naar zijn woonplaats Middelharnis. "Maar soms kwamen ook mijn ouders me ophalen".

Tegen een stukje lopen ziet Marco niet op. Hij is regelmatig in het eilandelijk polderlandschap te vinden. Een landschap waarvan hij zeker geniet en niet alleen als hij met de Omloop meedoet, maar ook daar tussendoor. "Dat vlakke land, daar houd ik van. Je kunt van je af kijken. Het landschap is dan erg doorzichtig en dat vind ik geweldig". Hij voegt er aan toe dat het hem goed doet dat hij van 'kerktoren naar kerktoren' kan kijken en dat is volgens hem typisch aan het Flakkeese landschap. "Van mijn opa heb ik geleerd dat de kerktorens oriëntatiepunten in de eilandelijke samenleving zijn. Waar je ook bent, je hebt altijd zicht op de kerk, maar dan ook met een diepere betekenis. En dat vind ik eveneens bij het eiland horen".

De invloed van de kerk is volgens hem van grote betekenis voor de samenleving. "Bij de kerk zijn veel wijze mensen betrokken en dat heeft een positieve invloed op de omgeving. De boodschap van de kerken brengt veel wijsheid mee voor het leven". Of hij pessimistisch is over de toekomst van de kerken en het geloof? Daarover is hij duidelijk. "De structuren binnen de kerken zitten diep en trekken de families door. Ik heb geen wanhoop aan God. Hij blijft sturen".

Wel moet hij later in het gesprek er enigszins aarzelend aan toevoegen dat de kerktorens hun plaats als blikvanger tegenwoordig moeten delen met de reusachtige windmolens op verschillende plaatsen op het eiland. "Maar ja," zo mijmert hij, "dat zal over een aantal jaren wel over zijn. Laat nu de boeren er maar wat aan verdienen en verder geven de molens ook werkgelegenheid".

De rust en de enigszins afgelegen ligging van het eiland heeft hij nooit als een bezwaar ervaren. Wel is het zijn ervaring geweest dat zijn medestudenten en docenten weinig van Goeree-Overflakkee afweten. Sommigen beschouwen het als een achtergebleven gebied en anderen kennen de pittoreske haventjes, waar ze wel eens met de boot aanmeren. "En dat is het wel zo'n beetje wat men van ons eiland af weet". Marco ziet dit niet als een bezwaar. Hij geniet van de rust van het eiland en vooral van de polders, waar hij letterlijk en figuurlijk alle ruimte krijgt om zich op zijn nevenstudie te bezinnen. Hij verdiept zich dan in filosofische vraagstukken, want naast dat hij rechten studeert, is hij ook bezig aan zijn bachelor Filosofie.

Het vlakke landschap van Goeree-Overflakkee dwingt volgens Marco in 't Veld de mens om naar de lucht (naar boven) te kijken. En dat kan volgens hem nooit verkeerd zijn. Overigens tekent hij hierbij aan, dat hij zeker geen hekel aan de stad heeft. Met veel plezier beleeft hij de dynamiek van een stad als Rotterdam, maar hij ervaart minstens evenveel voldoening van het Flakkeese platteland.

Wat de toekomst van het eiland betreft, is Marco in 't Veld niet pessimistisch. Wel ziet hij met lede ogen aan dat de cohesie binnen de meeste dorpen terugloopt. Voorzieningen zoals supermarkten verdwijnen, omdat men niet meer in het eigen dorp de aankopen doet. Volgens Marco is dit een indirect gevolg van het feit dat inwoners van de dorpen zich niet meer op de dorpsgemeenschap betrokken voelen en dat vindt hij jammer. Maar hij is realistisch genoeg om te beseffen dat deze ontwikkelingen niet gemakkelijk meer te keren zijn.

Naast zijn studie-activiteiten is Marco in 't Veld voorzitter van één van de twee SGP-jongerenorganisaties op het eiland: SGP-jongeren Goeree-Overflakkee. De twee organisaties zijn ook na de gemeentelijke samenvoeging blijven bestaan. Marco legt uit dat er één organisatie in de voormalige gemeente Goedereede is gebleven. Hij lacht: "Dat is, zeg maar, de meer populistische tak en wij – op de rest van het eiland – zijn de doorgeslagen beginselvaste stroming".

Ondanks deze politieke activiteiten en betrokkenheid, zegt hij niet in de wieg te zijn gelegd om de politiek in te gaan. "Ik ben geen bestuurder". Hij geeft aan zich beter thuis te voelen in een wetenschappelijke omgeving, die zich natuurlijk ook binnen de SGP bevindt.

De positie van zijn partij is volgens Marco "gigantisch problematisch". En dan doelt hij op "de onmogelijkheid" om het beginsel van de partij te vertalen naar de samenleving zonder dictatoriaal te worden. En daar zullen ook de eilandelijke partijmensen mee te kampen krijgen.

Voor Marco is het geen bezwaar dat het eiland, voor wat de werkgelegenheid betreft, voor een groot deel op 'de overkant' is aangewezen. Met een groot gebied in de regio Rotterdam, waaronder het havengebied, waar heel veel werkgelegenheid is, kan dit ook niet anders. Vanwege de goede verbindingen hoeft het geen probleem te zijn om daar te werken en op het eiland te wonen. "Je moet realistisch zijn, want wat er ook wordt ondernomen, we kunnen nooit genoeg werkgelegenheid op het eiland creëren om iedereen aan het werk te krijgen".

De mooiste plaats op het eiland:

"Dat is voor mij d'n tuun*) van de Hervormde Kerk van Ooltgensplaat". Dit gedeelte van de kerk in zijn geboorteplaats, is volgens hem het mooiste plekje van het eiland.

*) Het voorste gedeelte van de kerk voor de preekstoel wordt in het eiland soms nog 'd'n tuun' genoemd.