Vallei hangt vol rook, omdat de Papua's gras en oerwoud verbranden om regen te krijgen.
Vallei hangt vol rook, omdat de Papua's gras en oerwoud verbranden om regen te krijgen. Foto: pr

Droge tijd: code pimpelpaars

Ik zeg wel eens tegen mensen dat, als je een klimaat zou kunnen kiezen, je voor het Wamena-klimaat zou kiezen. Koele nachten, zonnige dagen en aan het eind van de middag of 's avonds vaak regen. Die regen lijkt meestal heel vanzelfsprekend. We hebben een paar tonnen naast ons huis staan, dat is onze watervoorraad. Er zit zo'n 4 kuub in en dat is eigenlijk altijd genoeg om alles mee te doen. Nu letten we natuurlijk altijd wel goed op, we zijn echte Nederlanders! Als de tonnen bijna overlopen en het regent, kunnen we in bad, code groen. Als het niet elke dag regent, maar de tonnen blijven boven de helft gevuld, kunnen we gewoon douchen, maar doen we wel een beetje voorzichtig, code geel. Als het minder regelmatig regent en de tonnen zakken onder de helft, slaan we alarm! We douchen snel na elkaar en doen zuinig met water, code oranje. Komt het niveau nog lager, dan slaan we groot alarm, wassen we ons met een emmertje water en kan ik een tijdje mijn lakens niet wassen, code rood. En ik zei altijd gekscherend: 'En als het nog erger wordt, gaan we ons wassen in de rivier.' Zover is het bijna gekomen!

We lazen al wel vaker alarmerende berichten over de El Nino. Maar een voorstelling konden we ons er niet van maken. Tot we afgelopen augustus terug kwamen in Wamena. Iedereen vertelde ons gelijk: 'Het is droog, doe zuinig met je water!' Tot onze grote opluchting waren de studenten van ons water afgebleven. We begonnen dus goed, gelijk op code rood. Een maand later heeft het nog maar een keer of twee geregend en dan begint er een periode dat het niet meer regent. Iedere morgen kijken we naar de lucht en iedere morgen is het vaalblauw. De Papua's stoken hele stukken gras en oerwoud af, om op die manier te proberen regen te krijgen. Overal is het stoffig en midden op de dag wordt het flink warm. Iedere dag kijken we allemaal in onze tanks. We doen zo zuinig mogelijk. Soms moet ik wel een was draaien en voor het eerst in mijn leven was ik wit en zwart door elkaar. Als het waterpijl in de tanks ver onder de driekwart zakt, zitten we op code pimpelpaars. Alles wat water kost is verboden. We wassen af met een zielig beetje water en gooien dat vieze water over de plantjes. We gooien het wc-papier niet in de wc, maar stoppen dat in een zakje (dat is het ergste, vind ik zelf). We spoelen de wc af en toe met een bakje. Heel vieze vaat doe ik eerst af met servetten en dan pas met een heel klein beetje water. En als ik dan een was in de wasmachine stop, vangen we het afvalwater op om de wc mee door te spoelen. Bij alles wat we doen in het huishouden denken we na. Het is niet te geloven hoeveel energie een mens kan verspillen aan de meest basale handelingen, als water niet vanzelfsprekend is.

Maar het wordt allemaal nog lastiger. Het water in de rivier staat zo laag, dat de stroomvoorziening niet meer gegarandeerd kan worden. Nu was die altijd al behoorlijk onbetrouwbaar, regelmatig zaten we een avond zonder stroom en soms een halve zaterdag. Maar dat is allemaal niets in vergelijking met de week die nu aanbreekt. We zitten drie avonden in het donker, er zijn stroomuitvallen van 20 uur, soms met maar enkele uren wel stroom tussendoor. Onze vriezer houdt het niet allemaal meer bevroren, de tussenperioden met stroom zijn te kort. Ondertussen gaat het gewone leven wel door. Martijn houdt trainingen, schrijft schoolboeken, begeleidt collega's, enz. Ik probeer het huishouden zo te regelen dat dat allemaal door kan gaan, maar dat is soms een flinke puzzel. Ik wil bijvoorbeeld regelmatig yoghurt maken, maar ik moet goed nadenken over wanneer ik dat ga doen. Yoghurt moet een uur of vier op dezelfde warme temperatuur blijven, maar moet daarna wel in de koelkast om goed af te koelen. Als de yoghurt eenmaal te zuur is, kan ik hem niet meer goed gebruiken om nieuwe yoghurt mee te maken. Voor Henrike's schoolprogramma hebben we voor een aantal vakken de computer nodig en soms ook internet. Iedere keer als de stroom aan is, proberen we koortsachtig van alles te doen en als de stroom dan weer uit is, proberen we de rest van ons werk al improviserend te doen. Op een gegeven moment vragen de studenten om hulp voor hun bonte avond. Ze willen graag ijs maken en samen eten koken. Tussen alle stroomuitvallen door weet ik het nog te realiseren, maar als het vrijdagavond is, kan ik me niet meer bewegen van moeheid. Ik kruip in bed en hoor in de verte de studenten heel hard lachen en er is warempel nog stroom ook. Om elf uur kom ik uit bed, een stuk opgeknapt. Ik vraag of er nog wat eten over is, maar alles is op. Tja, ik was er al bang voor. Martijn maakt snel een kaastosti voor me, ik duik even op het internet, nu er toch stroom is, en dan slaap ik weer een hele nacht. De volgende dag is de stroom uit, maar ik voel me een stuk beter. Al heen en weer slepend met emmers water maak ik muesli, appeltaart en soep en doe ik de vaat. Het is tobben, dat wel. Maar klagen doen we niet al teveel. We zijn namelijk beslist niet de enigen die tobben!

Ik vind het moeilijk om de mensen om me heen te zien slepen met water. Bij de bron staan lange rijen. Er komt op dit moment weinig vracht binnen en dat betekent dat de mensen ook voor de benzine in de rij staan. En dan nog de stroomuitvallen die het leven voor iedereen lastiger maken. De spanningen lopen op en de politie moet ingeschakeld worden om wanorde te voorkomen. Als we zondagmorgen bij de kerk aankomen, ruikt het hele terrein naar urine en ook in de kerk stinkt het ernaar. Moeders met kleine kinderen moeten de wanhoop nabij zijn! De meesten gebruiken hier geen pampers (past niet in het budget). De moeders wassen gewoon zeven broekjes per dag uit en dat gaat normaal prima, maar nu moet iedere liter water naar huis gedragen worden en voor de was gaat iedereen naar de rivier. Die rivier is ook niet al te fris meer, het waterpijl zakt, dus dat is minder water voor veel meer vuiligheid!

Op een dag fiets ik langs een huilend klein kind dat langs de weg loopt. Al snotterend is hij toch aan het lopen en ik vraag me af waar zijn moeder is. Een stukje verder zie ik haar lopen. Ze is nog jong. Ze draagt een zwaar net op haar rug. In haar hand draagt ze een tankje met water om thuis te koken. Ze ziet er uitgeput uit en ze heeft duidelijk geen energie over om haar kind te dragen. Ze zal wel gezegd hebben: 'Ik kan niet meer, je moet zelf lopen.' Het tekent voor mij de hele situatie in Wamena.

En dan gaat het regenen! De eerste bui hadden we eigenlijk niet op moeten vangen, al het stof van het dak komt in de bakken. We kunnen drie dagen lang niets uit de bakken gebruiken, zo zwart is het water. Maar ja, als het zolang droog geweest is, kun je dat water niet weg laten lopen. We genieten van het water en ik trek de wc wel vier keer door, heerlijk! Ik koop spinazie en was de blaadjes onbekommerd een keer of wat. Ik was dat het een lieve lust is en Henrike kan zelfs een keer in bad. De stroomvoorziening wordt ook langzaam weer beter. Wat een verschil voor ons dagelijks leven, alles gaat makkelijker nu. Maar de El Nino is nog niet voorbij. We houden de hoeveelheid regen goed in de gaten. En van de week las ik in de krant dat Nederland waarschijnlijk een nat voorjaar krijgt i.v.m. de El Nino. Ik zou de goten maar goed bijhouden als ik jullie was!

Familie Van Driel is uitgezonden door stichting HOP. (Bankreknr. NL33 RABO 0128 1332 60) t.n.v. St. Help Onderwijs Papua) Volg HOP op www.helponderwijspapua.nl.

Elke dag wordt de watervoorraad gecontroleerd.
De school gaat gewoon door.