"De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen" (2 Petrus 3:9).

Het is de apostel Petrus die in dit Schriftgedeelte spreekt over de wederkomst van Christus. In zijn brieven geeft hij hier uitgebreid aandacht aan. En niet zonder reden. Verschillende gelovigen uit zijn tijd vroegen zich namelijk af waarom de wederkomst nog niet plaats had gevonden. Zou de belofte van Christus' wederkomst eigenlijk wel waar zijn? En Petrus maakt duidelijk dat de Heere de belofte van Zijn wederkomst, waarbij Hij de levenden en de doden zal oordelen niet vertraagt. Op deze belofte kan men wel degelijk aan! Maar de belofte is nog niet vervuld, omdat de Heere lankmoedig is over ons. Dat is de reden dat de wederkomst van Christus nog niet heeft plaatsgevonden.

In sommige nieuwe vertalingen is het woord 'lankmoedig' vervangen door het woord 'geduld'. Ik denk onterecht. Onder 'geduld' verstaan we vaak en vooral het geduld dat we kennen als we ergens langer op moeten wachten: op de bus bijvoorbeeld of voor de kassa. Dan kunnen we elkaar wel eens toespreken: "Heb nu maar geduld, of "wees nu maar geduldig". Het doet geen recht aan de diepere betekenis van het gebruikte Grieks. Letterlijk lezen we daar dat de Heere 'lang van adem' over ons is. Als het over ons mensen gaat, dan kent de Heere geen geduld, alsof Hij op ons aan het wachten is, maar dan kent Hij een lange adem! Hij kan veel van ons verdragen. Een Engelse vertaling gebruikt het mooie woord: 'long-suffering'; als het om ons mensen gaat kent Hij een langdurig lijden.

En lankmoedig is de Heere! Als we zien op de manier waarop de wereld vandaag de dag Zijn goede geboden overtreedt, dan grijpt het zo enorm aan. Als we beseffen dat God de Heere vanwege iedere zonde die wordt bedreven de wereld verloren kan laten gaan, dan kan het niet anders of de Heere is lankmoedig. Zo lankmoedig dat Hij niet wil dat er één verloren gaat, maar dat zij allen tot bekering komen. Om die reden vindt de wederkomst nog niet plaats: de Heere is nog niet klaar met Zijn kerkvergaderend werk en daarom is Hij lankmoedig.

Maar niet alleen van de wereld, die God niet dient, heeft de Heere veel te verdragen. Wat een ongeloof, hardheid, lauwheid, zwakte, tegenstand, onbegrip, en nog veel meer moet de Heere dagelijks van Zijn kinderen verduren. Wat komen ze alles tekort in het dienen van Hem!

En toch: de Heere is lankmoedig over hen. Hij kan veel verdragen. En beste lezer(es): op het moment dat u zichzelf of jij jezelf voor God bent gaan leren kennen, dan kunnen we toch niets anders uitspreken dan dat de Heere wel lankmoedig moet zijn, wil Hij telkens weer omzien naar u, jou en mij? Als Hij niet lankmoedig is, dan zou het er hopeloos met ons voorstaan. Maar grijp moed, zwakke en wankelende gelovige: de Heere is nog lankmoedig over u.

En omdat de Heere lankmoedig is over ons mensen, zijn Zijn gelovigen het ook. Door de werking van Zijn Geest gaan ze immers op God de Heere lijken; Hij begint het oorspronkelijke beeld van God te herstellen. En dat wordt duidelijk in Galaten 5, waar het gaat over de vrucht van de Heilige Geest. Daar wordt de lankmoedigheid ook genoemd. En opnieuw: een lankmoedig mens is niet geduldig, maar veel meer dan dat! Wanneer wij lankmoedig zijn, dan kunnen wij ook veel verdragen, ook als ons onterecht veel moeite wordt aangedaan. Wat daarvoor nodig is in die moeilijke omstandigheden? Het zicht op de Heere zelf, in het besef dat Hij lankmoedig is over ons. Als Hij zoveel van u, jou en mij kan verdragen, zouden wij dat wat wij moeten verdragen dan niet mee kunnen maken?

Mogelijk moet u belijden dat de lankmoedigheid u volledig ontbreekt. Waar kunnen we dan beter uitkomen met al onze gebreken en zonden dan bij Christus die ons Zijn lankmoedigheid wil leren? Wanneer we op Hem zien en uit Hem leven, dan kan het niet anders of we gaan veel verdragen.

B.D. Bouman, v.d.m. Stellendam