God is een heilige vader

En indien gij tot een Vader aanroept Hem, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar een ieders werk, zo wandelt in vreze de tijd van uw inwoning.
(1 Petrus 1:17)

'Vader' zeggen

De gemeenteleden aan wie Petrus schrijft, bidden. Zij roepen God aan. Ze zeggen dan 'Vader' tegen God. Ze roepen dus naar God zoals een kind aan zijn vader roept. Mag je dat eigenlijk wel zeggen? Er zijn oprechte christenen die lange tijd geen 'Vader' durfden of konden zeggen. Maar zo bedoelt Paulus het niet. Hij betwijfelt niet of de gemeenteleden dat wel mogen zeggen. Je zou misschien kunnen vertalen: 'En omdat gij tot een Vader aanroept God ...' Voor Petrus is het duidelijk. De gemeenteleden mogen 'Vader' zeggen. Zij zijn kinderen, (v. 14) van God.

Ja, maar waarom kan Petrus zoiets nu zo onbevangen zeggen en waarom is het voor velen van ons soms zo moeilijk? Waarschijnlijk gaan wij daar dus verkeerd mee om. Wij maken er een vraag bij die in de Bijbel zo niet staat. In de Bijbel is het telkens heel duidelijk: 'U die door Hem gelooft in God' (v. 21). De gemeenteleden aan wie Petrus schrijft, geloven door de Heere Jezus in God.

En dat is het. Dat is een duidelijke en heldere zaak. Anderen geloven niet, maar deze mensen geloven door de Heere Jezus in God. Van harte. En dan ben je een kind van God. Daar valt het onderscheid.

Geloven

Over dat 'geloven' zegt de apostel niet zo veel hier. Hij zegt wel dat het door de Heilige Geest komt. Dat kunt u zien in I Petrus I:2. Als u merkt dat u de Heere Jezus liefhebt als uw Zaligmaker dan zit de Heilige Geest daarachter. Dan heeft Hij u anders gemaakt. Hij heeft u apart gezet. Hij is met u bezig geweest. De Heilige Geest doet het door de Bijbel. dat lees ik hier steeds (v.22-23). Prachtig, dat er in een bepaalde periode in je leven iets gaat veranderen, dat er van binnen van alles gebeurt en dat je zelf gaat merken: God is met mij bezig. En dat je niet meer zonder Christus kunt en wilt. Dat je Hem leert vertrouwen en leert liefhebben. Dat de Heere zo iets doet met je. Dat dat je zo verandert. Dat noemt de apostel 'wedergeboren' (v.23).

En dat dan het resultaat is dat je een kind van God bent. En dat kan alleen omdat er voor ons betaald is. (v.18) Niet een prijs in geld. Maar het bloed van Christus. Begrijpt u hoe kostbaar u bent? Ziet u hoeveel de Heere van u houdt?

Een heilige Vader

Maar de Heere is niet zomaar een vader. Nee het is de God 'Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens ieders werk'.

God is dus een Rechter. Een rechtvaardige Rechter. Hij behandelt ieder gelijk. De straf over ons is echt niet zomaar weggegaan. Dat is echt alleen door het bloed van de Heere Jezus. Onderschat niet hoe heilig God is. Ziet u wat een wonder het is als u VADER tegen God zegt? Zeg het dus niet oppervlakkig.

Maar 'wandelt in vreze de tijd uwer inwoning'. Dat is wat Petrus eigenlijk wil zeggen. Het is niet prettig om bij een ander in te wonen. Maar als je nieuwe huis nog niet klaar is, moet je soms wel. Tijdelijk. En zo is ons leven nu . Tenminste, als we de Heere Jezus geloven. Dan horen we eigenlijk bij God in de hemel. In het Vaderhuis. We noemen Hem ook alvast 'Vader'. Maar tijdelijk wonen we nog op de aarde.

'Wandel in vreze' zolang je op de aarde bent, zegt Petrus.
'Met ontzag', met eerbied', betekent dat. De Here is een Vader voor Wie wij diep respect mogen hebben. Een Vader Die ver boven ons staat. Die ook gehoorzaamheid van ons vraagt. We kunnen niet zomaar wat doen. We kunnen niet met Hem spotten.

Daarom staat er in v.14 'wordt heilig in al uw wandel. (...) Weest heilig, want Ik ben heilig'.
De Heere vraagt van ons dat we zo in het dagelijks leven, op school en thuis, heilig zijn.

Dat heeft te maken met onze manier van leven, met hoe we spreken, met welke woorden we gebruiken, met onze kleding, met onze hobby's, met onze vrienden. 'Heilig zijn' is apart zijn.

Dat we laten zien dat we bij de heilige Vader behoren, dat we niet meer neutraal zijn, dat we niet meer doen of we net zijn als iedereen, maar dat we anders zijn.

Wat is het eigenlijk mooi dat GOD weliswaar een heilige Vader is, een hoge Vader, Die ook recht spreekt, Die machtig, die groot is, die almachtig is. Dat hij toch door het geloof 'onze Vader' is, en dat hij voor ons zorgt; dat wij mogen zeggen: 'Abba, lieve Vader'.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 17 juli 1998.

Door ds. J. het Lam