Er is hoop

Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

(1 Petrus 1:3)

Mensen met hoop

Christenen zijn mensen met hoop. Dat is echt een voorrecht. Want er zijn heel veel mensen die eigenlijk geen hoop hebben. Veel mensen hopen op dingen, waar je uiteindelijk ook niet veel mee opschiet. Aan bepaalde mensen kun je het zelfs zien. Ze hebben in feite niets, geen hoop. Maar een christen wel.
We zien uit naar de wederkomst, de bruiloft, het Koninkrijk. Petrus zegt het zo: we hebben een 'erfenis' (v.4). Het is als een tegoed op de bank, dat ouders voor hun kind hebben neergezet. Zo wordt daar in de heerlijkheid, voor u die gelooft in Christus, de erfenis bewaard. Het wordt door de Heere Zelf bewaard. Niemand kan het wegnemen. Het kan ons niet meer afgenomen worden. Het blijft zijn waarde houden. Dat is onze hoop.

Hoop op een levende Heere

Sommige mensen zullen tegen ons zeggen: 'Is dat geen zoethoudertje? Geloof dat je nu niet alleen omdat je nu eenmaal iets wil hebben om naar uit te kijken?' Ik begrijp wel dat mensen die de Heere niet kennen dat zo vragen. Maar het is toch anders. Wat we hopen dat is er al. Dat is zeker. Want Christus is opgestaan. Er is iets gebeurd, waar we niet meer achter terug kunnen. Toen de Heere Jezus terugkeerde uit het graf, is alles veranderd. Toen kon iedereen zien dat de Heere de zonden weggedaan had. Hij had duidelijk genoeg betaald. De heilige God was niet toornig meer. En iedereen kon zien dat het leven er was. Want de Levensvorst was er.

Alleen al aan Petrus kun je zien hoe zeker dit is. Hij was niet zo'n held. Toen het er op aan kwam durfde hij niet voor zijn geloof uit te komen toen Jezus berecht werd. Hij durfde het niet. Maar toen korte tijd later de Heere opstond uit de dood, werd Petrus anders. H ij is gehoorzaam geworden. En hij is volgens zeggen in 64 n. C. als martelaar gestorven. Als zo'n bang mens, uiteindelijk zo blij, zo vol hoop is, dat hij er zijn leven voor geeft, dan moet hij heel zeker zijn van wat hij had gezien. Christus is opgestaan.

Wedergeboren

En daar is voor u en mij ook alles begonnen. Daar heeft de Heere Jezus de kracht ontvangen om aan u of aan mij die hoop te geven. Vanaf dat moment kan Hij de Heilige Geest zenden.

En de Heilige Geest maakt ons nieuw. Het wordt op een opvallende manier gezegd: 'De Vader heeft ons wedergeboren tot een levende hoop door de opstanding'. Het is wel duidelijk dat God dat doet. Een kind laat zichzelf niet geboren worden. Een kind dat geboren is kan alleen maar later het gaan beseffen en gaan danken dat het mag !even. Danken voor het leven.

Wij zijn van onszelf kinderen van de toorn. En de Vader maakt ons tot kinderen van de hoop. Hij geeft ons dat wij met al onze zonden tot Hem mogen komen en vergeving ontvangen. Hij maakt ons nieuw. Ons hart wordt veranderd. Zo leert Hij ons het Woord aannemen. Dat is Zijn werk. Hij maakt ons nieuw door de kracht van de Heilige Geest.

Vraag er maar om. Of de Heere u wil lostrekken van dode hoop. En vraag of de Heere u ook wil vernieuwen tot die echte hoop die Hij geeft.

Hoop die levend blijft

Of haalt u de lofprijzing niet? Zit u te diep weggezakt in het dal van verdriet? Zijn de zorgen te groot? Is het geloof te mat? Soms kun je er alleen al bang voor zijn: als ik het maar volhoud , als mijn hoop maar sterk genoeg is.
Daar weet Petrus overigens ook wel van (v.6). Hij schrijft deze brief aan gemeenten die nog niet in echte vervolging zijn, maar ze hebben het al wel heel moeilijk en er dreigen vervolgingen. Mooi eigenlijk dat deze apostel dit mag schrijven. Iedereen in de kerk weet natuurlijk dat juist hij zo zwak en zo bang was geweest. En hij kan nu schrijven over het lijden en de droefheid. Aan hem kunnen we juist zien dat God zo'n mens als Petrus zulke hoop kan geven en zo kan leren leven.

En misschien zijn er sommigen hier die nu op dit moment lijden. Lijden door smart. Lijden door pijn. En verzocht worden door het kruis in hun leven.

Petrus wijst erop dat we niet zomaar hoop hebben. Maar we hebben een levende hoop. Levende hoop, dat is niet alleen 'de hoop op het leven'. Dus wat we hopen, dat is er echt, dat is het leven door Christus, helemaal toekomstmuziek. Maar 'levende hoop' is ook, dat de hoop in ons hart levend blijft. Dat we dus blijven hopen. Dat in ons het vuur niet wordt gedoofd. De vlam moet blijven branden. Dat wij ook werkelijk er naar uit blijven zien. Dat wij het volhouden om omhoog te blijven zien. De Heere is echt niet zo dat Hij ons nu iets heel moois beloofd en dan zegt: verder moet u maar zien hoe u er komt. Nee, Hij gaat mee. Niet alleen de schat wordt bewaard. Wij worden bewaard, door de kracht van God. Misschien houd ik het een moment niet vol. Petrus hield het ook niet vol. Dat was wel erg. Maar de Heere kwam wel met vergeving en nieuwe hoop.

Zo wil Hij ons door het lijden heen voeren naar de heerlijkheid. Zo wil Hij ons door de moeite been laten zien. Zo kan dat vreemde gebeuren dat de hoop overwint. Zo mag toch de lofprijzing klinken. 'Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus.'

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 10 juli 1998.

Door ds. J. Het Lam