' Dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil…'

Kol. 1, 9m

Paulus bidt dagelijks voor alle gemeenten. Hij draagt ze op zijn hart. Hij bidt ook voor de gemeente in Kolosse. Eén zin uit dat gebed licht hier op. ' Dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil…'.Wat bedoelt hij daarmee? Het heeft te maken met wat hij eerder zegt. Het evangelie is naar jullie toegekomen zoals over de hele wereld. En het draagt vrucht, schrijft Paulus met dankbaarheid. En dan staat er: vanaf de dag dat u het gehoord hebt en de genade van God hebt leren kennen. Het evangelie gehoord en de genade van God hebt leren kennen. Dát is het. Dat hadden ze gelijk begrepen in Kolosse dat het om de genade ging. Dat dáár het hart van het evangelie klopt. Sprekend he? Dat het gaat om Gods gunstige gezindheid. Daar zit de deur in de blinde muur, om zo te zeggen. Gods wil betekent hier: Gods welgevallen. Dat je er achter komt wanneer je het evangelie hoort: God heeft aan mij een welgevallen. Door de Heere Jezus Christus. Er is niemand die ons liever heeft dan Hij.
Zeg dat nóg eens! ?
Is dat wáár?
Wil Hij mijn leven hebben? Weet Hij niet van mijn zonden; van mijn donkere gedachten en verlangens; van mijn zo vaak verloren strijd? Van mijn eigen ik dat er altijd tussen zit?... Dat wéét Hij en toch wil Hij ons hebben. Dat hadden ze in Kolosse gezien. Met verbazing en vreugde denk ik. Want het is zo ongedacht. En onverdiend.
Gods liefde die mijn leven binnenkomt.
En nu bidden Paulus en Timotheus dat die kennis nog veel meer mag toenemen.
Dat heeft de gemeente voor alles nodig. Dat God zich nog meer láát kennen in Zijn genade. En dat de gemeente van Kolosse doortrokken zal zijn van die wil; dat welgevallen van God. In de Heere Jezus Christus. Dat trekt een spoor.

Dan zijn ook de vruchten te zien van het leven in de genade. Liefde, verootmoediging, hulpvaardigheid en wijsheid. Paulus bidt daar ook om.
Dat de levenswandel van de gemeente van Colosse zal kleuren naar de Heere bij wie zij hoort.
Een leven waarin het welgevallen van God; zijn liefde in de Heere Jezus doorstroomt, in het leven van elke dag. Wat is het nodig om ons in het evangelie te oefenen.
Zo dat de genade geen dood woord is maar een gebeuren.
Blijvende verwondering over wie God is en dat niet verdiend hebben.
Oefenen. Zo dat het geloof verdiept wordt. Van één ding is de apostel overtuigd.
Dat zegt hij ook in vers 11.

Wanneer de Kolossensen voort mogen gaan in de dienst van de Heere; wanneer ze mogen toenemen in de kennis van de welwillendheid van God; wanneer de Heere Christus hun Heere is, dan zullen ze merken dat ze op allerlei manieren kracht ontvangen. Kracht als een blijk van God; van Zijn heerlijkheid; als een voorschot op de toekomst die in Hem wacht. Om te volharden in de situatie waarin ze leven.

Zelfs met blijdschap; met vreugde om eenmaal te delen in de erfenis van de heiligen in het licht. Badend in het licht van Gods heerlijkheid.

Moet ik daar nog iets aan uitleggen? Of toepassen op ons leven? Laten we stil onze handen maar vouwen en de ogen sluiten. En bidden om vervuld te worden met de kennis van Gods wil. Het doorstromen van Zijn liefde in de Heere Christus in ons leven, ons huwelijk, ons gezin, onze gemeente, onze kerk; en in de wereld waarin we wonen.