De roeper uit de woestijn gevangengezet

"Dat hij Johannes in de gevangenis gesloten heeft." Luk. 3;20b "Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een ander?" Luk. 7:20b

Zo'n gezegende roeper

Johannes mocht de Heere liefhebben van kinds af aan. We weten dat hij vóór de geboorte al opsprong in de buik van zijn moeder, toen Maria, de moeder van Jezus, bij Elizabeth op bezoek kwam. Wondere dingen!

Johannes was een door God geroepene. Dat heeft waarde, dat geeft kracht. Daarom sneden zijn preken hout. Daarom sprak hij uit de liefde om zondaren uit het verderf weg te rukken.

Herodes was er niet van gediend. 't Is ook niet niks om op de vingers getikt te worden door een Godsman. Zo belandde Johannes in de gevangenis.

Vroeger zwierf Johannes rond in de woestijn. Daar at hij honing en wilde sprinkhanen. Het doet me denken aan de tijd dat we in China geroosterde bijen aten. 't Was eerst zo vreemd, zo weerzinwekkend, later zo heerlijk, een delicatesse.

Wat deed Johannes daar in de woestijn? Wachten op de Heere, horen naar ZIjn stem, voorbereid worden om verkondiger te zijn van de enige Zaligmaker der wereld, de Heere Jezus Christus. Onze Heere!. Uw Heere en uw God?

Toen werd hij openbaar in Israël. Hij verscheen in alle vlekken, vooral in de buurt van de Jordaan, waar hij doopte, met de doop van bekering. Zo zag hij velen tot geloof komen. Totdat Christus verscheen. Toen moest Johannes een stap terug doen. Dat vond hij helemaal niet erg, want hij had zelf geroepen toen hij de Heere Jezus zag: "Hij moet wassen (groeien), ik minder worden."
Dat is genade!

Ik heb Johannes altijd bewonderd om die woorden en bid dat dit in mijn leven ook door genade gebeuren mag. Dat ik dan niet opstandig word maar verwonderd. Dat ik de minste wil zijn voor God en de mensen. Bid jij mee?

Zo'n bange tijd

Johannes de Doper zit dus nu in de gevangenis. Hij heeft Herodes en Herodias uit het vuur willen redden. Daar heeft hij zijn handen aan gebrand. Hij had zo vurig gehoopt dat Herodes en Herodias zich zouden afkeren van hun zonden van de ongeoorloofde relatie, maar tevergeefs. Zij gingen liever door tot het bittere einde. Hoe vreselijk. In de gevangenis is het voor Johannes gaan stormen. Zijn mond is gestopt, zijn roeping loopt ten einde. Het werk dat Johannes zo graag deed, wijzen op het Lam van God, werd nu niet meer in het openbaar gedaan. Daarom stuurde hij twee van zijn discipelen als boden naar Jezus. Daar klinkt de vraag:

Zijt Gij Degene, of, . . . toch niet? Misschien zocht hij ook wel naar een bevestiging voor zijn discipelen.

Dan klinkt het antwoord van Jezus dat ze melden zullen aan Johannes welke wonderen er allemaal gebeuren, en dan wel het grootste wonder, dat armen het evangelie verkondigd wordt. Johannes, het werk gaat door. God bouwt Zijn koninkrijk, ook zonder jou.

Iemand zei tegen me onlangs: "Ik begrijp niet dat Johannes zo de diepte in kon gaan." Nee, dat kunnen we ook niet begrijpen, want wij bepraten het bij een kop koffie met een roze koek. Maar hij zat in de kerker. Uitzichtloos. Hopeloos. Zijn werk leek vruchteloos. Zo bestreden, zo aangevochten. Wat kunnen we makkelijk oordelen over een ander. Wie vlucht tot de Heere?

De bevrijding van God Geschonken

De Heere Jezus laat weten aan Johannes dat hij het aan Hem mag over geven. Het staat of valt niet met een mensenkind. En we weten dat Johannes een groot profeet was. Van een vrouw geboren (sterfelijk en zondig) geen groter iemand dan hij, tenzij we de minste worden in het koninkrijk der hemelen.

Wondere wetten in dat koninkrijk.
De meerdere zal de mindere dienen.
Waar de gevangenis zo aanvliegen kan, wordt ruimte gemaakt.
Daar komt bevrijding. Rust en leven. De ziel leeft weer op.
En dat doet één woord uit Jezus' mond.

Gevangenen kunnen er zo hopeloos uit zien. Een doffe blik ligt in hun ogen. Zeker als je dan vrouwen ontmoet in de gevangenis, denk je: "Wat heeft de zonde het leven toch ontluisterd." Alle heerlijkheid lijkt vergaan. 't Is zo bitter om te moeten boeten voor de zonde. En toch . . . En toch . . . Juist dan kan de Heere zo verrassend over komen. Dan gaat Zijn woord kracht doen. Het evangelie wordt waarlijk de goede boodschap, dat blijde bevrijdende getuigenis in die donkere nacht. Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt!

"'k Zal Zijn lof zelfs in de nacht,
zingen daar ik Hem verwacht.
En mijn hart, wat mij moog treffen,
Tot de God mijns levens heffen."

Ds. C. van den Berg