Christelijk Noodhulpcluster blikt terug op 6 maanden noodhulp in Noord-Irak

ANDIJK – Het Christelijk Noodhulpcluster ontving afgelopen half jaar meer dan 2,3 miljoen aan giften voor noodhulp in Noord-Irak. Daarmee kregen tienduizenden vluchtelingen en ontheemden hulp met onder meer onderdak, voedsel en medicijnen. Nu, ruim een half jaar later, blikt het cluster terug.

Vlak nadat in juni 2014 zware gevechten uitbraken tussen het Iraakse leger en de terreurorga­nisatie IS in het noorden van Irak, kwam het Christelijk Noodhulpcluster (bestaande uit Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA) in actie voor de mensen die op de vlucht sloegen. In augustus was de vluchtelingen­stroom al tot 1,2 miljoen mensen gegroeid, voornamelijk als gevolg van de verovering door IS van de stad Mosul op 9 juni 2014. De eerste hulp van het noodhulpcluster bestond uit het opvangen en registeren van ongeveer 8.000 ontheemden en vluchtelingen in en rondom de steden Erbil, Dohuk en Suleimaniya. Zij kregen onderdak, voedsel en medicijnen.
Het cluster breidde de hulp al snel uit met winterhulp aan nog eens 12.000 mensen. In deze fase verstrekte het cluster warme kleding en kachels en plaatste ze sanitaire voorzieningen. Kwetsbare kinderen uit Suleimaniya kregen verschillende activiteiten aangeboden om hun oorlogstrauma's te verwerken. Ook werd voorlichting gegeven over hygiëne en gezondheid.
Hoewel de situatie in Noord-Irak momenteel op het eerste gezicht rustig lijkt, is de praktijk weerbarstiger. Begin dit jaar werd het aantal vluchtelingen geschat op 2,5 miljoen mensen. De Amerikaanse en Iraakse legers hebben aangekondigd dat ze de stad Mosul voor het aanbreken van de hete zomer willen heroveren. De verwachting is dat dit offensief een nog grotere stroom vluchtelingen op gang zal brengen en dat noodhulpverlening hiermee nog urgen­ter wordt.