Afbeelding
Foto: Hans Villerius

Kees van Eck 40 jaar als organist dienstbaar in Gods gemeente

MIDDELHARNIS – Wie Kees van Eck zegt, zegt eigenlijk twee dingen: fietsenmaker én kerkorganist. Allebei heeft 't z'n hart en beide zaken beoefent hij al sinds je 't heugen kan. Van het eerste heeft 'ie z'n broodwinning gemaakt, het tweede vervult hij vanuit de innerlijke drang om de door God geschonken talenten te besteden in Zijn dienst en aan Zijn gemeente. Formeel al veertig jaar lang. Gedurende die periode was hij organist in vier verschillende kerken, waarbij als bijzonderheid valt op te merken dat hij als organist steeds de samenzang tijdens de zondagse erediensten begeleidde op een door de fa. Leeflang gebouwd kerkorgel.

Door Hans Villerius

Bij het moment dat hij precies veertig jaar geleden zijn eerste officiële aanstelling als kerkorganist kreeg, wil Kees graag even stilstaan. "Niet dat het om Kees van Eck gaat, integendeel", verduidelijkt hij meteen, "maar wel om – zeker na alles wat ik in de achterliggende jaren wat gezondheid betreft heb doorgemaakt en nóg steeds doormaak – m'n dankbaarheid uit te spreken richting God, Die me tot hiertoe steeds weer kracht gaf en me door alles heen geholpen heeft. En ook om m'n afhankelijkheid van Hem aan te geven, zonder Wie ik geen enkele kerkdienst spelen kan."
Daarnaast vindt Kees het symbolisch een mooi gebaar richting het voormalige orgelbouwbedrijf Ernst Leeflang – dat z'n oorsprong op Goeree-Overflakkee had – om bij zijn veertigjarig organist zijn ook aandacht te hebben voor dit vroegere bedrijf en de mensen die daaraan verbonden waren. Met sommige heeft hij nog steeds goed contact, in welk verband hij graag de naam noemt van mevrouw Betsie Leeflang-Keijzer, de weduwe van Jan Keijzer die gedurende vele jaren de directie voerde bij Leeflang Orgelbouw.

Muzikale vader

Maar de naam Keijzer speelde al eerder een grote rol in het muzikale leven van Kees van Eck. Na aanvankelijk orgellessen te hebben gehad van resp. de heer Bernhard sr. (van de toenmalige muziekhandel te Middelharnis), Gerrit Zoon en Jan van Dijk heeft Kees twaalf jaar orgel gestudeerd bij Arie J. Keijzer, broer van eerdergenoemde directeur van Leeflang Orgelbouw. Bij Arie J. was Kees de enige privé-leerling. Hij kreeg zowel les op het orgel in de Grote Kerk te Dordrecht als bij Keijzer thuis. De laatste vijf jaar vooral gericht op orgelimprovisatie. "Dikwijls was het eerst een uur praten, om je dingen bij te brengen en die te laten bezinken, en dan pas spelen", herinnert Kees zich. "Keijzer zei wel eens: de dingen die je nu leert, doe je over 25 jaar automatisch. En achteraf kan ik alleen maar zeggen: het is waar geweest wat 'ie toen zei. Ik beschouw Arie J. Keijzer zondermeer als m'n muzikale vader. Vooral door hem ben ik muzikaal gevormd. Vandaar dat ik hem in 2000 ook betrokken heb bij m'n 25-jarig organistenjubileum, dat ik in Ooltgensplaat vierde. Na zijn studie bij Arie J. Keijzer is Kees min of meer zelfstandig studerend verdergegaan en ontwikkelde hij uit de mix van invloeden van zijn orgelleraren een eigen stijl, gericht op het begeleiden van de gemeentezang.

Leeflang-orgels

Zijn eerste organistenaanstelling kreeg hij in de Gereformeerde Gemeente te Middelharnis, waar hij van 1975 tot 1980 het Leeflang-orgel bespeelde. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot organist in de Hervormde Kerk te Ooltgensplaat, op het in 1974 door Leeflang gebouwde orgel, waaraan hij nog steeds met groot genoegen verbonden is, dit jaar dus al 35 jaar lang. Van 1984 tot 2014 was hij ook in de Hervormde Kerk te Stad aan 't Haringvliet organist. Ook op een Leeflang-instrument. Vanwege Kees' langdurende gezondheidsproblemen en daaraan verbonden slechte mobiliteit vond hij het niet meer verantwoord om langs de moeilijk begaanbare orgeltrap de weg naar het orgelklavier te gaan. Node legde hij hier zijn functie neer, het kon niet anders meer. Op 20 maart a.s. zal er in gemeenteverband bij zijn afscheid worden stil gestaan. Het vierde Leeflang-orgel waar hij als organist aan verbonden werd, is dat van de Hervormde Kerk te Stellendam, waar hij sinds 2012 – en ook hier met groot genoegen – de samenzang tijdens de erediensten begeleidt.

Kwaliteit

Terugblikkend op zoveel organistenjaren vindt Kees het heel dankbaar werk als hij ervaart dat de zingende gemeente merkbaar reageert op zijn orgelspel, hetzij doordat hij in zijn spel vertolkt dat het om een gebed gaat, hetzij dat Gods lof erin bejubeld wordt.
De jubilerende organist weet dat 't maar niet om 't even is hoe je samenzang begeleidt. "Je kunt heel goed literatuur spelen, maar voor het begeleiden van gemeentezang geen gevoel hebben. Dat is een vak apart. Om met harmonisatie en registerkeuze de gemeente zo te raken dat hun zingen en jouw orgelspel aansluiting vinden bij elkaar. Dat voel je, dat hoor je en dat gaat door je heen. Het is niet: dat doe ik even, of: ik wordt gewoon even organist. Het vraag wel kwaliteit. En het moet me echt van het hart, ook op deze plaats, dat ik ervaren heb en nog steeds zie hoe hier op het eiland in de Gereformeerde Gemeenten totaal niet aan kwaliteit wordt gehecht. Dat betreur ik, want dan doe je geen recht aan de gemeentezang. Je hoeft niet per se een vakman op de orgelbank te zetten, maar kwaliteit mag en moet je wel vragen. Overigens ben ik ervan overtuigd dat, als je als organist beleeft je taak in afhankelijkheid van God te doen, de gemeente dit merkt. "Eén van 'mijn' predikanten merkt wel eens op dat er dan biddend gezongen, of zingend gebeden wordt", aldus Kees.
Goede herinneringen bewaart hij aan de predikanten ds. Th. van Stuyvenberg (Geref. Gemeente Middelharnis), ds. C.J.W. Verboom (Hervormde Kerk Ooltgensplaat) en ds. L.D. Burger (Hervormde Kerk Stad aan 't Haringvliet). "In Stellendam zit ik nog maar kort, maar ook daar is het goed om met de predikant, ds. D. Hoolwerf, samen te mogen werken", zo geeft hij aan.
Vanuit de innerlijke motieven waarom hij kerkorganist is, heeft hij dit werk overigens bewust altijd – en letterlijk – Pro Deo gedaan. Alleen een autovergoeding neemt hij aan.

Staat van dienst

Naast zijn organistentaak in genoemde vier gemeenten is Kees in de achterliggende veertig jaar muzikaal veel breder actief geweest. Goed beschouwd is hij zelfs al vijftig jaar organist. Want van 1965 tot 2005 was hij ook – maar zonder formele aanstelling – organist in de Remonstrantse Kerk te Sommelsdijk. In 1982 was hij medeoprichter van het Christelijk Flakkees Mannenkoor, waar hij acht jaar organist is geweest. Dit koor is inmiddels opgeheven. Ook was hij, in 1997, medeoprichter van het Christelijk Stadskoor Goeree, waarvan hij vier jaar organist was. Al sinds 1996 is hij organist bij de 55+ kring Ooltgensplaat en sinds 2007 ook van 55+ kring Middelharnis/Sommelsdijk. In 1999 en 2000 organiseerde hij het project 'Samen zingen voor Calando'. Van 2001 tot 2012 was hij organist in verzorgingshuis De Goede Ree en sinds 2004 ook in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis te Dirksland. Van 2012 tot 2014 was hij organist van de middagdiensten bij CuraMare locatie Westplaat en sinds vorig jaar ook van de middagdiensten in de Lukaskapel van Nieuw Rijsenburgh. Een respectabele staat van dienst, die ervan getuigt hoe zeer het kerkelijk gebonden orgelspel vanuit Kees' innerlijk voorkomt en een deel van z'n leven vormt.

Fysieke beperking

Vanwege de fysieke beperking die hij momenteel ondervindt, doordat één van zijn nieuwe heupen niet goed functioneert, geeft Kees geen aandacht aan zijn jubileum in de vorm van een samenzangavond, zoals in 2000, 2005 en 2010 wel het geval was. Eerst zal een nieuwe heupoperatie, die niet zonder risico's is, moeten worden afgewacht. Afhankelijk van het verdere verloop hoopt Kees dat het hem daarna vergund wordt weer trefzeker achter het orgel te kunnen zitten. Dan hoopt hij ook na te mogen denken over de mogelijkheden om tot Gods eer alsnog een jubileumsamenzangavond te beleggen en deze weer op het orgel te begeleiden!

Afbeelding