Afbeelding
Foto: Jaap Ruizeveld

Nieuw onderzoek afgerond naar teksten overlijdensadvertenties

OUDDORP - Voor de derde keer heeft Gerrit Grootendorst, wonend aan de Ireneweg in Ouddorp, een onderzoek voltooid naar teksten in overlijdensadvertenties in landelijke dagbladen. Waren de vorige studies gericht op Trouw, NRC-Handelsblad en Nederlands Dagblad, dit keer bepaalde hij zich op overlijdensadvertenties in het Reformatorisch Dagblad. In 2006 publiceerde Grootendorst samen met ds. H.P.Venema al een onderzoek naar grafteksten in Heerde (1935-1997) onder de titel "Niet alle graven zwijgen".

Tekst en foto: Jaap Ruizeveld

In zijn recente publicatie stelt auteur Grootendorst: "Dagelijks staan er overlijdensadvertenties in regionale- en landelijke kranten. Dat geldt uiteraard ook voor weekperiodieken/huis-aan-huisbladen. Advertenties geplaatst door nabestaanden. Om familie, vrienden, kennissen en collega's - naast gericht verzonden rouwkaarten – mee te delen dat iemand is overleden die zij hebben gekend. De advertentie is een eerbetoon, ter nagedachtenis. Biedt bovendien informatie over een afscheidsdienst. Over het tijdstip van de begrafenis. Een toevoeging van een speciale tekst in de overlijdensadvertentie vertelt iets over zijn of haar levensbeschouwing, geloofsovertuiging. Over een verwachting van leven na de dood".

Achtergelaten sporen

"Teksten in rouwadvertenties en op grafstenen zijn sporen, die door mensen worden achtergelaten. Persoonlijke keuzes, gemaakt in de context van de tijd en de omgeving waarin mensen leefden. Als we individuele mensen kunnen plaatsen in een gemeenschap met anderen, verbonden door een overeenkomstige levensbeschouwing, dan kunnen vele teksten samen een beeld geven van de cultuur van die gemeenschap", stelt onderzoeker Grootendorst. "Dan kunnen we onderzoeken of binnen die gemeenschap veranderingen in aantal en inhoud van de teksten volgen op veranderingen in de samenleving als geheel, waarvan de overledenen ook deel hebben uitgemaakt".

Doel

Doel van het onderzoek was na te gaan of er binnen min of meer besloten gemeenschappen in de Nederlandse samenleving in de loop der jaren veranderingen optraden in het gebruik van teksten in overlijdensadvertenties. In het vierde kwartaal van 2014 werd in het Reformatorisch Dagblad het overlijden gemeld van 387 mensen. Om veranderingen in het tekstgebruik aan te tonen zijn de overledenen ingedeeld in twee leeftijdscategorieën. Ouderen (geboren vóór 1946) en jongeren (geboren ná 1945). De overweging om deze indeling te maken, is dat kinderen van na WO 2 in hun prille volwassenwording tijdens de jaren '60 en '70 te maken kregen met ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen, ontzuiling, ontkerkelijking, secularisering, individualisering en later ook met globalisering en digitalisering. Gaan deze ontwikkelingen de tekstkeuze in overlijdensadvertenties beïnvloeden of houden traditionele teksten juist stand om houvast te bieden?

Aantallen

Van de 387 overledenen werd 11 keer de leeftijd bij overlijden niet vermeld. Het betrof advertenties, die niet werden geplaatst door de naaste familie, maar door vrienden, collega's of instellingen. Zonder bekende leeftijd is indeling in één van de leeftijdscategorieën niet mogelijk. Ook 5 kinderen tussen 0 en 3 jaar zijn niet opgenomen in het onderzoek. Na deze aanpassing bleven er 371 advertenties over voor het onderzoek, 180 van overleden mannen en 191 van overleden vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de mannen was 76 jaar, van de vrouwen 83 jaar.Van de overleden mannen in de advertenties in het Reformatorisch Dagblad waren er 40 (22 procent) jonger dan 68 jaar, van de vrouwen 18 (9 procent). Deze cijfers zijn conform het landelijke gegeven, dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen.

Resultaten onderzoek

In 114 overlijdensadvertenties stond geen tekst. De advertenties zonder tekst zijn ongelijk verdeeld over de verschillende kerken waartoe de overledenen behoorden. Bij overledenen van de Gereformeerde Gemeenten vinden we bij 42 procent geen tekst, bij de leden van de Hersteld Hervormde Kerk is dat 32 procent en bij de gelovigen van de Gereformeerde Bond binnen de PKN 14 procent. In 257 advertenties stond wel een tekst. De teksten werden ingedeeld in seculiere teksten en geloofsteksten. Seculiere teksten zijn niet-religieuze teksten. "We onderscheiden daarbij gevoelsteksten en levensbeschouwelijke teksten", stelt Grootendorst. In de onderzoeksperiode stonden er 3 gevoelsteksten in het Reformatorisch Dagblad. Een voorbeeld bij het overlijden van een moeder: Daar blonken grote tranen van heil en droefenis en ik voelde diep in 't harte wat ene moeder is. (Willem Elsschot, 1904). De 12 levensbeschouwelijke teksten in het Reformatorisch Dagblad zijn allen afkomstig uit de Bijbel (uit de Psalmen, de Spreuken en het boek Prediker). Daarmee zijn het in wezen ook geloofsteksten, die ons bepalen bij de vergankelijkheid van het aardse leven in tegenstelling tot het blijvende leven na de dood. De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk eene bloem des velds, alzoo bloeit hij: als de wind daarover gegaan is, zoo is zij niet meer en hare plaats kent haar niet meer. (Psalm 103 vers 15 en 16).

Geloofsteksten

De 12 levensbeschouwelijke teksten worden ingedeeld bij de geloofsteksten. Dit zijn teksten die getuigen van geloof in God. Het gaat om Bijbelteksten, uit het Nieuwe Testament, maar vooral uit het Oude Testament en dan met name regels uit de Psalmen. De verscheidenheid is groot. Er werden 53 verschillende Psalmen als bron gebruikt. De meest genoemde tekst is Psalm 39 vers 8: En nu, wat verwacht ik, o Heere? Mijne hoop, die is op U. Psalm 31 volgt met vers 16a: Mijne tijden zijn in uwe hand. In het onderzoek zijn de geloofsteksten naar wat ze tot uitdrukking brengen in vier categorieën verdeeld: lofprijzing van God (32), verlangen naar God (4), geloof in opstanding (3) en zich toevertrouwen aan God (203). Uit dit laatste gegeven spreekt het vertrouwen dat God zich op Zijn wijze over hen zal ontfermen. Al ging ik ook door een dal der schaduw des doods, ik zoude geen kwaad vrezen, want Gij zijt bij mij (Psalm 23 vers 4a).

Conclusie

De grote maatschappelijke ontwikkelingen sinds de Tweede Wereldoorlog worden niet zichtbaar in de teksten in het Reformatorisch Dagblad, geeft Grootendorst aan. Op basis van het gebruik van dezelfde onderzoekmethode eerder bij Trouw, NRC-Handelsblad en Nederlands Dagblad wordt volgens de auteur duidelijk hoezeer in de samenleving vier groeperingen met ieder een eigen identiteit van elkaar verschillen. In Trouw is het aantal geloofsteksten bijna gehalveerd, in de NRC komen geloofsteksten nauwelijks nog voor. In het Nederlands Dagblad blijft het aantal geloofsteksten onveranderd hoog. Het aantal geloofsteksten in het Reformatorisch Dagblad blijft ook hetzelfde, maar is lager dan in het Nederlands Dagblad. Dit duidt volgens Grootendorst niet op minder geloof, immers de geloofsbelijdenis klinkt al door in de aanhef van bijna iedere overlijdensadvertentie, als er staat: Door de Heere is op Zijn tijd Thuisgehaald onze lieve". Een tekst in de overlijdensadvertentie kan een ultieme geloofsbelijdenis zijn, een laatste bede", stelt de auteur in zijn onderzoek.